maandag 15 augustus 2016

Kort geding-rechter over Yuri

.4.2. Het gaat in dit kort geding in de eerste plaats om de vraag of het besluit van NOC*NSF om [eiser, Yuri B.W.] uit te sluiten van verdere deelname aan de Olympische Spelen rechtmatig/vernietigbaar is. 
Bij de beantwoording van die vraag moet worden vooropgesteld dat NOC*NSF dit besluit heeft genomen op grond van de overeenkomst die tussen NOC*NSF en [eiser] is gesloten. In die overeenkomst zijn rechten en verplichtingen van beide partijen vastgelegd met betrekking tot voorbereiding op en deelneming aan de Olympische Spelen.

In art. 20 van de overeenkomst is verder vastgelegd dat als [eiser] zich niet aan die verplichtingen houdt NOC*NSF bevoegd is maatregelen te nemen zoals in dat artikel zijn omschreven. Die bevoegdheid heeft NOC*NSF dus op grond van wat in die overeenkomst met [eiser] is afgesproken. [eiser] is daarom op grond van de overeenkomst in beginsel verplicht de door NOC*NSF nodig geoordeelde maatregel tegen zich te laten gelden. 
.
Welke maatregelen NOC*NSF in geval van niet nakoming door [eiser] van zijn verplichtingen in de gegeven omstandigheden nodig acht, moet daarom in beginsel aan het oordeel van NOC*NSF worden overgelaten. Het is niet aan de rechter te bepalen of, en zo ja welke maatregelen nodig waren. De rechter kan alleen achteraf beoordelen of NOC*NSF in de gegeven omstandigheden in redelijkheid tot de genomen maatregel heeft kunnen komen. Daarbij past de rechter aanmerkelijke terughoudendheid. Alleen indien het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat [eiser] aan het besluit van NOC*NSF zou zijn gebonden, is er plaats voor rechterlijk ingrijpen, ( ).
-
4.9. De vraag resteert of NOC*NSF de maatregel van uitsluiting van deelname in de gegeven omstandigheden in redelijkheid heeft kunnen nemen. Voorop staat dat deze maatregel [eiser] bijzonder zwaar treft. Na jarenlange voorbereiding is hem de mogelijkheid op een Olympische finale ontnomen terwijl dat waarschijnlijk zijn laatste kans daarop was. Voor [eiser] is het missen daarvan ongetwijfeld een persoonlijk drama. Iedereen, inclusief NOC*NSF, had hem in die finale willen zien uitkomen. 
-
Met de terughoudendheid die bij de rechterlijke toetsing in een geval als dit moet worden betracht, kan echter niet worden gezegd dat NOC*NSF in redelijkheid niet tot deze maatregel heeft kunnen komen. 


******
Commentaar
De uitspraak is er een 'uit het boekje'. Er is niets op aan te merken. Een tweetal essentiële passages heb ik hierboven geciteerd en de belangrijkste gedeelten daaruit nog eens gecursiveerd.

De advocaat heeft dit allicht geweten en Yuri hiervan in kennis gesteld. Maar begrijpelijkerwijs Yuri niet van dit geding kunnen afhouden. Niettemin vind ik dat de advocatuur zich in het algemeen zou moeten verplichten tot No Cure No Pay. Zoals het nu gaat ligt het risico altijd bij de cliënt  die, ongeacht de uitslag, de volle mep moet betalen.

De complete uitspraak staat hier.

2 opmerkingen:

  1. Het nadeel van No Cure No Pay is dat advocaten dan geneigd zullen zijn alleen de zaken te behandelen waarvan zij bijna zeker zijn dat ze die zullen winnen. De moeilijke gevallen blijven liggen. Daarom ben ik tegen No Cure No Pay.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. M.i. een kwestie van tarifering. Uitgangspunt is basishonorarium; vervolgens No Cure No Pay.

      Verwijderen