Door de aanhoudende
berichtgeving over conflicten binnen de fractie en de partij had de kiezer nog
maar weinig vertrouwen in de partij. Mogelijke deelname aan de regering door
GroenLinks was deze keer geen reden om op de partij te stemmen. Hierdoor was de
partij meer dan anders kwetsbaar voor strategisch stemgedrag.
En dat werd nog versterkt
door de strijd tussen Rutte en Samsom. Ook onduidelijkheid over de koers van de
partij droeg bij aan het slechte resultaat. De lijsttrekker heeft het tij niet
kunnen keren. Zij is er niet in geslaagd positie te verwerven die stevig genoeg
was om de kiezer naar GroenLinks te trekken.
De directe verklaring voor
het verkiezingsresultaat zijn de conflicten die binnen de Tweede Kamerfractie speelden
en het gebrek aan eendracht en samenwerking binnen de partij als geheel. In de
partij en de Tweede Kamerfractie bestonden verschillen van inzicht over
zowel de partijorganisatie
als over inhoudelijke kwesties. De fractie die in deze situatie in 2010
aantrad, heeft onvoldoende aandacht besteed aan haar interne cohesie en
onvoldoende tijd gemaakt voor inhoudelijke gezamenlijke standpuntbepaling. Zij
hing als los zand aan elkaar en dit leidde tot de conflicten die uiteindelijk
ook voor de buitenwereld zichtbaar werden.
Dit valt de ervaren leden
van de fractie, met name de fractievoorzitter en de leden van het
fractiebestuur, aan te rekenen. Het fractiebestuur was geen eenheid en had
daardoor in deze situatie niet de vereiste regie. Sterker nog: de toenemende
wrijvingen binnen het fractiebestuur verergerden de situatie aanzienlijk.
De verwijdering tussen de
partij en de Tweede Kamerfractie kwam aan het licht bij de kwestie Kunduz. De
fractie onderschatte de weerstand in de partij op dit dossier. De steun voor de
missie werd door de kiezer ook gezien als steun voor een impopulair kabinet. De
druk die dit dossier op de fractie zette, zorgde ervoor dat de wrijvingen
binnen de fractie nog heviger werden.
In de rest van de partij
was onvoldoende gezag of leiderschap aanwezig om tegenwicht te bieden aan de fractie
of om op te treden toen de fractie intern niet meer functioneerde. Het partijbestuur had onvoldoende politiek
gewicht om een volwaardige partner of tegenmacht te zijn voor de fractie. De
stuurgroep strategie en campagnes (het regelmatige overleg tussen de
voorzitters van de partij, van de fractie in de Tweede Kamer, de fractie in de
Eerste Kamer, van de Europese delegatie en enkele adviseurs) functioneerde
niet.
Pogingen om in de fractie
in te grijpen mislukten. De interne conflicten kwamen aan het licht na de val van
het kabinet, toen een van de fractieleden zich opwierp als tegenkandidaat tegen
de zittend politiek leider. Dit was in de beeldvorming een teken dat er binnen
de fractie geen onverdeeld vertrouwen was in die leider. De weifelende reactie
van het partijbestuur en de kandidatencommissie op deze kandidaatstelling was
gegeven de aandacht van de media inadequaat. Het berokkende de partij veel
schade. Dat het conflict via sociale media werd uitgevochten maakte de zaak nog
erger.
De commissie meent dat de
verdeeldheid in de fractie en de wijze waarop die in de openbaarheid kwam,
maakten dat de verkiezingen al voor de campagne verloren waren.
Dat het functioneren van
de fractie en enkele incidenten de slechte uitslag verklaren, mag niet
verhullen dat er structurele oorzaken ten grondslag liggen aan het slechte
presteren van GroenLinks. Door de populariteit en het succes van de vorige
politiek leider bleven deze
structurele problemen te
lang onaangepakt.
Structurele interne
problemen
De Tweede Kamerfractie
heeft in haar standpuntbepaling te weinig het debat gezocht met de partij en
die partij onvoldoende meegenomen. Het gewicht van de partij ten opzichte van
de fractie is daarbij al jaren tanende.
Het partijbestuur is te
weinig politiek en kan niet als volwaardig sparringpartner van de fractie
opereren. Het partijbestuur heeft daarnaast niet de slagkracht en het doorzettingsvermogen
waar de mediacratie in de 21e eeuw om vraagt. De stuurgroep ‘Strategie en Campagnes’
functioneert bovendien gebrekkig. Daardoor werken de verschillende onderdelen
van de partij langs elkaar heen.
Een ander structureel
probleem is dat er hardnekkige meningsverschillen zijn over of de partij moet functioneren
als kiezerspartij of ledenpartij. Daardoor verloopt de samenwerking tussen de
Tweede Kamerfractie, het partijbestuur en het partijbureau slecht. Dit conflict
is ook breder in de partij zichtbaar. GroenLinks kent leden die sterk
ideologisch bevlogen zijn of zeer inhoudelijk georiënteerd. Daarnaast zijn er
meer kiezers- en mediageoriënteerde groepen. De genoemde groepen verstaan
elkaar slecht en stellen zich door hun bevlogenheid te vaak onverzoenlijk op.
Een en ander leidt tot hardnekkige onvrede en aanhoudende conflicten, waarbij
gepolariseerde groepen de goede omgangsvormen soms uit het oog verliezen.
De commissie constateert
verder dat bij het invullen van belangrijke posities uit een kleine vijver
wordt gevist. Voor de fractie worden mensen van buiten aangetrokken die weinig
geworteld zijn in de partij.
Voor andere functies in de
partij is het lastig kandidaten met gewicht te vinden en vervullen enkelingen onwenselijke
dubbelfuncties. De partij heeft haar politiek personeelsbeleid (scouting van
talent, vorming en scholing van talent en begeleiding van politieke
professionals) met weinig
succes gevoerd.
Voor wat betreft het
aanwijzen van de politieke leider komt de commissie tot het oordeel dat het
niet meer bij deze tijd past om dat in kleine kring te regelen. Voor het kiezen
van een lijsttrekker of voor de tussentijdse opvolging van de fractievoorzitter
moet voortaan een volwaardig referendum met
meerdere kandidaten worden georganiseerd. Een geschiktheidsoordeel van een kandidatencommissie
is daarbij overbodig: we kunnen erop vertrouwen dat de leden
uitstekend in staat zijn een politiek leider te kiezen.
Over de koers van de
partij constateert de commissie dat de partij er vooral last van heeft dat voor
de kiezer onvoldoende duidelijk is waar de partij nu voor staat. Deze
onduidelijkheid heeft een aantal oorzaken. Ten eerste is er de aanhoudende
verdeeldheid binnen de partij over de sociale kwestie. Doordat het debat daarover
niet bevredigend is afgerond, is het voor de partij lastig eendrachtig een
consistente boodschap uit te dragen. Het is zeven jaar geleden dat geïnnoveerd is
in het gedachtegoed op sociaaleconomisch terrein.
Ten tweede roept de hele
partij om een vernieuwend en diepgravend debat op het gebied van duurzaamheid.
Op deze kernwaarde van de partij liggen kansen om te laten zien dat GroenLinks
een ideeënpartij is en aansluiting zoekt bij maatschappelijke bewegingen. Ten
derde kreeg de gerichtheid op regeringsdeelname meer aandacht dan de eigen
waarden en ideeën. Ook dat heeft het verhaal van GroenLinks vertroebeld.
Ten slotte merkt de
commissie op dat GroenLinks (dat met haar groene en internationaal
georiënteerde profiel toch al een buitenpositie inneemt) zich op erg veel
verschillende onderwerpen wil profileren. Deze keuze mag inhoudelijk
verdedigbaar zijn, maar de
accumulatie van veel
verschillende standpunten waar steeds maar weinig kiezers zich in herkennen
maakt de electorale basis wel erg smal. De partij doet er, als zij wil
ontsnappen uit een electorale niche, goed aan consequent nadruk te leggen op
haar kernwaarden, en
focus aanbrengen in de
communicatie daarover na de verkiezingsnederlaag.
Aanbevelingen
Als GroenLinks weer een
goed resultaat wil boeken moet:
• er een bestuur worden aangesteld met de slagkracht,
doorzettingsmacht en het politiek gewicht om een gelijkwaardige sparringpartner
voor de Tweede Kamerfractie te zijn;
• het debat over enkele beeldbepalende issues worden gevoerd
zodat de partij weer eendrachtig naar buiten kan treden met een duidelijk
verhaal;
• de strategische aansturing van de partij op orde worden
gebracht, zodat de partij slagvaardig kan optreden in de mediacratie van de 21e
eeuw;
• de partij zich omvormen tot open debatpartij, waarbij het
bestuur de voorwaarden schept en de fractie het debat met de leden actief en zo
tijdig mogelijk aangaat;
• de partij inzetten op professioneel politiek personeelsbeleid:
het scouten, werven, opleiden en begeleiden van politiek talent;
• de partij haar lijsttrekker of, bij tussentijdse opvolging,
fractievoorzitter in de Tweede Kamer voortaan kiezen via een referendum met
meerdere kandidaten;
• GroenLinks investeren in een onderscheidend profiel op de
onbetwiste kernwaarden van GroenLinks: groen en links;
• de partij kiezen voor een sterkere externe oriëntatie,
door meer het contact te zoeken met de kiezer en met maatschappelijke
organisaties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten