dinsdag 12 juni 2012

De stofmijt en de bijbel

Stofmijten zijn verre verwanten van de spinnen. In elk huis zijn er duizenden van. Ze kruipen door elk vloerkleed en door elk bed.

Als de primitieve volkeren daar iets van geweten hadden, hadden ze vast mythen en legenden bedacht om ze te verklaren. Maar tot de uitvinding van de microscoop dacht niemand aan hun bestaan, en daarom bestaan er geen mythen over. En hoe klein een stofmijt ook is, zelfs hij bevat meer dan 100 triljoen atomen.

De hele wereld is opgebouwd uit heel kleine dingetjes. Toch worden ze in geen van de mythen vermeld, ook niet in de heilige boeken die we volgens sommige mensen van een alwetende god gekregen hebben. Die vertellen niet hoe groot of hoe oud het heelal is, hoe je kanker kunt behandelen, hoe de zwaartekracht en de verbrandingsmotor werken; ze vertellen niets over ziektekiemen, kernfusie, elektriciteit of anesthesie.

De verhalen in zulke boeken bevatten niet meer informatie over de wereld dan bekend was bij de primitieve volkeren die deze verhalen vertelden. Als deze boeken wel geschreven waren (of gedicteerd of geïnspireerd) door alwetende goden, is het dan niet raar dat er niets in staat over zulke belangrijke en nuttige dingen?

***

Bron: Richard Dawkins, De betoverende werkelijkheid (2011)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten