Veel verbazender ongelukken als in 2009 boven de Atlantische
Oceaan zullen we niet gauw meemaken (is te hopen). Het toestel was van
modernste makelij - Airbus 330 - en de
maatschappij, Air France, allesbehalve obscuur. Het verdween op een moment boven
zee dat geen communicatie met het vasteland mogelijk was, tussen Brazilië en
Afrika. Het moest neergestort zijn in de oceaan, met 228 inzittenden aan boord.
De zoektocht was uitermate moeilijk en duurde twee jaar.
Brokstukken bleken op 4 km diepte te liggen, waar een druk heerst van 400 bar. Het
onderzoek op deze diepte, en op een oppervlakte ter grootte van Zwitserland, gebeurde
met onbemande duikbootjes; de gehele operatie heeft meer dan 30 miljoen euro
gekost.
Een bom was het eerste waaraan gedacht werd. Een vliegtuig
valt niet zomaar uit de lucht. Ongelukken gebeuren in de regel bij start
en landing. Maar uit de brokstukken kon worden afgeleid dat het toestel niet in de lucht geëxplodeerd was. Er kon zelfs gevonden worden dat het plat op
het water terechtgekomen moest zijn. En dus niet met de neus naar beneden.
Uiteindelijk werden zelfs de beide zwarte dozen gevonden. Ze
bleken nog voldoende in tact, ondanks dat ze zolang in het zoute water hadden
gelegen. Hieruit kon het verloop van de rampvlucht worden gereconstrueerd.
De gezagvoerder had de besturing overgegeven aan een
co-piloot en zelf rust genomen. Zijn plaats werd ingenomen door een derde
piloot.
En toen gebeurde het. De pitotbuizen, die aan de buitenkant
van het vliegtuig de (lucht)snelheid meten, waren verstopt geraakt door ijskristallen.
Dit komt vaker voor en herstelt zich vanzelf. Echter: doordat de snelheid op
dat moment niet afgelezen kon worden, viel ook de automatische piloot uit, en
ging het alarm af. Het toestel moest nu handmatig
gevlogen worden.
EN DAT KONDEN ZE NIET!!!
EN DAT KONDEN ZE NIET!!!
Het was om te beginnen al niet duidelijk wie nu eigenlijk –
in afwezigheid van de gezagvoerder - de verantwoording had. Wie vloog er nu
eigenlijk: de co-piloot, of de derde piloot?
Beide mannen raakten in paniek. Ze wisten niet meer hoe snel
ze vlogen. De co-piloot trok de neus omhoog. Dat was de beslissende fout. Op
een hoogte van 35.000 voet (ca. 13 km) is de lucht ijl, en kan niet genoeg extra
snelheid gemaakt worden. Het toestel raakte overtrokken. Daarop duwde de derde
piloot de neus naar beneden, op zichzelf een juiste handeling. Maar dit hielp niet zolang de ander doorging
met het omhoog trekken van de neus!
De gezagvoerder keerde terug in de cockpit. Toen hij
erachter was, wat de fout was, was het te laat.
Een ramp te wijten aan een onkunde die de fantasie te boven
gaat.