donderdag 12 januari 2017

Henriette Boas (1911-2001)




Pauline Micheels schreef een mooie biografie over Henriette Boas (‘Jetty’). Het is beknopt maar geeft m.i. wel de hoofdzaken uit dit drukke leven. Het zal bekend zijn dat Jetty drie (of meer) ingezonden brieven per week schreef – op de typemachine. De computer heeft ze niet meer gebruikt.

Het is ook een lichtelijk vermoeiend boek, omdat het bol staat van de meningen die Jetty over van alles en nog wat had – zij het beperkt tot een relatie met het jodendom en de staat Israël.

In Israël kon deze classica niet aarden, d.w.z. geen werk vinden, ondanks dat ze de taal sprak. Ze schreef ook daar veel voor kranten en tijdschriften maar werd daarvoor slecht betaald. Overigens heeft ze het land geregeld bezocht. Een broer van haar vestigde zich er wel met zijn gezin. 



Er komen weinig of geen mensen in het boek voor met wie ze geen ruzie had. Abel Herzberg lijkt zowat de enige te zijn voor wie ze respect had. Ze vond eindelijk vast werk als lerares aan het Haarlemmermeerlyceum in Badhoevedorp, waar ze het tien jaar volgehouden heeft, tot aan haar pensioen.



‘De Dikke Man’ (Ischa Meijer) noemde haar in een column een bijkans systematisch verslonsde vrouw, een intellectuele clochard. Hij schrijft verder: ‘In haar heeft zich die naar particulier terrorisme neigende manie van de Ingezonden Brief ontwikkeld. Met welke inzet creëerde zij die niet aflatende stroom van epistolaire verongelijktheid, verachting, woede, smart? (…)

Nu ontwaarde hij, terwijl zij zat te lezen en met rode ballpoint aantekeningen maakte, een bepaald type gezagdrager, ‘De Leraar’, met zijn volgevreten zelfgenoegzaamheid, volmaakt tevreden, verheven boven alles en iedereen. Een schooljuffrouw die – helaas, maar wel prettig – alle, alle mensen een onvoldoende moest geven.”



Henriette Boas veroordeelde Weinreb, en was dus tegen Renate Rubinstein (‘Tamar’) en Aad Nuis. W.F. Hermans waardeerde haar.

Ze had een hekel aan de cultus rondom Anne Frank en Etty Hillesum. Ze wilde niet dat joden een slachtofferrol aangemeten kregen. Hierbij kan een rol gespeeld hebben dat zijzelf noch haar familie oorlogsslachtoffer geweest zijn. Zelf kon ze, bij het uitbreken van de oorlog, vanuit Parijs via Bordeaux ontkomen naar Londen, waar ze zeven jaar gewoond en kantoorwerk gedaan heeft. Haar vader was al overleden; moeder, broers en zuster overleefden in Theresienstadt.

Ze werd bijna 90 jaar en overleed in juni 2001. De verschrikkingen van 11 september heeft ze niet meer hoeven beleven.



***

Pauline Micheels, De waarheidszoekster – Henriette Boas, een leven voor de Joodse zaak (Boom; 2016)

1 opmerking:

  1. Een kleurrijke vrouw. Jammer dat ik haar persoonlijk niet heb gekend.

    BeantwoordenVerwijderen