Davylamp.
De
veiligheidslamp is het middel, dat de mijnwerker ter beschikking staat
om
ergens mijngas aan te tonen en de hoeveelheid ervan ongeveer te bepalen.
De lamp was ook een dankbaar statussymbool. De beambten hadden een
koperen of
messing lamp, dikwijls iets kleiner uitgevoerd. De arbeiders hadden een
massieve
ijzeren uitvoering. Hoge beambten gebruikten een vernikkelde messing
lamp.
De principiƫle werking van deze mijnlamp berust op het hoge
warmtegeleidingvermogen van het koper waaruit de gaaskap is gemaakt.
Bij
aanwezigheid van mijngas, zal dit in de lamp gaan branden. Boven het vlammetje
van de lamp zal zich een lichtblauwe kegel (mijngasvlam) vormen, die langer is
naarmate er meer mijngas in de lucht aanwezig is. Aan de hand van de lengte van
deze vlam, kan de mijnwerker het globale mijngaspercentage vaststellen.
Het
brandend mijngas in de lamp kan niet door de gaaskap heenslaan, omdat de hitte
van de vlam wordt afgevoerd door het kopergaas. De temperatuur van de naar
buiten tredende verbrandingsgassen is hierdoor sterk afgenomen, en niet hoog
genoeg meer om het gas buiten de lamp te ontsteken.
Bij een mijngaspercentage van meer dan 14% zal de lamp geheel
doven door gebrek aan zuurstof.
Voor
de veiligheid is de gaaskap meestal dubbel uitgevoerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten