Let wel, Gelderse Neeltje woonde ook niet in Gelderland!
https://www.youtube.com/watch?v=jq42AdL6NP4
'Maar het is al wat ik U vraag; wat voor een weer zal het zijn in Den Haag.'
https://www.youtube.com/watch?v=4ayYAwy-Wnw
En voor iedereen: Mazzel en broghe,voor de hele misjpoge!!
Op dit weblog geen dierproeven en proefdieren, maar diverse andere onderwerpen. Voel je vrij te reageren, bij het bericht hieronder of mail aan edb631@gmail.com
maandag 29 februari 2016
zondag 28 februari 2016
Bestuursrecht als fopspeen
.De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State als
stille knecht van de regering
De meeste politici worden er niet koud of warm van. Burgers,
voor zover ze er al van op de hoogte zijn, evenmin. Totdat ze zelf een keer een
verschil van mening hebben met de overheid. Dan moeten ze beroep of hoger
beroep instellen bij…….. de adviseur van de regering. En dan moeten ze geloven
dat er onafhankelijk recht wordt gesproken.
Die adviseur is de Raad van State.
Nu heeft de Raad van State twee afdelingen. De ene afdeling adviseert en de
andere spreekt recht in bestuurszaken. Die scheiding is aangebracht omdat het
Europese Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat de Raad van State niet
voldeed aan de eisen die je aan onafhankelijke rechtspraak mag stellen. Maar de
aangebrachte scheiding is slechts cosmetisch. De ‘staatsraden’ van de Afdeling
advisering zijn namelijk precies dezelfde als die van de Afdeling
bestuursrechtspraak: de ene dag adviseren ze de regering en de dag daarna
figureren ze als rechter.
Met andere woorden: onafhankelijke rechtspraak in
kwesties waarin de burger het moet opnemen tegen de overheid is een illusie. De
hoogste adviseur van de regering mag uitmaken of de burger een zaak heeft.
Doorgaans wordt het beroep dus ongegrond of niet-ontvankelijk verklaard.
Maar het is nog erger. Je zou verwachten dat er alleen recht
wordt gesproken door professionele rechters, die niet in allerlei (politieke)
netwerkjes zitten. Maar bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State is dat niet altijd het geval. Daar treffen we namelijk ook
ex-burgemeesters aan (bijvoorbeeld Deetman, die overigens geen jurist is) en
ex-ministers (de net benoemde vice-voorzitter Donner). Meerdere prominente
politici werden aan het eind van hun politieke carrière beloond met een baantje
bij de Raad van State. En die baantjes werden en worden evenredig verdeeld
onder de grote gevestigde politieke partijen, zodat er daar weinig behoefte aan
bestaat een eind te maken aan deze politieke rechtspraak. En ook hoogleraren
treffen we er aan. Van elke juridische faculteit wel één. Heel slim, want dat
is natuurlijk de beste manier om ervoor te zorgen dat de rechtspraak van de
Raad van State niet al te kritisch wordt gevolgd door universitaire
rechtsgeleerden. Premier Mark Rutte heeft Herman Tjeenk Willink bij diens
afscheid als vicepresident van de Raad van State geprezen als ‘de grote stille
knecht’. Een uitstekende typering, die geldt voor de Raad van State in het
algemeen en met name voor de afdeling bestuursrechtspraak.
Het bestuursrecht is nog niet zo oud en werd in de vorige
eeuw ontwikkeld om de burger te beschermen tegen onrechtmatige
overheidsbesluiten. Inmiddels heeft het zich echter zodanig ontwikkeld dat de
overheid effectief wordt beschermd tegen burgers. In het gros van de gevallen
wordt het beroep namelijk afgewezen en vaak om allerlei heel flauwe, niet ter
zake doende (procedurele) redenen. Het huidige bestuursrecht is daarom niet
meer dan een fopspeen. Je geeft de burger de illusie dat er onafhankelijk recht
wordt gesproken, geleerde rechters doen alsof ze luisteren en de dossiers
bestudeerd hebben en de burger slooft zich verschrikkelijk uit om zijn
argumenten zo goed mogelijk naar voren te brengen. Maar in de meeste gevallen
staat het bij voorbaat vast dat hij in het ongelijk wordt gesteld en niets
bereikt. Maar hij heeft dan elk geval het gevoel er alles aan gedaan te hebben
en dat maakt het wat makkelijker te dragen dat hij in het ongelijk is gesteld.
Dit systeem geeft de overheid bovendien de mogelijkheid tegen de burger te
zeggen: de onafhankelijke rechter heeft gesproken, nu moet je redelijk zijn en
je bij ons besluit neerleggen.
Zo af en toe gaan er stemmen op om de bestuursrechtspraak
weg te halen bij de Raad van State, zodat die alleen nog maar adviseert aan de
regering. Maar als het erop aankomt, is daar geen meerderheid voor, want
politieke partijen zijn zuinig op de baantjes waar ze trouwe partijgenoten mee
kunnen belonen. En waarschijnlijk vinden ze het ook eigenlijk wel beter als
bestuursrechters en staatsraden zich opstellen als de grote stille knecht van
de overheid.
Kees van Oosten
http://www.keesvanoosten.nl/bestuursrecht-als-fopspeen/
zaterdag 27 februari 2016
Claire Goll (1890-1977)
Claire Goll
heeft zich haar hele leven lang omringd met kunstenaars, schrijvers , schilders,
componisten, zoals Freud, Rilke, Mondriaan, Dali, Joyce en Satie. Als 85-jarige
kijkt zij in dit boek, Alles is ijdelheid, terug op haar bewogen leven en vertelt smakelijk over de
beroemdheden. Het is antropologie, kunstgeschiedenis en roddel ineen.
Claire groeit eind 19de eeuw op in Duitsland. Haar ouders zijn
rijk en bewegen zich in hoge culturele milieus. Haar moeder is vreselijk, een
echte sadist. Zij voedt haar dochter streng op: “Alleen met lichaamsstraffen
kunnen we kinderen dresseren en ze leren van goede muziek te houden. “
De enige manier
om hieruit te ontvluchten is trouwen. Zij raakt zwanger van haar minnaar
en ontvlucht het huis. Het wordt er niet beter op. De man blijkt een losbol,
die weinig om haar geeft. Zij verlaat hem, maar moet haar kind
achterlaten. In het hele boek wordt het kind niet meer genoemd. Ik denk dat zij
het nooit meer heeft gezien. Haar eigen moeder komt nog wel af en toe
voorbij. Claire is keihard in haar oordeel en is niet geschokt als zij na de
oorlog hoort dat zij vergast is.
Tijdens de
Eerste Wereldoorlog woont Claire in Zwitserland. Zij ontmoet hier haar
latere man, de dichter en toneelschrijver Yvan Goll, en zal de rest van haar
leven, weliswaar met enkele tussenpozen, bij hem blijven.
In Zwitserland
maakt zij het zgn. ontstaan van Dada mee. Claire Goll benadrukt een paar maal
dat achteraf er een belangrijke gebeurtenis van is gemaakt. Zij zat er middenin
en iedereen was gewoon met van alles bezig zonder zich om principes en
stromingen te bekommeren. Later is de geschiedenis herschreven en werd Dada een
stroming.
Het leuke van Alles
is ijdelheid zijn de vele
ontmoetingen en beschrijvingen van beroemdheden. Claire ontmoette Jung en vatte
zijn persoonlijkheid samen met “een joviale baas die beschikte over een grote
luciditeit en wendbaarheid van geest en een enorm vermogen tot poëtische
synthese, maar zoals alle psychiaters die ik heb gekend, was hij megalomaan en
getikt.”
Later begon zij
een verhouding met de teruggetrokken Rilke. Hij leefde in een volstrekt
afgesloten wereld. Zelfs in zijn geest liet hij niemand toe. Hij was soms
bezeten van angst en leefde min of meer vegetatief. Hij overwoog de
psychoanalyse maar zei: “Nooit laat ik in mijn hersenen graven. Ik wil m’n
complexen behouden.”
