"Al een kist, krat
of vat van de Phoenix gehad?"
(reclametekst langs de weg tussen Haarlem en Amsterdam)
Neen, nooit heb ik een vat van de Phoenix
omvat,
noch een krat, droog of nat, bij de kladden gehad,
laat staan dat ik een kist van de plank had gegrist.
Neen, nooit was het zo dat ik een deurmat
bezat,
noch een kikker of pad had vertrapt op mijn pad,
tenzij ik mij door een kwistige list had vergist.
Want elk heeft wel wat en valt hard op zijn
gat,
nuchter, ladderzat, of bespot en bespat,
als een valk in de mist of een kalf in zijn kist.
Ik ben geen wijze in een vat of ontdekker in
bad,
ooit stapte ik op een rat in een smachtende stad,
van Lazaar in zijn kist had ik mij vergewist.
Ik ben gebrand en geschat en mijn kat zet mij
mat,
mijn handstand gejat en mijn wanden beklad,
mijn liefde betwist en mijn lot onbeslist.
Dus mij niet gezien met een kast, krat of vat
ook zonder dat ging ik vaak genoeg plat,
want steeds had ik mij dieper vergist dan ik wist.
Zo – dat was dat.
Herman Posthumus Meyjes