vrijdag 28 november 2014

Aardappel (samenstelling)

.Genoom

De 844 miljoen baseparen in het DNA die het genoom van de aardappel vormen, tellen een verrassend groot aantal genen, 39.000.
Deze dragen de informatie voor eiwitten die zorgen voor de groei en ontwikkeling van de plant. 

Van bijna alle genen is de locatie op één van de twaalf chromosomen van de aardappel nu bekend. 
(Tetraploïde: 4 x 12 chromosomen)

Uit de data blijkt dat aardappelrassen voor ieder gen weliswaar vaak wel drie of vier verschillende versies bevatten, maar dat de totale genetische diversiteit binnen de geteelde rassen toch heel beperkt is. Deze smalle genetische basis is te verklaren uit het geringe aantal aardappels dat vanuit Zuid-Amerika in de 16e eeuw naar Europa is gekomen en sindsdien de basis is geweest voor de aardappelveredeling.


Chemische samenstelling

Hoofdbestanddelen

1.71 g
0.1 g
20 g
0.72 g
86 kcal
77.5 g
360 kJ
0.026 g
0.002 g
0.043 g


0 IU
0 mcg_RE
0.05 mg
7.4 mg
0.098 mg
0.019 mg
1.31 mg
0.51 mg
0.27 mg
8.9 mcg
0 mcg


8 mg
0.31 mg
20 mg
40 mg
328 mg
5 mg
0.27 mg
0.17 mg
0.14 mg
0.3 mcg


0.027 g
0.062 g
0.07 g
0.1 g
0.1 g
0.027 g
0.022 g
0.076 g
0.064 g
0.096 g
0.079 g
0.038 g
0.053 g
0.42 g
0.29 g
0.051 g
0.062 g
0.075 g


0 mg
0 g
0 g
0 g
0.001 g
0.003 g
0.001 g
0.016 g
0.004 g
0.001 g
0.032 g
0.01 g
0 g
0 g
0.001 g
0 g
0 g
0 g
0 g



1.8 











donderdag 20 november 2014

Vliegtuigcrash New York: 12 november 2001

.De op een na grootste vliegramp in de VS voltrok zich twee maanden na de aanslag op de Twintowers, betrekkelijk onopgemerkt, overschaduwd door de eerdere catastrofe. Een Airbus stortte neer op de woonwijk Queens in New York. Alle inzittenden kwamen om het leven, en vijf burgers op de grond. Totaal 265 slachtoffers. Onder hen een vrouw die de ramp in een Twintower overleefd had.
De plaats van de crash

Uiteraard werd het onderzoek in eerste instantie gericht op een terreurdaad: kon er een bom ontploft zijn? Daarvoor werden geen aanwijzingen gevonden; contra-indicatie was dat het kielvlak gevonden werd op enige afstand van het wrak, in de Jamaica Bay. Het is haast onmogelijk om een dergelijk onderdeel in een terreurdaad te laten afbreken. Blijft over de vraag hoe dit vitale onderdeel afgebroken kon zijn. Een vliegtuig zonder kielvlak ('vertical stabilizer') is onbestuurbaar.
Het kielvlak (roze)
Er werden uitgebreid proeven gedaan met de staartconstructie van dit type vliegtuig. De fabrikant werkte graag mee, het is immers een van de meest gebruikte vliegtuigen. Er bleken echter noch fouten in de constructie te zitten noch in het onderhoud noch in het ontwerp. Het enige wat eruit naar voren kwam was dat er abnormaal hoge krachten op de staart ingewerkt moeten hebben.

Het onderzoek richtte zich vervolgens op de start vanaf John F. Kennedy-airport. Vlak achter een Boeing 747 van Japan Airlines. Uiteraard zorgt zo’n grote Boeing voor turbulentie aan de achterkant. De verkeersleider had de piloten hiervoor expliciet gewaarschuwd. Opnieuw liep het onderzoek vast: de zgn. zogturbulentie was te zwak geweest om als oorzaak aangemerkt te kunnen worden.

Wat wel opviel was de manier waarop Sten Molin, de copiloot die de vlucht uitvoerde, reageerde op die turbulentie: hij bewoog het staartroer enige malen extreem van de ene naar de andere kant. Wat tot het gevolg had dat het vliegtuig niet in een stabiele positie kon terugkomen. Het moeten deze bewegingen geweest zijn die zoveel krachten op het straatvlak genereerden dat het kielvlak afbrak. Dit is niet eerder voorgekomen.

Navraag bij andere piloten die met Sten Molin gevlogen hadden, leerde dat hij al eerder was opgevallen door zulke bruuske bewegingen. Blijkbaar waren die niet fataal geworden, of had de captain op tijd ingegrepen. Uiteindelijk bleek een dergelijke manoeuvre zelfs onderdeel van de opleiding bij American Airlines te zijn, die Molin gevolgd had.


Sten Molin met nichtje

maandag 17 november 2014

De stier van Potter (en van Wieteke van Zeil)

Wieteke van Zeil is redacteur Kunst bij de Volkskrant. Ze heeft daarin sinds kort een aardige rubriek, getiteld: ‘Oog voor Detail’.

Ze beeldt daarin steeds één detail van een kunstwerk af. Deze week is dat de neus van de liggende koe op het schilderij van Paulus Potter, bekend onder de naam van 'De Stier'. Die is heel fraai, geeft ze toe. Maar verder vindt ze er niet veel aan, aan het hele schilderij. Ze probeert de bekendheid te verklaren uit het feit dat het tijdens de Franse bezetting meegenomen is naar Parijs en daar in het Louvre tentoongesteld. Ze doet het af als Hollandse folklore.

Hoe in de war kan een kunsthistorica zijn? Ik vind het een meesterwerk, en ik snap die Fransen. Daar is in de eerste plaats het indrukwekkende formaat: ruim 3 meter lang en 2 meter hoog. In de tweede plaats is het een slimme compositie. De boer en dieren op de voorgrond zijn uit het centrum naar de zijkant verplaatst. Het maakt de ruimte vrij voor een doorkijkje op een zonnig Hollands landschap (dat we nu alleen nog kennen als ‘Groene Hart’) en de luchten erboven. En verder is de groep ter linkerzijde fraai geschilderd: groot vakmanschap. Ondanks dat er geen beweging in zit is het geen saai schilderij. Er is veel op te zien; het grote formaat wordt goed gebruikt. 

Van Zeil maakt nog de opmerking dat de schilder “een jonge en een oude stier ineen” heeft geschilderd. Komt ze misschien van de boerderij, dat ze zoveel kennis van dit beest heeft?

Ik zie maar een stier,en ik kan zijn leeftijd niet bepalen. Gelet op het feit dat hij bij een koe in het veld staat ga ik ervan uit dat het een jong dier is. Ik begrijp de betekenis van de opmerking ook niet. Ze heeft het blijkbaar uit wikipedia. Dan nog de vraag wat dat bijdraagt aan de waardering van het kunstwerk.