dinsdag 30 april 2013

Airbus van Air France stort in oceaan (2009)

Veel verbazender ongelukken als in 2009 boven de Atlantische Oceaan zullen we niet gauw meemaken (is te hopen). Het toestel was van modernste makelij - Airbus 330 -  en de maatschappij, Air France, allesbehalve obscuur. Het verdween op een moment boven zee dat geen communicatie met het vasteland mogelijk was, tussen Brazilië en Afrika. Het moest neergestort zijn in de oceaan, met 228 inzittenden aan boord.
 
De zoektocht was uitermate moeilijk en duurde twee jaar. Brokstukken bleken op 4 km diepte te liggen, waar een druk heerst van 400 bar. Het onderzoek op deze diepte, en op een oppervlakte ter grootte van Zwitserland, gebeurde met onbemande duikbootjes; de gehele operatie heeft meer dan 30 miljoen euro gekost.
 
Een bom was het eerste waaraan gedacht werd. Een vliegtuig valt niet zomaar uit de lucht. Ongelukken gebeuren in de regel bij start en landing. Maar uit de brokstukken kon worden afgeleid dat het toestel niet in de lucht geëxplodeerd was.  Er kon zelfs gevonden worden dat het plat op het water terechtgekomen moest zijn. En dus niet met de neus naar beneden.
 
Uiteindelijk werden zelfs de beide zwarte dozen gevonden. Ze bleken nog voldoende in tact, ondanks dat ze zolang in het zoute water hadden gelegen. Hieruit kon het verloop van de rampvlucht worden gereconstrueerd.
 
De gezagvoerder had de besturing overgegeven aan een co-piloot en zelf rust genomen. Zijn plaats werd ingenomen door een derde piloot.
 
En toen gebeurde het. De pitotbuizen, die aan de buitenkant van het vliegtuig de (lucht)snelheid meten, waren verstopt geraakt door ijskristallen. Dit komt vaker voor en herstelt zich vanzelf. Echter: doordat de snelheid op dat moment niet afgelezen kon worden, viel ook de automatische piloot uit, en ging het alarm af.  Het toestel moest nu handmatig gevlogen worden.

EN DAT KONDEN ZE NIET!!!
 
Het was om te beginnen al niet duidelijk wie nu eigenlijk – in afwezigheid van de gezagvoerder - de verantwoording had. Wie vloog er nu eigenlijk: de co-piloot, of de derde piloot?
 
Beide mannen raakten in paniek. Ze wisten niet meer hoe snel ze vlogen. De co-piloot trok de neus omhoog. Dat was de beslissende fout. Op een hoogte van 35.000 voet (ca. 13 km) is de lucht ijl, en kan niet genoeg extra snelheid gemaakt worden. Het toestel raakte overtrokken. Daarop duwde de derde piloot de neus naar beneden, op zichzelf een juiste handeling. Maar dit hielp niet zolang de ander doorging met het omhoog trekken van de neus!
 
De gezagvoerder keerde terug in de cockpit. Toen hij erachter was, wat de fout was, was het te laat.
 
Een ramp te wijten aan een onkunde die de fantasie te boven gaat.

zondag 28 april 2013

Kievitseieren: 't r a d i t i e'

Het is in de Europese Unie verboden kievitseieren te rapen. Friesland heeft echter een uitzonderingspositie op cultuurhistorische gronden.
 
Deze werd echter in 2005 opgeheven na een rechtszaak aangespannen door Stichting Faunabescherming. Geoordeeld werd dat Gedeputeerde Staten van Friesland de ontheffingsprocedure voor het rapen van kievietseieren niet correct had gevolgd.
 
Sinds 2006 is het weer toegestaan om tussen 1 maart en 9 april kievitseieren te rapen.
 
Inmiddels geldt een provinciaal maximum van 5939 geraapte kievitseieren, en een persoonlijk maximum van 15 eieren per persoon. Elke vondst dient te worden gemeld in een sms aan Natuurnetwerk in Vaassen. Een server van NatuurNetwerk stuurt een sms terug om aan te geven of de vinder het ei nog mag rapen.
Voorstanders van het behoud van de traditie stellen dat het rapen niet schadelijk is voor de populatie omdat de kievit goed in staat is een tweede legsel te produceren. Bovendien zorgen kievitsei zoekers voor zogenaamde nazorg, dat wil zeggen dat het nest gemarkeerd wordt zodat boeren het nest kunnen ontzien bij het maaien. Dit wordt o.a. gedaan door stokken bij de nesten te plaatsen of nestbeschermers over de nesten te zetten wanneer er vee in het land loopt. Dit wordt bij alle nesten met eieren gedaan die worden gevonden door nazorgers, zoals die van de grutto, tureluur, scholekster en veldleeuwerik. Dus niet alleen van de kievit. Tegenwoordig wordt er ook steeds vaker gewerkt met zogenaamde stippenkaarten. Dit zijn kaarten van het land van de boer waar nazorg wordt gedaan. Deze kan in de schuur worden gehangen en hierop kunnen de gevonden nesten met eieren aangegeven worden. Op deze manier hoeft er niet altijd nestbescherming geplaatst te worden, wat de nesten zou kunnen verraden bij roofdieren.
 
Tegenstanders stellen daar tegenover dat door steeds vroeger maaien veel van die tweede legsels verloren gaan
 
***
 

Commentaar

Stierenvechten is ook traditie.
Ganstrekken ook. (in Grevenbricht)
Katknuppelen?
 
Zie ook de reactie van de Partij voor de Dieren in Friesland:

http://afdelingfriesland.partijvoordedieren.nl/recent/news/i/7174

Het rapen van kievitseieren

 

Uitspraak Raad van State 2012  

Het college van gedeputeerde staten van Fryslân mocht aan de Bond van Friese Vogelbeschermingswachten een tijdelijke ontheffing verlenen voor het rapen van kievitseieren.

Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 1 maart 2012. Op grond van de ontheffing mogen in 2012 in de periode van 1 maart tot en met 31 maart maximaal 5.939 kievitseieren worden geraapt. Met deze uitspraak is het beroep van de Faunabescherming tegen de ontheffing ongegrond verklaard. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

De Faunabescherming is van mening dat gelet op de slechte 'staat van instandhouding' van de kievit, de vergunning geweigerd had moeten worden. Verder is zij er niet van overtuigd dat de beperkende voorwaarden die het provinciebestuur aan de ontheffing heeft verbonden voldoende waarborgen bieden.

De Raad van State is van oordeel dat 'de staat van instandhouding van de kievit op dit moment niet zodanig is' dat het provinciebestuur geen ontheffing kon verlenen voor het rapen van kleine hoeveelheden kievitseieren. Daarbij biedt het registratiesysteem dat wordt gebruikt, voldoende waarborgen dat er niet meer dan het maximale aantal kievitseieren wordt geraapt, aldus de hoogste bestuursrechter. Zo mogen alleen houders van een eierzoekkaart eieren rapen en moeten zij per sms aan het registratiesysteem laten weten als zij een nest met kievitseieren vinden. De eierzoeker ontvangt dan een bericht terug waarin is vermeld of en hoeveel eieren geraapt mogen worden. Ten slotte mogen de eierzoekers geen nieuwe eieren rapen als zij per sms zijn geïnformeerd dat het maximum aantal is bereikt. De Raad van State heeft verder van belang geacht dat gedurende het raapseizoen 20 tot 25 toezichthouders controles uitvoeren op de naleving van deze voorwaarden.

De Raad van State is echter wel van oordeel dat gelet op de dalende trend in de kievitenstand in de afgelopen jaren, in de toekomst moet worden beoordeeld of het rapen van eieren verder dient te worden beperkt dan nu. Daarbij valt niet alleen te denken aan een beperking in aantallen en in periode, maar ook zal moeten worden bezien of gedurende één of meer jaren geen ontheffing voor het zoeken en rapen wordt verleend.

---------------------------------------------------------------

Rechtbank Leeuwarden, 26-2-2013 

De Provincie Fryslân mocht aan de Bond van Friese Vogelbeschermingswachten (BFVW) voor de periode van drie jaar een ontheffing verlenen voor het rapen van kievitseieren. Dat blijkt uit een uitspraak van de voorzieningenrechter in Leeuwarden. Met deze uitspraak heeft de rechter het verzoek van de Faunabescherming om de te schorsen afgewezen. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Volgens de voorzieningenrechter spitst het geschil zich met name toe op de vraag of met de verleende ontheffing voldoende wordt gewaarborgd dat het aantal geraapte kievitseieren beperkt blijft tot kleine hoeveelheden en of de kievitenpopulatie wordt gehandhaafd op een bevredigend niveau.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat inderdaad het geval is. Hij onderschrijft het standpunt van de Provincie Fryslan dat gelet op de cijfers en de uitleg die blijkens het Gidsdocument aan het begrip "gunstige staat van instandhouding" moet worden gegeven, de afname van de Friese kievitenpopulatie in de periode 1996 tot en met 2011 op zichzelf niet de conclusie rechtvaardigt dat deze populatie niet langer in een gunstige staat van instandhouding verkeert.

De voorzieningenrechter is verder van oordeel dat de provincie een ontheffing voor drie jaar mocht verlenen. De voorzieningenrechter acht deze termijn niet onredelijk lang. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat de cijfers terzake de ontwikkeling van de kievitenstand vanaf 1996 geen aanleiding geven te veronderstellen dat de kievitenpopulatie op korte termijn zodanig zal verminderen dat bij gebruik van de ontheffing handhaving van de populatie op een bevredigend niveau niet zou zijn gewaarborgd. Verder weegt de voorzieningenrechter mee dat verweerder ter zitting heeft aangegeven dat de ontwikkeling van de Friese kievitenstand gedurende die periode door hem zal worden bewaakt en dat zo nodig zal worden ingegrepen door het stellen van nadere beperkingen aan het rapen.

_________________________________________________________

Commentaar Faunabescherming

Onvoorstelbaar… Dat is de eerste reactie bij het horen van de uitspraak van de voorzieningenrechter in Leeuwarden. De Friezen mogen ook dit jaar gewoon weer meer dan 6000 kievitseieren roven.
Het gaat volgens de rechtbank helemaal niet zo slecht met de kievit, de provincie heeft voldoende gedaan om zich op de hoogte te stellen van de situatie. Dat SOVON vogelonderzoek al in juni sprak van een dramatische achteruitgang van de kievitenbroedparen van 18%, daar hoeft de provincie van de rechtbank geen rekening mee te houden. Ook aan het feit dat de provincie zich niet – nooit – houdt aan het voorschrift, zich voor 15 oktober van de toestand van de kievit op de hoogte te stellen en voor 15 februari daaropvolgend met een oordeel daar over te komen, verbindt de rechtbank geen consequenties.
Dat professor Theunis Piersma onomwonden stelt, dat niemand kan volhouden, dat de kievitenstand in Friesland zich in een gunstige staat van instandhouding bevindt, maakt geen enkele indruk op de rechtbank. Wettelijk geldt de verplichting, dat die gunstige staat van instandhouding gehandhaafd blijft. SOVON en CBS stellen vast, dat er sinds 1996 sprake is van een constant matige afname, schommelend tussen de 3,4% en de 2,7% per jaar. Als deze daling door gaat, en er is volgens SOVON niets dat wijst op een trendbreuk, dan is eenvoudig na te gaan dat er omstreeks 2032 (? BW) in heel Friesland geen kievit meer broedt.
En ook ons argument, dat voor de berekening van de toegestane aantallen te rapen eieren geen rekening wordt gehouden met andere onnatuurlijke doodsoorzaken, zoals maaien, mestinjectie, slepen maakte geen indruk. Die berekening is gebaseerd op de aanname, dat een ingreep die niet groter is dan 1% van de jaarlijkse natuurlijke sterfte, niet van grote invloed op de aantallen kieviten zal zijn. Maar onder die natuurlijke sterfte vallen zaken als maaien en mestinjectie uiteraard niet. Alleen deze onnatuurlijke doodsoorzaken zouden wel eens die 1% norm kunnen overschrijden en dan is er helemaal geen ruimte voor het rapen van zelfs maar één kievitsei.

____________________________________________
 

Commentaar


Soms moet je in je vel knijpen om te weten of je waakt of droomt. Vogelbeschermers die het rapen van kievitseieren een goede zaak vinden. Dan denk je toch eerder aan een (kwalijke) grap. Maar nee, in Friesland vinden overheid en burgerij, inclusief vogelbeschermers, het rapen in het broedseizoen van 6.300 eieren een passende vermakelijkheid.

Het doet denken aan de vrienden van de nationale Vogelbescherming die het afschieten van een half miljoen ganzen o.k. vinden.

De rechter oordeelt voorzichtig. Het provinciebestuur heeft dit, op grond van de regelgeving, ‘mogen besluiten’. [Raad van State: 'kunnen besluiten'.]
 
De rechter durft het rapen niet te verbieden, dat is enigszins te begrijpen. Hij oordeelt slechts 'voorlopig', in kort geding; een verbod is een zaak van de politiek. Maar een ontheffing van drie jaar had hij m.i. wel degelijk moeten verbieden. De man wenst de expertise van de Faunabescherming kennelijk niet serieus te nemen. Anders is het niet te begrijpen dat hij niet uitspreekt dat van jaar tot jaar bekeken dient te worden hoe de kievitenstand zich verhoudt.

Erkend moet worden dat de soort robuust is, rekening houdend met het feit dat jaar in jaar uit deze treiterij van broedvogels plaatsvindt. 

Een andere Koffeman


De familie Koffeman heeft iets met jagen.
 
Erik Koffeman beleeft er evenveel lol aan als Nico Koffeman ervan gruwt.
 
Erik is secretaris van een jachtclub in Noord-Brabant, eufemistisch zich noemende "Faunabeheereenheid".
 
Het zijn geen naaste verwanten. (info-Faunabescherming)
 

zaterdag 27 april 2013

vrijdag 26 april 2013

Wandelen rond de plas


Tijdens mijn wandeling rond de plas – 3 km – kom ik twee soorten mensen tegen: de mensen met honden, en de sportieven. De eerste soort is natuurlijk de leukste. Honden mogen er los en ze hebben er met z’n allen de grootste pret.
Ze zijn er in alle maten en soorten.

Veel mensen hebben een rare verhouding tot dieren, tenminste dat vind ik. Wie vele honderden euro’s voor een hond betaalt – geen uitzondering - terwijl de asiels vol zitten, die kan ik niet volgen. Kennelijk gaat het nog zo slecht niet in dit land.
 
De andere soort, de sportieven, is eerder meelijwekkend. Je kunt beter niet naar de bezwete gezichten van joggers kijken, want die drukken vaak groot lijden uit. Dat joggen sowieso slecht is voor de gewrichten is nog tot niet velen doorgedrongen. Maar de orthopeed is geduldig. Echte hardlopers kom je niet tegen.

Dan zijn er de rolschaatsers, bijna allemaal vrouwen. Ze doen het net als de joggers. Joggers lopen niet hard, en zij schaatsen niet. Ze blijven rechtop staan, ook onder de afzet.Op het asfalt glijdt dat toch wel lekker weg.
 
Dat het niettemin riskant is bleek uit het volgende. Een jongetje van een jaar of acht stond bovenaan een helling. Hij was bang om naar beneden te rollen op z’n schaatsen, maar zijn moeder zei dat ze hem zou opvangen. Ik bleef staan kijken. Hij ging los en bleef rechtop staan! Hij kreeg een flinke snelheid en aan het eind van de helling, waar die overging in het vlakke stuk, viel hij, nog voor zijn moeder hem had kunnen opvangen. Zijn hoofd raakte stevig het asfalt (geen helm) maar hij leek met de schrik vrij te komen.

Doordat hij niet met gebogen knieën naar beneden kwam, kon hij de plotselinge overgang naar het vlakke stuk niet verend opvangen. Een pijnlijk lesje.

Dat ben ik...



        Dat gekke ventje op die vacht ben ik.
        Mijn moeder heeft me er zelf zo neergelegd,
        met die vreemd opgekamde kievitskuif.
        Maar ik kijk wel angstig intelligent.

        Dat klopt natuurlijk, want de meeste mensen
        zijn kort na hun geboorte ’t allerslimst.
        Vraag maar eens honderd fotootjes van babies,
        en zie dan wat er later van ze werd.

        Ik heb alleen maar schrijver willen worden.
        Dat kan in ons land nauwelijks, dus heb ik
        veel tijd met slavenwerk moeten verdoen.

        ’t Heeft iets van de krankzinnigheid van een Scott
        of Shackleton: je kan lui in ’t zonnetje liggen,
        en moet zo nodig naar de Zuidpool toe.

***
        C. Buddingh

donderdag 25 april 2013

Einde aan Spaanse hegemonie?

Deze week werd het Spaanse voetbal een zware klap toegebracht. Het Spaanse voetbal staat internationaal al jaren aan de top maar gisteren en eergisteren kregen de clubs uit Madrid en Barcelona zware nederlagen te verduren van Duitse elftallen, uit München en Dortmund. 0-3 en 1-4 zijn niet mis te verstane uitslagen. Overigens komen er nog returns in Spanje.
 

Duits en Spaans zijn hier trouwens relatieve begrippen.  Alle teams zijn een mix van nationaliteiten.  Spanje recruteert graag  Portugezen en Fransen, terwijl Duitse elftallen veelvuldig aangevuld worden met spelers uit Oost-Europa. Zo was de ster van de wedstrijd tegen Madrid de Pool Lewandowski, bijnaam Lewi. (foto) Deze spits in Duitse dienst nam alle vier doelpunten voor zijn rekening!

dinsdag 23 april 2013

Luchtvaart: ‘geen twee vluchten zijn gelijk’

ATR 42-300 tweemotorige turboprop

De beide vliegers zaten in de personeelsruimte te keuvelen en koffie te drinken, en vergaten de tijd. Ze kwamen een half uur na de laatste passagier aan boord. Dat is tegen de regels.
Ze gingen ervan uit dat ze de verloren tijd onderweg wel zouden inhalen. Het was een binnenlandse vlucht van Merida naar Caracas, Venezuela. De gezagvoerder kende de route zeer goed, hij had hem honderden malen gevlogen. Hij zag over het hoofd dat geen twee vluchten gelijk zijn.
Ze moesten wel maken dat ze wegkwamen, want er kwam een ander toestel aan dat ging landen. Merida heeft maar één baan.
 
Ze vertrokken zonder gezamenlijk de gebruikelijke controleprocedure te doorlopen, die bedoeld is om te zien of de machine in alle onderdelen naar behoren werkt. Dat duurt hooguit vijf minuten. Het is haast onvoorstelbaar dat men zich daar niet aan houdt.
 
Het navigatiesysteem was bij vertrek nog niet opgestart. Dat heeft ongeveer drie minuten nodig; daarbij moet het vliegtuig volkomen stilstaan. De gezagvoerder besliste dat men het in de lucht wel zou resetten. Maar dat is praktisch onmogelijk.
Dat lukte dan ook niet en besloten werd dan maar op zicht te vliegen, aan de hand van een eenvoudig kompas. Dat is vliegerij anno de jaren dertig van de vorige eeuw.
 
Er werd afgeweken van de officiële route, die zoveel mogelijk om de bergen heengaat: er werd een kortere gekozen. Niet ongebruikelijk aldaar overigens.
 
Ze kwamen ze terecht in dichte bewolking die hun het zicht benam.
Daardoor moeten ze het spoor volledig zijn bijster geraakt en niet meer geweten hebben waar ze waren. Volledig uit de koers raakten ze, een minuut of zes na de start, een bergtop in de Andes, op 4.200 m hoogte. (Mont Blanc is 4.800 m.)

Alle 46 inzittenden kwamen om het leven. Het gebeurde in 2008.
Merida wordt sindsdien niet meer gebruikt voor commerciële vluchten. 

Een impressie van het gebied en de landing op Merida, hier.


Hero Brinkman

Jurgen Raymann stelt in zijn tv-programma enkele vragen aan gast Hero Brinkman. Helemaal geen makkelijke vragen, daarom worden ze voorgelezen van papier:
 
“Bent u van de melkboer?”

Met deze vraag suggereert Raymann dat Hero een onecht kind is, zoals men vroeger zei.
 
En hij trapt erin!

Brinkman begint aan een exposé om uit te leggen dat dat niet zo is, dat hij echt een kind van zijn wettige vader is, wanneer Raymann hem onderbreekt en vraagt of zijn vader dan geen melkboer was.
 
Dat was hij dus wel. 

Damesfiets

In de krant legt iemand uit waarom een damesfiets geen stang heeft.
 
Een stang versterkt het frame. En passant wordt erop gewezen dat racefietsen een stang hebben, ook die van vrouwen. Dat is niet logisch want een stang maakt de fiets zwaarder.
 
Er mag dan nog nooit iemand door een damesfiets gezakt zijn, een herenstang vermindert de kans dat de trapenergie in de verwringing van het frame gaat zitten.
 
Maar wat het zwaarst weegt in de praktijk van alledag is dat een damesfiets, door het ontbreken van een stang, lichter van gewicht is.

zondag 21 april 2013

Uitvaart


 

        Eigenlijk al van mijn kindertijd af
        denk ik aan mijn uitvaart.
        Ik zou willen dat iedereen dan
        gelukkig was, dat vreemde geluk
        om iets wat te mooi is, wat pijn doet.
 
        Ik heb mij daarbij muziek voorgesteld,
        een klagende hobo van Albinoni,
        of dat ik op een bandje voor jullie
        een stoïsch, dankbaar gedicht voorlas;
 
        maar eigenlijk hoop ik dat het mei zal zijn
        onder hoge beuken, en heel stil,
        en dat dan opeens twee zwartkopjes gaan zingen
        tegen elkaar in. Laat dan niemand spreken,
        want iets mooiers, iets ontroerenders
        bestaat er niet op aarde.
 
---------- 
       
 
 Hans Warren
 
 
 

vrijdag 19 april 2013

Zwarte kat



Zwarte katten in het asiel hebben het niet makkelijk.
 
Door de associatie met ongeluk hebben ze tweederde minder kans om mee naar huis te worden genomen dan witte katten.

Bron: Dat kan geen toeval zijn

dinsdag 16 april 2013

Luchtvaart: oververmoeidheid

Vijf minuten na de start uit Beiroet stort een tweemotorige Boeing 737 in de Middellandse Zee. Alle 90 inzittenden komen om het leven. Het gebeurde in 2010.

De onderzoekers konden geen mankementen aan het wrak van het toestel, een veelgebruikte type, vinden. Er werden evenmin aanwijzingen gevonden voor een explosie of brand aan boord. De verkeersleiding had geen fouten gemaakt.
 
Uiteindelijk kom je dan uit bij de crew. Het viel op dat een rommelig vliegpad (foto) was gevolgd. De eerste bocht was volgens voorschrift van Air Traffic Control. Maar daarna leek het erop of men wilde terugkeren naar het vliegveld. Het weer was slecht, met hevige onweer en regen, en de bergen rond Beirout niet ver weg. De verkeersleiding gaf nog opdracht tot koerswijziging, bevreesd voor botsing met inkomende vliegtuigen.
 
De lichamen van de vliegers konden niet geborgen worden en autopsie was dus niet mogelijk. Van familie werd vernomen dat de gezagvoerder nooit alcohol dronk.
Uiteindelijk werd geconcludeerd tot oververmoeidheid, leidend tot subtle incapacitation’, verminderd bewustzijn. Van de laatste 51 dagen hadden ze er 45 gevlogen. Niet onwettig, maar wel onverstandig.
 
De meeste vliegtuigongelukken zijn te wijten aan menselijke fouten. Zolang mensen vliegtuigen blijven besturen, zolang zal de kans daarop blijven bestaan.
 
***
 

Commentaar

 
De fitheid van piloten wordt beoordeeld door gekwalificeerde keuringsartsen. Volgens een vaste frequentie (welke in wet- en regelgeving is beschreven) worden piloten gekeurd. Indien er twijfel over de fitheid van een piloot bestaat, kan deze frequentie worden aangepast. Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft een taak bij het beoordelen van de keuringsartsen en bij het beoordelen van de kwaliteit van de keuringen. Daarnaast controleert ILT als onderdeel van de steekproefsgewijze vluchtinspecties de fitheid van piloten.
 
 
Luchtvaartmaatschappijen hebben elk een eigen kwaliteitsmanagementsysteem dat ILT door middel van audits controleert. Een van de onderdelen van het kwaliteitssysteem betreft de werk- en rusttijden van piloten. De verantwoordelijkheid voor de fitheid van een piloot ligt bij de piloot zelf. Indien een piloot niet fit genoeg is om te vliegen, zal hij/zij zich ziek moeten melden bij zijn maatschappij. Bij wet is geregeld in welke gevallen dit gevolgen heeft voor de geldigheid van de medische verklaring van de piloot.
 
Op grond van artikel 2.4 lid 7 Wet luchtvaart is een medische verklaring ongeldig gedurende de periode dat de gezondheidstoestand van de houder zodanig is, dat deze niet meer in staat is de werkzaamheden, waarvoor hem een brevet van bevoegdheid is verleend, te verrichten. Het brevet van een piloot kan geschorst worden wanneer een ernstig vermoeden rijst, dat de houder van het bewijs van bevoegdheid:
- niet over voldoende kennis of bedrevenheid beschikt met betrekking tot dat bewijs van bevoegdheid of die bevoegdverklaring;
- bij het verrichten van de hem toegestane werkzaamheden de veiligheid in gevaar kan brengen;
- niet in het bezit is van een geldige medische verklaring.
 
Wilma Mansveld
Staatssecretaris Infrastructuur en milieu
18 jan. 2013

zondag 14 april 2013

Tijgerprint


Dit is .............
 
 
GEEN tijgerprint!
 
 
maar wel...
 
 
........
 
 
 
zebra

zaterdag 13 april 2013

Beatrix : levend fossiel

Naar Angelsaksisch voorbeeld wordt in Nederland tegenwoordig vrijwel overal getutoyeerd. Vrijwel overal worden mensen alleen nog met de voornaam aangesproken. Het past goed bij de platte, vaderlandse cultuur van gelijkschakeling.
 
Daarop bestaat één grote uitzondering, en dat is koningin Beatrix. In de loop der jaren lijkt ze steeds meer gefossiliseerd. Ik weet niet hoe lang ze al hetzelfde kapsel draagt, vermoedelijk al sinds haar jonge jaren.
 
Daar komt bij de manier waarop ze wenst te worden aangesproken. Juliana voelde zich wel bij ‘mevrouw’, maar  dochter Beatrix heeft meer de trekken van haar autoritaire grootmoeder, Wilhelmina. Schrik niet, maar het protocol wil dat Bea aangesproken wordt met Majesteit. Alsof ze van een andere planeet komt.
 
In feite wijst het op haar onzekerheid: die verraadt haar stem bij elke voorlezing.  Abusievelijk geduid als hang naar perfectie.
 
De hielenlikkende media gaan hierin maar al te graag mee. Het is tenslotte commercie. Aldus kan men geregeld horen spreken over “de Majesteit”.
 
"Gelukkig, hij kan af!"
 

Honorering van een spreekbeurt


Een van de wiskundemeisjes (foto) wordt uitgenodigd een spreekbeurt te geven over onverwachte toepassingen van de wiskunde. De organisatie huurt voor het congres een prachtig landgoed en een dure cateraar.
Voor de spreekbeurt bieden ze een envelop met inhoud:  € 150.

