Boeing 737 Royal Air Maroc |
LJN: BW7519,Voorzieningenrechter Rechtbank Haarlem, AWB 12/2583 | |
| |
RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht uitspraak van de voorzieningenrechter van 5 juni 2012 in de zaak van: Stichting De Faunabescherming, gevestigd te Amstelveen, verzoekster, gemachtigde: mr. A.H. Jonkhoff, advocaat te Haarlem, tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, verweerder, gemachtigde: mr. E.C.M. Schippers advocaat te Den Haag derde partijen, Stichting Faunabeheereenheid, gevestigd te Haarlem, N.V. Luchthaven Schiphol, gevestigd te Schiphol-Rijk. ------------------------------------------------------------------ 2. Overwegingen (…) 2.5 Uit gegevens van verweerder, die door verzoekster niet worden bestreden, blijkt dat de omvang van de vogelpopulatie in de omgeving van Schiphol de afgelopen tien jaar is verdubbeld, alsmede dat het aantal overtrekkende ganzen boven de luchthaven toeneemt. Het betreft met name een enorme toename van overzomerende ganzen met als gevolg een toename van het aantal zogeheten baankruisingen (vlucht van ganzen over de start- en landingsbanen van Schiphol).
De zogeheten bird strike ratio (het aantal vogelaanvaringen per 10.000 vliegbewegingen) is toegenomen van 5,5 in 2007 naar 7,2 in 2010. Als streefnorm wordt een ratio van 4 gehanteerd.
Niet in geschil is dat het belang van de veiligheid van het luchtverkeer rondom Schiphol hierdoor in het geding is. 2.6 In dat licht is er een pakket van maatregelen genomen om de veiligheid te bevorderen. Deze maatregelen betreffen: 1. populatiereductie; 2. beperken van het foerageren van ganzen in de directe nabijheid van de start- en landingsbanen; 3. beperken van de rust- en broedgebieden in de omgeving van de luchthaven; 4. technische maatregelen gericht op radardetectie van vogels en vogelbewegingen. Hiertoe zijn in het verleden reeds diverse ontheffingen verleend voor onder meer het zoeken van ganzennesten, het behandelen van ganzeneieren en de afschot van ganzendoden van ganzen met een geweer en nestbehandeling binnen een 10 kilometer zone rondom Schiphol. Deze maatregelen zijn nog onverkort van toepassing. Daarnaast worden op het luchthaventerrein zelf lasers, gaskanon, knalmunitie, lichtpatronen, akoestische instrumenten, vogelwachters en een valkenier ingezet en is sprake van langgrasbeheer en drainage van het landingsterrein. 2.7 Naar aanleiding van een incident dat plaatsvond op 6 juni 2010 met een Boeing 737 van Air Maroc (foto), waarbij het vliegtuig tijdens de start in aanvaring kwam met overvliegende ganzen, heeft de Onderzoeksraad voor de Veiligheid een onderzoek ingesteld. Het resultaat van het onderzoek is vervat in het rapport van de Onderzoeksraad van november 2011, “Noodlanding na vogelaanvaring – Boeing 737-4B6, Amsterdam Schiphol-Airport, 6 juni 2010”. Hierin concludeert de Onderzoeksraad onder meer het volgende: “6. De aanwezigheid van één of meer vogels, met een grote totale massa in het vluchtpad van een vliegtuig is risicovol voor de vliegveiligheid. Dit geldt in het bijzonder voor ganzen vanwege hun grote massa en omdat zij in groepen vliegen. 7. Het onderzoek heeft laten zien dat partijen die rechtstreeks invloed hebben op vogelbeheer op de luchthaven Schiphol hun mogelijkheden uitgeput hebben. Behalve het vaker sluiten van start- en landingsbanen, ligt verdere reductie van het veiligheidsrisico van vogelaanvaringen op het terrein van andere partijen. 8. Alle betrokken luchtvaart- , landbouw-, vogel- en natuurbeschermingspartijen erkennen het vogelaanvaringsrisico als zodanig en erkennen de noodzaak om dit risico terug te dringen. Hoewel er eensgezindheid is over de te nemen maatregelen, is dat niet het geval voor het effect dat deze maatregelen hebben. Daardoor lopen de opvattingen over de (kosten)effectieve uitvoering van deze maatregelen eveneens uiteen. 9. Vanwege de urgentie voor de vliegveiligheid kan niet worden gewacht op de uitkomst van onderzoeken (pilots) van beheersmaatregelen die effect hebben op de langere termijn en is reductie van populaties van ganzen de meest effectieve korte termijn maatregel. Op langere termijn zou, naast habitatmanagement, verbetering van vogeldetectie- en afschrikkingsmogelijkheden uitzicht op structurele verlaging van het risico van vogelaanvaringen kunnen bieden. […]” 2.8 De Faunabeheereenheid heeft op verzoek van de staatssecretaris voor Infrastructuur en Milieu verzocht om aanwijzing, respectievelijk ontheffing ex artikelen 67 en 68 van de Ffw voor het vangen en doden met behulp van koolstofdioxide van ruiende ganzen (grauwe gans, Canadese gans, nijlgans en brandgans) binnen de zogenaamde 10-kilometerzone rondom Schiphol aangevuld met de werkgebieden van de wildbeheereenheden Zaanstreek, Oostzaan, Waterland en Omstreken en De Dieën tot en met 14 juli 2012. 2.9 Verweerder heeft de Faunabeheereenheid hiervoor – met uitzondering van de brandgans – bij besluit van 31 mei 2012 aangewezen, respectievelijk ontheffing verleend. 2.10 Verzoekster betoogt dat deze maatregel niet effectief is en sprake is van een andere bevredigende oplossing, waaruit volgt dat de het bestreden besluit ten onrechte is verleend. Het doden van ruiende ganzen vergroot de veiligheid van het vliegverkeer niet, nu nieuwe ganzen aangetrokken zullen blijven worden naar de akkers met graanstoppels en graanresten rondom de luchthaven. De meest effectieve maatregelen is, aldus verzoekster, het verplichten van agrariërs om gewassen te telen die ganzen niet aantrekken, dan wel om hen te verplichten direct na de oogst resterend graan onder te werken. Bovendien worden met deze maatregel geen geïsoleerde populaties ganzen gedood, zodat de maatregel reeds hierom niet effectief kan zijn, aldus verzoekster. 2.11 Door verweerder wordt onderkend dat het omliggende (landbouw)gebied minder aantrekkelijk moet worden gemaakt voor ganzen. Om dit te bewerkstelligen is, naast de reeds lopende maatregelen, op 16 april 2012 een convenant afgesloten met onder meer Land- en Tuinbouworganisatie Nederland waarin dit streven is vervat. Zo wordt agrariërs binnen een straal van 6 kilometer vanaf het banenstelsel de mogelijkheid geboden om een 6-jarige overeenkomst te sluiten om, voor een financiële vergoeding, graanresten direct na de oogt onder te werken. Tevens wordt een stimuleringsprogramma opgesteld om direct foerageren rond de banen verder terug te dringen, onder andere door het telen van andere gewassen. 2.12 Met verweerder is de voorzieningenrechter van oordeel dat deze maatregelen het gevaar voor vogelaanvaringen op korte termijn niet wegneemt. Verweerder heeft zich, tevens gelet op de conclusies van de Onderzoeksraad, in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat populatiereductie op dit moment noodzakelijk is en een passende maatregel is en dat er op dit moment geen sprake is van een andere bevredigende oplossing. De stelling van verzoekster dat het geen geïsoleerde populatie van vogels betreft, is geen aanleiding aan te nemen dat de maatregel niet zal leiden tot een reductie van de omvang van de populatie in de nabijheid van Schiphol. (…) 2.21 Gelet op het voorgaande bestaat geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek daartoe wordt derhalve afgewezen. 2.22 Voor een proceskostenveroordeling zijn geen termen aanwezig. 3. Beslissing De voorzieningenrechter: wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F. Miedema, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. Y.R. Boonstra-van Herwijnen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2012. Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. . |
***
Commentaar
Deze zaak lijkt voor de Faunabescherming van aanvang af kansloos. De procedure is voor haar blijkbaar een prestigekwestie.
Het is onbegrijpelijk dat dit al tien jaar voortsukkelt. Het aantal vliegbewegingen van en naar Schiphol is jaarlijks ongeveer 400.000. Dat betekent de acceptatie (streefnorm) van een minimum aantal vogelaanvaringen (bird strike ratio) van maar liefst 160!
En het blijft maar kwakkelen: agrariërs worden nergens toe verplicht maar uitsluitend “de mogelijkheid geboden”; er is (slechts) sprake van een ”stimuleringsprogramma”. Het is allemaal niet te geloven.
Een en ander toont wel duidelijk dat het met de wilde dieren in de lucht gaat het zoals met de wilde dieren op het land: er is geen plaats meer voor ze. De luchtvaart wordt niet alleen steeds intensiever, ook het aantal vliegvelden neemt toe en bestaande vliegvelden worden uitgebreid: Rotterdam, Eindhoven, Eelde, Twente, enz.
Technische voorzieningen aan vliegtuigen (motoren), waardoor een aanvaring geen of minder gevaar vormt, worden niet overwogen.
De Vogelbescherming steunt de Faunabescherming niet. Dat is niet vreemd: de Vogelbescherming is voorstander van grootscheeps afschot, ook buiten de Schipholzone. Zij lijkt in handen van LTO Nederland te zijn gekomen: http://www.vogelbescherming.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/q/ne_id/364
Geen opmerkingen:
Een reactie posten