Na de eerste
wereldoorlog verhuizen Claire en Yvan Goll naar Parijs, waar het gonst van
activiteit. Zij storten zich in het culturele milieu. Voortdurend zijn er
tentoonstellingen en acties. Dadaïsten, surrealisten, futuristen etc. maken aan
de lopende band ruzie met elkaar en verstoren elkaars manifestaties.
In Parijs wordt
het polygame karakter van Yvan steeds duidelijker. Elke avond, terwijl Claire
vroeg in bed ligt, gaat hij op jacht. Hij raakt zoals Claire het beschrijft
door demonen bezeten en gaat op strooptocht. Ook belaagt hij haar vriendinnen
“Geen rok is ooit bij mij over de vloer geweest zonder dat hij heeft geprobeerd
de draagster op haar rug te krijgen.” Een pagina verder klaagt Claire dat haar
man nog een onhebbelijkheid heeft: “Hij dreef me voortdurend in de armen van
andere mannen.”
In een volgend
hoofdstuk trekt zij van leer tegen feministen. En volgens haar hebben vrouwen
nooit iets gepresteerd in de kunst.“ Maar tegelijk: “Voor niets ter wereld zou
ik de gelijke van de man willen zijn.”
De vriendschap
met Joyce wordt door Claire Goll heel mooi beschreven. Joyce was een schrijver
die volledig en uitsluitend met zijn werk bezig was. Zij en haar man gingen
vaak bij Joyce eten. Zijn vrouw Nora was de onderdanigheid zelf. Tijdens het
eten sprak Joyce geen woord, maar af en toe bedacht hij iets en moest in
zichzelf lachen. Hij kende vele talen en was enorm geïnteresseerd in de
oorsprong van woorden. Maar: “Van zijn gecompliceerde denkwereld kwam in de
gesprekken nooit iets aan de oppervlakte.” Na het eten wilde hij muziek maken.
Altijd dezelfde aria. Claire werd er gek van. Met de twee kinderen van Joyce
liep het slecht af. Zijn dochter werd gek en belandde in een gesticht. Zijn
zoon raakte aan de drank en verpatste zijn manuscripten.
In de jaren 30
stroomt Parijs vol Duitse vluchtelingen. Ze hebben geen kans en reizen veelal
door naar Amerika. Zelf vluchten Claire en Yvan in 1939 naar New York, vlak
voordat de oorlog uitbreekt. De overtocht duurt 11 dagen. Zij leren o.a.
Mondriaan kennen en gaan om met Salvador Dali. Eerst heerst er een soort
bevrijding in Amerika, later komen de geldproblemen. Veel kunstenaars, ook
Claire en Yvan, wonen een tijdje in een kunstenaarskolonie. Deze worden
betaald door rijke Amerikanen, maar de regels zijn er behoorlijk streng. Het
lijkt meer op een soort kostschool, waar kunst gemaakt moest worden.
Yvan wordt op
een gegeven moment ongeneeslijk ziek. De
oorlog is voorbij en het stel gaat in 1947 naar Europa terug. In armoede takelt hij langzaam
af in een Parijs hotelletje. Na zijn dood in 1950 verandert haar leven.
Claire krijgt
onverwachts een erfenis en kan weer rondkomen. Op 76-jarige leeftijd begint ze
een verhouding met een 20-jarige kerel. Hij is nogal seksueel actief,
slaat haar soms tijdens alle opwinding en leert haar voor het eerst van haar
leven klaarkomen. Claire is er gelukkig mee.
Alles is ijdelheid is een mooi boek. Het geeft een prachtig tijdsbeeld. Vooral als je meer
wilt weten over het kunstenaarsmilieu in het interbellum is dit een aanrader.
Of alle verhalen helemaal op waarheid berusten kan ik niet beoordelen. De
anekdotes en achterklap lezen in ieder geval goed weg.
Alek Dabrowski
***
Commentaar
Een aangrijpend boek. Haast
niet na te vertellen doordat er zoveel in staat, bijna 400 blz. Bovenstaande
bespreking geeft wel een redelijke indruk ervan.
Inderdaad komt dochter
Dorothea (‘Doralies’) in het hele boek niet meer voor. Net zo opvallend is dat
nergens melding gemaakt wordt van sigaretten terwijl het in die kringen toch
geregeld blauw van de rook moet zijn geweest.
Genoemde erfenis, zowel van haar
ouders als van haar ex-man, viel haar pas toe op 70-jarige leeftijd. Niet
zonder slag of stoot trouwens. De belasting wilde hem haar weer grotendeels
afnemen. Ten einde raad zocht ze haar oude kennis André Malraux op, die het waarachtig
voor haar opnam en de belastingdienst verzocht de jacht op Claire te stoppen.
Dit werd geaccepteerd door het hoofd van die dienst, Valérie Giscard d’Estaing.
Intussen had Claire na de
dood van haar man zeker 10 jaar in bittere armoe geleefd. Het hele boek door is
er trouwens sprake van geldgebrek.
Piet Mondriaan, in New York, hield
van dansen. Hij kocht er speciaal een kleedje voor om zijn parket niet te
beschadigen.
Eigenlijk ontmoet Claire
haast alleen maar nare mannen (en vrouwen: Alma Mahler; Helena Rubinstein). Een van hen, hierboven niet genoemd, is Marc Chagall. De vleesgeworden gierigheid. Zijn
40 jaar jongere vrouw Virginia loopt van hem weg.
De grafsteen van beide Golls
op Père Lachaise in Parijs is overigens door Chagall voorzien van een gravure.
Als joden vluchtten zij
tweemaal voor de Duitsers; eerst naar Zwitserland (WO I), toen naar New York
(WO II). Om hun verblijfsvergunning in de VS te verlengen moesten ze vanuit New
York ook nog een reis naar Guadeloupe maken.
Haar man, Yvan Goll, werd in
1891 geboren als Isaac Lang, nabij de Frans-Duitse grens: Elzas-Lotharingen. Hij
gebruikte in de loop van zijn leven 15 pseudoniemen maar is het bekendst
gebleven onder de naam Goll. Claire werd in 1890 in Neurenberg geboren als Clara
Aischmann.
Ze is oud geworden. Een leuk
leven was het zeker niet. Anderzijds: het was een gevuld leven. Never a dull
moment!
Oorspronkelijke titel: Ich
verzeihe keinem. Eine literarische Chronique scandaleuse unserer Zeit.
(La Poursuite du Vent, 1976)
vrijdag 26 februari 2016
Evolutie en de bijbel
Gedrags- en evolutiebioloog
Carel van Schaik is expert op het gebied van de orang-oetan die hij observeert
in Indonesië, maar voor ‘het oerboek van de mens’ ging hij samen met historicus
Kai Michel op een reis door de bijbel, van het Hof van Eden tot de heuvels van
Jeruzalem.
Ze ontdekten verrassende
betekenissen en kwamen tot een nieuwe visie op de culturele ontwikkeling van de
mens. De evolutie en de Bijbel komen samen in een zoektocht naar wat het
betekent mens te zijn.
Gelinkt aan de publicatie van
Jared Diamond, Zwaarden, paarden en ziektekiemen.
Zoals de meeste interviewers
is presentator Coen Verbraak bang voor stiltes. Dat maakt het interview enigszins
gejaagd. Het credo van veel interviewers is: een gast laat je niet uitspreken.
Onder geen beding.
Het ontbreekt bij NTR aan
regie, leiding.
Niettemin is wat Van Schaik te
zeggen heeft de moeite waard:
Haagsche Hennie verhuisd ?
Wat leuk dat Haagsche Hennie weer op vrije voeten is en weer de beschikking heeft over een pc.
Benieuwd naar de betekenis en achtergrond van 'kibbezoeb-versjteerder'.
maandag 22 februari 2016
Zwanen
Ik loop naar huis met de boodschappentas aan de hand en zie rechts een eenzame zwaan. Vreemd, meestal zijn ze met z’n tweeën. Hij
heeft zijn vleugels iets uitstaan, opwaarts. Kijkt niet op of om, peddelt
rustig voorwaarts.
