KEURMERK DIERVRIENDELIJKE KINDERBOERDERIJ
- Alle dieren mogen oud worden op de kinderboerderij
- Er wordt niet met de dieren gefokt en eieren worden dus ook niet uitgebroed
- Sociale dieren zitten altijd met soortgenoten gehuisvest
- De dieren hebben voldoende ruimte om zich natuurlijk te kunnen gedragen (zie voor richtlijnen van ruimte het Kinderboerderijenbesluit)
- De dieren kunnen zich terugtrekken van de bezoekers
- Er zijn geen actieve knuffeluurtjes met prooidieren
- Er zijn geen exotische dieren op de kinderboerderij. Indien die er wel zijn dan is er een uitsterfbeleid en tracht men ze elders op een goede plek te plaatsen. Slangen, vogelspinnen, uilen en roofvogels zitten per definitie niet op de kinderboerderij.
- Dieren worden niet verhuurd, niet uitgeleend of gebruikt voor evenementen buiten de kinderboerderij. Ook worden er geen benodigdheden verhuurt zoals bijv. broedmachines en huifkarren
- Er worden geen evenementen georganiseerd op de kinderboerderij waarbij dieren misbruikt worden, zoals bijvoorbeeld roofvogelshows
- Paarden, pony’s, ezels, bokken etc. worden niet ingezet als lastdier of trekdier
- Men brengt de bezoekers respect voor dieren bij en geeft hen het goede voorbeeld
- Als een dier ziek is zorgt men er voor dat het dier medisch behandeld wordt
- Als een dier niet meer beter kan worden en erg lijdt, euthanaseert een dierenarts het dier
- Er is een diervriendelijk beleid over het omgaan met gedumpte dieren
- De kinderboerderij dient zijn uiterste best te doen de dieren te beschermen tegen roofdieren en vandalen/dierenbeulen.
Minder dan 10 van de ruim 600 kinderboerderijen hebben het keurmerk.
Zeer lezenswaardig en behartenswaardig. Elke bezoeker van een kinderboerderij zou eerst dienen na te gaan of de kinderboerderij in kwestie het keurmerk heeft.
BeantwoordenVerwijderen