Ionica Smeets – zzp’er - rekent even voor wat haar kosten ongeveer zijn, waarbij ze een collega in loondienst als vergelijking neemt. In het kort: 
 
·         Presentatie maken en oefenen;
·         Reis naar het (afgelegen) landgoed;
·         1 uur vooraf aanwezig om techniek te testen;
·         Nazending van presentatie met aanvullende informatie voor deelnemers.
 
Alles bij elkaar kost haar dit minstens twee complete dagen.
Waarbij een honorering van omstreeks € 1.000 passend zou zijn. 

vrijdag 12 april 2013

Vrije Universiteit in crisis

 
In het weekblad van de VU wordt de crisis geanalyseerd waarin de universiteit zich bevindt, en die leidde tot het opstappen van zowel de rector magnificus, Lex Bouter, als de voorzitter van het bestuur, René Smit.
De laatste wordt als grootste boosdoener gezien. Hij meende de universiteit te moeten runnen volgens het businessmodel, waarin groei vooropstaat. De studentenaantallen aan de VU zijn de afgelopen tien jaar gestegen van 15.000 naar 25.000. Daar was de organisatie op geen enkele manier op berekend.
 
Met zijn centralistische wijze van leidinggeven joeg Smit het personeel tegen zich in het harnas, zodanig dat het zich organiseerde in een club van 'Verontruste VU’ers'.
 
“De ironie wil dat een dergelijke bedrijfsmatige en op expansie gerichte aanpak vreemd is aan de topuniversiteiten waar Smit zich gaarne aan spiegelt.
Stanford en Cambridge zijn met minder dan twintigduizend studenten aanzienlijk kleiner dan de VU.
Caltech, vorig jaar nog uitgeroepen tot beste universiteit ter wereld door Times Higher Education, heeft ruim tweeduizend studenten.
Efficiënt ingericht zijn dergelijke instellingen vaak niet. De Universiteit van Oxford is onderverdeeld in bijna veertig colleges: semi-zelfstandige instituten met een eigen bestuur, begroting, huisvesting en karakter. Oxford heeft waarschijnlijk tientallen aparte ICT-systemen.
 
De voorlopige beoordeling van een visitatiecommissie is onvoldoende.
Dit is het resultaat van een toets, waar uiteindelijk uit moet blijken of een universiteit de kwaliteit van haar opleidingen kan waarborgen. Is dat niet het geval, dan komt een instelling onder toezicht van de onderwijsinspectie te staan. Uit de proef bleek dat de VU zou zakken en op meerdere punten onvoldoende zou scoren.

VU University

Vier jaar geleden wees ik op de potsierlijkheid van de naam waarmee de VU zich in het buitenland presenteert, nl. als VU University. Er zijn Vrije Universiteiten in Brussel en Berlijn, en dus ook in Amsterdam. Probleem is dat Amsterdam ook een universiteit heeft die zich 'Universiteit van Amsterdam' noemt.
 
Het zaadje is in goede aarde gevallen.
 
Het heeft even geduurd maar nu komt de VU-econoom Nijkamp met een naar mijn smaak goed voorstel. Hij wil dat de universiteit zich noemt naar zijn stichter, Abraham Kuyper.

De gereformeerde Kuyper is een grote naam in de geschiedenis van ons land, hij was onder andere minister-president.
Hij werd geboren in Maassluis, waar in 2008 een standbeeld voor hem opgericht is.
 

Ode aan Maassluis

 
Maassluis, ooit boordevol bedrijvigheid

met van de scheepvaart overal een vleug,

op Maasland aan, de vlietenwijk,

die bidt en zich nog Abram Kuyper heugt.

 

Maar in de haven liggen ze te kijk,

museumschepen met de vlag halfstok,

want visserij is hier verleden tijd.

De sleepdienst Smit & Co vertrok.

 

Maassluis, je tikt ertegen en het gromt,

al is de stoomfluit van De Neef verstomd.

geen touwbaan meer, geen Wallramit,

geen loods die nog zijn diensten biedt.

 

Zet er een hek omheen bij ’t volgend jubileum.

Dit is geen stad, dit is een mausoleum.
 
***

M. 't Hart
vrij naar:
Gerrit Achterberg, 'Passage'