Dan zie ik aan de andere kant ook zwaan nr. 2. Laat ik haar het vrouwtje noemen. Er zit een bruggetje tussen de twee, en de afstand bedraagt toch al gauw een paar honderd meter, ze kunnen elkaar niet zien. Maar het vrouwtje maakt tempo. Ze buigt haar nek een stukje om onder het bruggetje door te kunnen. Ik blijf staan om te zien hoe het afloopt.
Er zit een bocht in de sloot, en even voorbij de brug is een kruispunt van sloten. Daar blijft het vrouwtje drijven. Ze moet het mannetje nu kunnen zien. Of vergis ik me en weet ze niet in welke richting verder te gaan? Het wordt spannend.
Dan zie ik toch het mannetje in de verte omkeren. Blijkbaar ziet hij nu zijn partner en ja hoor, hij komt uit het water en met grote wiekslagen vliegt hij recht op haar af! Zwemmen duurde wel te lang. Vlak voor haar smakt hij in het water. Het vrouwtje blijft rustig liggen, niet geschrokken. Hij zwemt nog iets dichter naar haar toe en de hoofden raken elkaar. Verbluffend staaltje zwanenliefde. Niet eerder meegemaakt.
Dan zie ik aan de andere kant ook zwaan nr. 2. Laat ik haar het vrouwtje noemen. Er zit een bruggetje tussen de twee, en de afstand bedraagt toch al gauw een paar honderd meter, ze kunnen elkaar niet zien. Maar het vrouwtje maakt tempo. Ze buigt haar nek een stukje om onder het bruggetje door te kunnen. Ik blijf staan om te zien hoe het afloopt.
Er zit een bocht in de sloot, en even voorbij de brug is een kruispunt van sloten. Daar blijft het vrouwtje drijven. Ze moet het mannetje nu kunnen zien. Of vergis ik me en weet ze niet in welke richting verder te gaan? Het wordt spannend.
Dan zie ik toch het mannetje in de verte omkeren. Blijkbaar ziet hij nu zijn partner en ja hoor, hij komt uit het water en met grote wiekslagen vliegt hij recht op haar af! Zwemmen duurde wel te lang. Vlak voor haar smakt hij in het water. Het vrouwtje blijft rustig liggen, niet geschrokken. Hij zwemt nog iets dichter naar haar toe en de hoofden raken elkaar. Verbluffend staaltje zwanenliefde. Niet eerder meegemaakt.
zondag 21 februari 2016
Blindengeleidehond: > vervangen! <
Het gebruiken van honden – en andere dieren - in dienst van
de mens is verwerpelijk, het is misbruik. Domesticatie impliceert niet: instrumenteel
gebruik. Een hond heeft een eigen (intrinsieke) waarde en dient zoveel mogelijk
naar zijn aard te kunnen leven. Dat is voor de hond als huisdier tegenwoordig
al moeilijk genoeg. De ruimten waar hij zich mag uitleven zijn door de
gemeenten tot het uiterste beperkt.
Het geïnstitutionaliseerde misbruik van de blindengeleidehond bestaat al lang, het aantal mensen dat er zijn brood mee verdient is groot. De
kapitalen die in dit wereldje omgaan, zijn dat eveneens. Iedereen is wel eens
geconfronteerd met de agressieve marketing van deze instituten. Dus je kunt dat
misbruik aan de kaak stellen, maar om het de wereld uit te krijgen is (veel) meer
nodig. Mensen in de organisaties die hiermee hun brood verdienen, verzetten
zich met hand en tand tegen de moderne tijd!
Het opleiden van dergelijke honden is een langdurig en
kostbaar traject. Daarbij gaat de investering niet lang mee, een hondenleven is
betrekkelijk kort, en het dier wordt al vroegtijdig afgedankt. Een en ander
brengt met zich mee dat ook de aanschaf van zo’n dier qua prijs niet voor
iedereen weggelegd is. Ik zie ze gelukkig ook niet zoveel meer. Ontwikkelingen in de oogheelkunde dragen hieraan bij.
Zoals voor ieder misbruik van dieren geldt: vervangen door
technologie! Daar wordt al vele jaren wereldwijd aan gewerkt. Een mooi
voorbeeld is te vinden in eigen land: de I-Cane Mobilo. Ook niet goedkoop, maar
gaat wel levenslang mee!