zondag 27 april 2014

Pedofielenvereniging niet verboden (Hof Leeuwarden)



Een rechtspersoon waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde, wordt door de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie verboden verklaard en ontbonden.


Een rechtspersoon waarvan het doel in strijd is met de openbare orde, wordt door de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie ontbonden. Alvorens de ontbinding uit te spreken kan de rechtbank de rechtspersoon in de gelegenheid stellen binnen een door haar te bepalen termijn zijn doel zodanig te wijzigen dat het niet meer in strijd is met de openbare orde.
***
Uit de samenvatting:

Het hof wijst het verzoek tot ontbinding van de vereniging af.
Ook een rechtspersoon die staat voor een gedachtegoed dat door een groot deel van de samenleving wordt afgekeurd of verafschuwd kan niet in alle gevallen op grond van art. 2:20 BW worden ontbonden.
Schending van de openbare orde en ontwrichting van de samenleving moeten worden onderscheiden.
Pas als de samenleving wordt ontwricht of dreigt te worden ontwricht is ontbinding op haar plaats.
De bescherming van de lichamelijke en geestelijke integriteit van kinderen is in de samenleving van groot belang maar daarvoor zijn andere normen gegeven dan art. 2:20 BW. De beoordeling van die andere (veelal strafrechtelijke) normen is in deze procedure niet aan de orde.
Voor (dreigende) ontwrichting van de samenleving als gevolg van de werkzaamheden van de vereniging heeft het openbaar ministerie onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld.
***
Uit de tekst van het arrest:
- De vraag of de werkzaamheid van de vereniging een daadwerkelijke en ernstige aantasting vormt van als wezenlijk ervaren beginselen van ons rechtsstelsel.


4.20.  Naar het oordeel van het hof miskent het openbaar ministerie echter dat artikel 2:20 BW, waar het verzoek op is gebaseerd, niet het hiervoor besproken belang van het kind beoogt te beschermen, maar dat van de samenleving.

De wettelijke bepalingen die wel de integriteit van het kind beogen te beschermen, zijn in deze zaak niet aan de orde.
Die constatering is bij de beoordeling van het verzoek doorslaggevend. Wat voor kinderen geldt, geldt immers niet voor de maatschappij waar zij onderdeel van uitmaken. Die samenleving zelf is weerbaar, en is in staat zich teweer te stellen tegen ongewenste uitingen en gedragingen die zij wel als verwerpelijk, maar niet als strafwaardig aanmerkt. Ze heeft in beginsel ook opvattingen voor lief te nemen die in brede kring worden verafschuwd.

4.21.  Al hetgeen hiervoor als strijdig met de openbare orde is aangeduid, mag dan in brede lagen van de samenleving als verontrustend worden ervaren, een bedreiging van die samenleving zelf levert het niet op. Vanaf de oprichting van de vereniging in 1982 hebben over haar bestaan en haar activiteiten heftige maatschappelijke debatten plaatsgehad, maar sinds die tijd - dus gedurende de afgelopen decennia - is van daarmee verband houdende maatschappelijke ontwrichting of de dreiging van ontwrichting geen sprake geweest.

4.22.  Recente schokkende onthullingen omtrent pedoseksualiteit, met name die over het verleden van de katholieke kerk en in de Amsterdamse zedenzaak, hebben de weerstand tegen pedofilie hoog doen oplaaien.
Het gaat echter te ver om dat gegeven te koppelen aan de werkzaamheid van de vereniging, en in die samenhang een argument te zien voor het standpunt dat de maatschappij nu wel dreigt te worden ontwricht.
Door dat toch te doen, miskent het openbaar ministerie de kracht en flexibiliteit van de democratische fundamenten en van het nut en de noodzaak van maatschappelijk debat. Daarvoor dient het recht ruimte te laten, ook als dat pijnlijk is en weerstand oproept.

Slotsom
4.23.  Het hof concludeert dat niet is gebleken van enige werkzaamheid van de vereniging waarvan de ongestoorde voortzetting en navolging in onze democratische rechtstaat op straffe van ontwrichting niet (langer) kan worden geduld.
 ***

Commentaar

Fraai arrest. Ook in Leeuwarden zijn ze niet op hun achterhoofd gevallen. Je mag hopen dat het standhoudt in cassatie.

donderdag 24 april 2014

Gareth Bale: verbazende solo

Gareth Bale (foto onder) schijnt op veertienjarige leeftijd al de honderd meter in 11,4 seconden te hebben gerend en geldt momenteel ook als een van de snelste voetballers van de wereld.

Volgens Usain Bolt, de snelste man ter wereld, kan het echter nog sneller: de sprinter uit Jamaica biedt Bale zijn hulp aan. "Ik weet dat ik hem nog beter, nog sneller kan maken dan dat hij nu al is".

http://www.youtube.com/watch?v=ES4i8UprG8U

Kandidatenlijst-Partij voor de Dieren: uitspraak

Datum van uitspraak donderdag 24 april 2014
Tegen het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Rechtsgebied Algemene kamer - Andere zaken - Kieswet

Datum uitspraak: 24 april 2014
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging Partij voor de Dieren, gevestigd te Amsterdam,
appellante,
en
het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement,
verweerder.

Procesverloop
Bij besluit van 14 april 2014 heeft het centraal stembureau de kandidaten "Regan, T. (Tom) (m)", Kymlicka, W.T. (Will) (m)" en "Coetzee, J.M. (John) (m)" van de kandidatenlijst ‘Partij voor de Dieren’ geschrapt.
Tegen dit besluit heeft de Partij voor de Dieren beroep ingesteld.
Het centraal stembureau heeft een verweerschrift ingediend.
De Partij voor de Dieren en Kiesraad hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 april 2014, waar de Partij voor de Dieren, vertegenwoordigd door mr. C.L. Knijff, advocaat te Amsterdam, en drs. C.P. Keller, werkzaam bij het partijbureau van de Partij voor de Dieren, en het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. W.A.E. Brüheim, werkzaam bij de Kiesraad, en mr. M. Bakker, secretaris van de Kiesraad, zijn verschenen.

Overwegingen
1. Ingevolge artikel H 9, eerste lid, van de Kieswet wordt bij de lijst overgelegd een schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende kandidaat dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op deze lijst voor de kieskring of de kieskringen waarvoor zij is ingeleverd.
Ingevolge het derde lid wordt bij de lijst van iedere kandidaat die geen zitting heeft in het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, tevens een kopie van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht overgelegd. Indien van een dergelijke kandidaat een kopie van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ontbreekt, wordt de verklaring van instemming van de betreffende kandidaat geacht te ontbreken.
Ingevolge artikel I 6, eerste lid, aanhef en onder b, schrapt het centraal stembureau, in de volgorde in dit lid aangewezen, van de lijst voor een kieskring de naam van de kandidaat van wie niet is overgelegd de verklaring dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst voor deze kieskring.
Ingevolge artikel Y 2 worden de leden van het Europees Parlement, voor zover deze afdeling niet anders bepaalt, gekozen met overeenkomstige toepassing van de bij of krachtens afdeling II gestelde bepalingen inzake de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, met inachtneming van de Akte.
Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onder 2˚, van de Wet op de identificatieplicht worden als documenten waarmee in bij de wet aangewezen gevallen de identiteit van personen kan worden vastgesteld, aangewezen de documenten waarover een vreemdeling ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie.
Ingevolge artikel 8, aanhef en onder i, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000) heeft de vreemdeling in Nederland rechtmatig verblijf gedurende de vrije termijn, bedoeld in artikel 12, zolang het verblijf van de vreemdeling bij of krachtens artikel 12 is toegestaan.
Ingevolge artikel 3.4, eerste lid, van het Voorschrift Vw 2000 is als document waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder i, van de Vw 2000 blijkt, aangewezen de Sticker Verblijfsaantekeningen Algemeen van het model dat als bijlage 7g bij deze regeling is gevoegd, voorzien van de aantekening, bedoeld in het tweede lid.
2. De Partij voor de Dieren betoogt dat het centraal stembureau ten onrechte kandidaten van de kandidatenlijst ‘Partij voor de Dieren’ heeft geschrapt. Daartoe voert zij aan dat het centraal stembureau zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat geen kopie van een geldig legitimatiebewijs is ingeleverd en dat om die reden de instemmingsverklaring geacht wordt te ontbreken. De kandidaten hebben allen een kopie van hun paspoort overgelegd. Voorts mocht zij afgaan op de door een ambtenaar van het centraal stembureau verstrekte mededeling dat een niet-EU onderdaan niet van de kandidatenlijst wordt geschrapt.
2.1. Vaststaat dat bij de indiening van de lijst ‘Partij voor de Dieren’ voor Regan, Kymlicka en Coetzee kopieën van paspoorten zijn overgelegd waaruit blijkt dat zij respectievelijk de Amerikaanse, Canadese en Australische nationaliteit bezitten. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de paspoorten waarvan kopieën zijn overgelegd, documenten zijn als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder 2˚, van de Wet op de identificatieplicht. Daarbij is niet in geschil dat in de paspoorten van die kandidaten geen ‘Sticker Verblijfsaantekeningen Algemeen’ als bedoeld in artikel 3.4 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000, is opgenomen.
2.2. Gelet op artikel 1, eerste lid, aanhef en onder 2˚, van de Wet op de identificatieplicht, dienen Regan, Kymlicka en Coetzee te beschikken over documenten ingevolge de Vw 2000 ter vaststelling van hun identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie. Uit artikel 8, aanhef en onder i, van de Vw 2000 volgt weliswaar dat hun verblijf gedurende de vrije termijn als bedoeld in artikel 12 van de Vw 2000 binnen de in die bepaling gestelde voorwaarden is toegestaan, maar dat het document waaruit dit rechtmatig verblijf blijkt de ‘Sticker Verblijfsaantekeningen Algemeen’ als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van het Voorschrift Vw 2000 is. Met de overgelegde kopieën van paspoorten zonder de ‘Sticker Verblijfsaantekeningen Algemeen’ blijkt de verblijfsrechtelijke positie van Regan, Kymlicka en Coetzee niet en wordt de instemming van de betrokken kandidaten, bij gebrek aan een kopie van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de identificatieplicht, geacht te ontbreken. De stelling dat aan de geschrapte kandidaten op de Nederlandse lijst voor het Europese Parlement een extra eis wordt gesteld, te weten dat zij in Nederland moeten verblijven, maakt dat niet anders.
2.3. Voor zover de Partij voor de Dieren een beroep op het vertrouwensbeginsel heeft gedaan, overweegt de Afdeling dat niet is gebleken van een toezegging dat personen van buiten de Europese Unie zich kandidaat kunnen stellen zonder de ingevolge de Kieswet vereiste instemmingsverklaring. Reeds hierom slaagt het beroep niet.
2.4. Het centraal stembureau heeft terecht de eerder genoemde kandidaten van de lijst geschrapt op de grond dat de instemmingsverklaring wordt geacht te ontbreken. Het betoog faalt.
3. Het beroep is ongegrond.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van staat.
w.g. Slump w.g. Poot
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 24 april 2014

Kieswet en Partij voor de Dieren

De Europese kandidatenlijst van de Partij voor de Dieren valt op door het grote aantal lijstduwers uit binnen- en buitenland. Dat laatste is een primeur. De partij kiest ervoor om lijstduwers vanuit de hele wereld toe te voegen aan de kandidatenlijst om te laten zien dat de planeetbrede visie van de partij wereldwijd gedragen wordt.

De Partij voor de Dieren vroeg de Kiesraad in begin maart of zij kandidaten van buiten de Europese Unie op de kandidatenlijst kon plaatsen. De Kiesraad bevestigde schriftelijk dat dit mogelijk is. Uit de e-mail van 7 maart:  “Het is toegestaan om kandidaten op de lijst te plaatsen die de nationaliteit hebben van een ander land dan een lidstaat van de Europese Unie. Er staat namelijk geen schrappingsgrond in de Kieswet waaruit zou moeten blijken dat een dergelijke kandidaat van de kandidatenlijst geschrapt moet worden (art. Y 2 jo. I 6 lid 1 Kieswet)”.

De Partij voor de Dieren besloot naar aanleiding van deze bevestiging ook lijstduwers van buiten de EU te benaderen.

Weken later, op 1 april, wierp de Kiesraad een administratieve hobbel op, namelijk dat kandidaten van buiten de EU een ‘Sticker Verblijfsaantekeningen Algemeen’ in hun paspoort moeten hebben om hun verblijfsrechtelijke positie in Nederland aan te tonen. Deze sticker is alleen in Nederland te verkrijgen.

De Kiesraad besloot maandag 14 april dat de kandidaten John Coetzee (Australiër), Will Kymlicka (Canadees) en Tom Regan (Amerikaan) geschrapt worden van de Europese kandidatenlijst van de Partij voor de Dieren, wegens het ontbreken van een sticker in het paspoort. 

De Kieswet vormde weliswaar geen belemmering voor het plaatsen van kandidaten van buiten de EU op de kieslijst, maar in de krochten van de vreemdelingenwetgeving had de Kiesraad een nieuwe voorwaarde gevonden. Kandidaten van buiten de EU zouden om zich deugdelijk te kunnen legitimeren een sticker ‘Verblijfsaantekening Algemeen’ in hun paspoort moeten hebben, als bewijs van hun verblijfsrechtelijke positie: ze moeten kunnen aantonen dat ze legaal in Nederland konden verblijven. Een sticker die gratis en direct te verkrijgen zou zijn bij de IND in Hoofddorp, waarvoor de kandidaten dan wel even vanuit Australië, de VS en Canada naar Nederland zouden moeten vliegen vóór 8 april. 
Ronduit gezocht, omdat de Kieswet een dergelijke eis niet stelt en de IND de sticker nauwelijks meer uitgeeft en niet meer handhaaft bij vreemdelingen die de sticker niet hebben.
Sterker: reizigers uit Australië, de VS en Canada kunnen zonder een dergelijke sticker en zonder visum probleemloos en legaal 3 maanden in Nederland verblijven.
Bovendien hoeft een kandidaat niet in Nederland te zijn om zich kandidaat te stellen.

Wanneer de paspoorten van Coetzee, Kymlicka en Regan toereikend zijn om op Schiphol zonder problemen Nederland binnen te komen, moeten ze ook toereikend zijn om te dienen als legitimatie ten behoeve van de Kiesraad.

Andere buitenlandse kandidaten voor de Partij voor de Dieren, de Brit Redmond O’Hanlon en de Amerikaans/Britse Peta voorvrouw Ingrid Newkirk, werden zonder bezwaar geaccepteerd op de kandidatenlijst, waarbij een kopie van het paspoort volstond.

Omdat er geen materieel verschil bestaat tussen het op afstand checken van het paspoort van een kandidaat buiten de EU en dat van een kandidaat met een EU paspoort, en omdat de sticker ‘Verblijfsaantekening Algemeen’ geen praktische toepassing meer kent in Nederland, lijkt sprake van een trouvaille om kandidaten van buiten de EU van de lijst te weren.

Toen Maarten ’t Hart in 2004 als lijstduwer van de Partij voor de Dieren niet over een paspoort beschikte en aanbood zich in persoon te legitimeren, stelde de Kiesraad dat dat niet mogelijk was, alleen een paspoort vormde wettige legitimatie. Nu lijkt de omgekeerde redenering te worden gevolgd: niet het paspoort is toereikend, maar de persoon zou zich moeten melden. 

Campagneleider Lieke Keller: ”Buitenlandse opinieleiders op onze kandidatenlijst maken duidelijk dat dieren, natuur en milieu geen landsgrenzen kennen, en dat onze partij gericht is op meer internationale samenwerking, op geheel andere wijze dan nu in Brussel vorm krijgt. Het is onredelijk om van kandidaten voor een groene partij te eisen dat ze tientallen uren per vliegtuig zouden moeten reizen, louter om aan een formaliteit te voldoen die in de Kieswet niet eens is genoemd”.  
De Kieswet kent geen belemmering, de kandidaten hebben een instemmingsverklaring en een kopie van hun paspoort geleverd en de aanvullende eis van de Kiesraad kent geen wettelijke grond.
De Partij voor de Dieren stelt beroep in bij de Raad van State.

***

Commentaar Kiesraad

Deze vereiste is gebaseerd op de Kieswet. 
Bij het inleveren van de kandidatenlijst moet van elke kandidaat die geen zitting heeft in het huidige Europees Parlement overgelegd worden een kopie van een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht (art. H 9, lid 3, Kieswet). 
Wanneer een dergelijke kopie ontbreekt, wordt de instemmingsverklaring geacht te ontbreken. Dit is een grond voor schrapping van een kandidaat (art. I 6, lid 1, onder b, Kieswet). De volgende documenten vallen onder artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht:
•             Een Nederlands paspoort of Nederlandse identiteitskaart;

•      Een document waarover een vreemdeling ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie;

•       Een geldig nationaal, diplomatiek of dienstpaspoort dat is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen (of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, voor zover de houder de nationaliteit van die andere lidstaat bezit);

•             Een geldig rijbewijs.
Niet EU-onderdanen zijn hiermee aangewezen op een document dat vermeld staat onder de tweede bullet. Hieronder valt een verblijfsvergunning. Vreemdelingen (niet zijnde EU-burgers) die in het buitenland wonen en geen verblijfsaanvraag in Nederland hebben lopen, mogen in beginsel drie maanden in Nederland verblijven (de zogenaamde vrije termijn, geregeld in artikel 8, onderdeel i, van de Vreemdelingenwet 2000). Als document waaruit het rechtmatig verblijf gedurende de vrije termijn blijkt, is aangewezen de Sticker Verblijfsaantekeningen Algemeen, die desgevraagd in het paspoort wordt aangebracht. 

Een buitenlands paspoort waarin deze sticker ontbreekt, is dus geen document in de zin van artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, omdat het weliswaar iets zegt over de nationaliteit en identiteit, maar niets over de verblijfsrechtelijke positie in Nederland. 

Wanneer een kopie van een document zonder sticker wordt overgelegd, is dit dan ook voor het centraal stembureau een grond voor het schrappen van de betreffende kandidaat van de kandidatenlijst.
 ***
Kieswet 
Afdeling I. Algemene bepalingen

Afdeling II. De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten en van de gemeenteraden

Hoofdstuk H. De inlevering van de kandidatenlijsten

Artikel H 9

1. Bij de lijst wordt overgelegd een schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende kandidaat dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op deze lijst voor de kieskring of de kieskringen waarvoor zij is ingeleverd. Tenzij een gemachtigde, bedoeld in de artikelen H 10, eerste lid, of H 10a, eerste lid, wordt aangewezen, wordt op deze verklaring vermeld op welk adres de kandidaat de kennisgeving van zijn benoeming, bedoeld in artikel V 1, wil ontvangen.

2. Een overgelegde verklaring van instemming kan niet worden ingetrokken.

3. Bij de lijst wordt van iedere kandidaat die geen zitting heeft in het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, tevens een kopie van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht overgelegd. Indien van een dergelijke kandidaat een kopie van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ontbreekt, wordt de verklaring van instemming van de betreffende kandidaat geacht te ontbreken.



Afdeling V. De verkiezing van de leden van het Europees Parlement
Hoofdstuk Y.

§ 2. De verkiezing

Artikel Y 2

De leden van het Europees Parlement worden, voor zover deze afdeling niet anders bepaalt, gekozen met overeenkomstige toepassing van de bij of krachtens afdeling II gestelde bepalingen inzake de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, met inachtneming van de Akte.