woensdag 25 januari 2012

Couperus in De Steeg

In 1923 vestigde Louis Couperus zich in De Steeg, nabij Rheden, in een door vrienden en bewonderaars aangeboden huis, waar hij enkele weken later in juli 1923 op zestigjarige leeftijd overleed aan longvliesontsteking en bloedvergiftiging.

Een bezoeker in De Steeg schreef het volgende:
"En daar is Brinio, de hond, gespannen wachtend in zijn ruimen kennel, dat de baas, de speelsche, levenslustige baas, hem zal komen halen voor een wandeling in de bosschen. Het is een prachtige Duitsche herder en de groote vreugde van Couperus' Geldersche retraîte.
Dan maakten we ons gereed voor nog een korte wandeling in de bosschen...

Mijn gastheer trok een paar stevige schoenen aan, glimlachend over dit toiletmaken in het openbaar, zoo maar sans-gêne (“wat zegt u wel van dien verfijnden Louis Couperus?”), een jas werd te voorschijn gehaald, die er tegen kon, en een sportpet en de karwats... en dan stond Brinio daar al te wachten, nauw in toom gehouden door den ouden tuinman en sprong tegen den baas op, dol in het vooruitzicht van de wandeling en maakte in een ommezien zijn meesters jas van geel tot modderig zwart. “Foei Brinio... foei. Zoo'n hond toch!” En daar gingen we. Mijn gastheer dravend voor mij uit, stoeiend met den uitgelaten Brinio om een been, om een stokje, dat hij apporteeren moest en niet los wou laten."

***
In 2006 kwam het Haagse 'Louis Couperus Genootschap' in actie in actie, bij monde van Jeroen ter Schure:

"Rheden, de laatste woonplaats van Couperus, is werkelijk een prachtige gemeente. Het ligt tussen de uitgestrekte bossen van de Veluwe en de lager gelegen IJssel. Op deze heuvelrug heeft men een indrukwekkend uitzicht over de rivier en zijn uiterwaarden en het daarachter gelegen land. Het is te begrijpen dat Louis Couperus hier graag kwam.

Met deze kennis ben ik enkele jaren geleden, tijdens een fietstocht met mijn vrouw van Zutphen naar Arnhem, op zoek gegaan naar het monument van Couperus in De Steeg, dat er ongetwijfeld zou moeten staan. Toen ik het eindelijk tot mijn grote opluchting gevonden dacht te hebben, bleek het Carmiggelt en zijn vrouw te zijn. Tot op heden ben ik daarover ontstemd. 

Enkele jaren later heb ik alsnog tussen de struiken van een voortuin een klein bordje gevonden dat zegt dat daar vroeger het huis van Couperus heeft gestaan. Ontroerend is wel dat het nieuwe huis ook de naam ‘t Sunneke heeft gekregen.

Fietsen door De Steeg, zonder herinnering aan Couperus, is kijken door de ogen van Cornélie, de vriendin van Duco: ‘Zij zag nooit de ruïnes verheerlijkt als hij het deed in zijn urenlang gedroom in Forum en op Palatijn. Een schilderij zag zij alleen maar met het oog van een leek’. (VW 16, p.51) 

Het dorp heeft dan geen karakter, geen ziel. De gemeente Rheden heb ik daarom dringend verzocht een monument van Louis Couperus te plaatsen. Verschillende medewerkers van de gemeente reageerden daarop enthousiast en adviseerden mij een officieel verzoek in te dienen bij het college van B&W van Rheden. Het college legde dit verzoek neer bij de Alliantie, de Rhedense Stichting die belast is met kunst en cultuur in de gemeente. Deze stichting adviseerde het college negatief. Als motivatie hiervoor gaven zij op: ‘het ad-hoc karakter van het initiatief en de precedentwerking die er van uit kan gaan ten opzichte van andere overleden of nog levende auteurs die ooit in de gemeente Rheden woonden of verbleven.’

Vanzelfsprekend ben ik het niet eens met zowel de uitkomst als met de motivatie. Ten eerste gaat het natuurlijk niet om het karakter van het initiatief, maar om de reputatie van Louis Couperus, die geen verdere toelichting behoeft, en om de reputatie van de gemeente Rheden als dorp van literaire betekenis. Dat laatste kan wel enige promotie gebruiken. Ten tweede ben ik zelf een groot voorstander van een precedentwerking. Graag zie ik dat er net zoveel beelden van literatoren in de gemeente komen als er kastelen staan. Verder verbaas ik mij erover dat Louis Couperus in één adem genoemd wordt met andere auteurs die in de gemeente zijn geweest. Kenners weten dat het hier gaat om één van Nederlands beste schrijvers ooit die in De Steeg gestorven is.

De Alliantie is wel bezig een schrijversroute uit te zetten langs alle literatoren die in de gemeente Rheden hebben gewoond en geleefd. Aan de Alliantie heb ik gevraagd welke speciale plaats Louis Couperus daarin kan krijgen, maar tot op heden heb ik hierover nog geen antwoord ontvangen. Mocht deze schrijversroute niet leiden tot een herkenbaar monument voor Louis Couperus in De Steeg, dan zal een eventueel op te richten stichting ‘Vrienden van Couperus in De Steeg’ dit mogelijk moeten kunnen maken. Als zijn vrienden het 100 jaar geleden voor elkaar kregen een huis te bouwen voor Couperus, dan moeten zij nu in staat zijn een monument voor hem op te richten.

Ik nodig u vriendelijk uit een keer een kijkje te nemen in De Steeg, als het monument er staat. U kunt er dan de sfeer beleven zoals Louis Couperus die beleefd moet hebben, honderd jaar geleden."


Louis Couperus (1863-1923)


1 opmerking:

  1. Aan Louis Couperus kan niet genoeg aandacht worden besteed.

    BeantwoordenVerwijderen