vrijdag 14 december 2018

ZOOGDIEREN (van de zee)


De verschillende soorten zeezoogdieren kun je indelen in vier groepen.



Walvissen,

robben,

zeekoeien,

zeeotters.


Tot de walvissen behoren ook dolfijnen. Net als de potvis, de orka en de bruinvis hebben zij tanden. Andere dieren zoals de bultrug en de blauwe vinvis hebben baleinen in plaats van tanden. Met de baleinen zeven zij het voedsel uit het zeewater.


Robben zijn zeezoogdieren, maar zijn geen familie van de walvissen. Ze zien er ook heel anders uit. Zij hebben een vacht.



De zeeotter is nog hariger, hij heeft een heel dikke vacht. Er zijn dertien soorten otters, maar de meeste leven in en bij zoet water. Alleen de zeeotter is een echt zeezoogdier. Hij komt bijna nooit het water uit.


De zeekoeien. De naam ‘zeekoe’ is verwarrend omdat ze meestal in rivieren leven.



donderdag 13 december 2018

WIT VOETJE


WIT VOETJE (poes)
De poes heeft witte voetjes, alsof ze sokjes aan heeft. Aan de achterpoten loopt het wit hoger door.
Daar is kennelijk op gefokt, blijkbaar vinden mensen dat mooi. Want praktisch kun je het niet noemen.
Maar evengoed blijven de poten schoon, ze loopt blijkbaar niet graag door de modder (zonder laarzen!)


WIT VOETJE (paard)
‘Bij iemand een wit voetje halen’. Volgens Onze Taal gaat deze uitdrukking terug op het feit dat het vroeger gunstig was als je paard vier witte voeten had. Dan hoefde je namelijk geen tol te betalen. De witte voeten van het paard zijn in deze zegswijze een “zinnebeeld der reinheid”.

Erg waarschijnlijk lijkt me dit niet, maar ik heb geen andere bronnen. De veronderstelde overgang naar de actuele betekenis (in het gevlij komen) vind ik ook nogal gedurfd.

dinsdag 4 december 2018

PARTIJ VOOR HET KLIMAAT (ingez.)


De Partij voor de Dieren heeft alle voorstellen van het Kabinet verworpen, omdat de klimaatdoelstellingen hiermee niet zouden worden gehaald. 

In eerste instantie dacht ik dat het was omdat het Kabinet niet radicaal dierenleed bestrijdt, zoals dierproeven, bio-industrie, enz. Maar nee, het gaat alleen om het klimaat, zodat je net zo goed op GroenLinks kunt stemmen. 
Kiezersbedrog!

vrijdag 30 november 2018

DEMONSTRATIE-VRIJHEID


De rechtbank stelt voorop dat het recht om te demonstreren een grondrecht is. Het uitgangspunt is dat burgers vrij zijn om te demonstreren wanneer, waar, hoe en waarover ze maar willen, zonder dat daar een vergunning of een andere vorm van toestemming voor nodig is. 

De overheid mag slechts onder strikte, in de wet bepaalde voorwaarden grenzen stellen aan de demonstratievrijheid. De burgemeester heeft tot taak om, met hulp van de politie, al het redelijkerwijs mogelijke te doen om demonstraties in zijn of haar gemeente te faciliteren en te beschermen, zodat demonstranten in vrijheid hun mening - hoe impopulair die ook is - kunnen laten horen. 

Juist impopulaire meningen die indruisen tegen de (lokaal) heersende opvatting en die mogelijk op verzet kunnen rekenen, moeten in het kader van een demonstratie geuit kunnen worden. Bij de vraag of een demonstratie zou moeten worden verboden mag de burgemeester geen belangenafweging maken tussen de demonstratievrijheid en de belangen van de openbare orde. 

Dit neemt niet weg dat de overheid in haar besluitvorming alle omstandigheden tezamen in ogenschouw dient te nemen. Ervaringen uit het verleden met de betreffende groep demonstranten en de verwachting dat er tegendemonstranten of vijandige omstanders zullen zijn, kunnen dan ook een rol spelen in de besluitvorming. Controversiële demonstraties kunnen heftige reacties oproepen van omstanders en tegenstanders, waardoor een risico op ongeregeldheden kan ontstaan en belangen van omstanders in het geding kunnen komen.
Dergelijke factoren zouden in de eerste plaats aanleiding moeten zijn tot meer politie-inzet om te voorkomen dat de situatie uit de hand loopt en de demonstratie zoveel mogelijk doorgang te laten vinden. Het is niet juist om een demonstratie te beperken of te verbieden vanwege de vrees voor de reacties van een vijandig publiek. Het moet niet lonen om te dreigen met het verstoren van een demonstratie.
Pas wanneer er een bestuurlijke overmachtssituatie ontstaat waarin het voor een burgemeester - zelfs met inzet van zeer veel politie - naar verwachting onmogelijk is om wanordelijkheden te voorkomen, kan een demonstratie worden beperkt of, in het uiterste geval, verboden. De rechtbank verwijst in dit kader naar het rapport "Demonstreren, een schurend grondrecht?" van de Nationale ombudsman (rapportnummer 2018/015 d.d. 14 maart 2018).

Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. G.C. Koelman en mr. W.S. Sikkema, rechters.