zondag 30 juni 2013

Padvinderij

Foto: Ferdinand Grassmann
Mijn eerste liefde heette Chil. Ik was een jaar of negen en zij was een leidster van de kinderen, die op zaterdagmiddag als ‘welpen’ beziggehouden werden, onderdeel van de padvinderij. Het is te lang geleden om me details van haar te kunnen herinneren, maar wel weet ik nog dat ik op kamp hoopte op een nachtzoen van Chil. Het waren bij ons alleen jongens trouwens.
 
Na de welpen was ik enige tijd lid van de verkenners. Daar werd het spel serieuzer. Zo hadden we een lijst met praktische vaardigheden die we moesten leren beheersen, vermoedelijk om ‘bevorderd’ te worden. Ik heb er mijn belangstelling voor het leggen van knopen aan overgehouden.
 
Leuke en leerzame jaren.
De padvinderij heet tegenwoordig scouting. Of er nog welpen en verkenners bestaan, weet ik niet.
 
Ik kom er nu pas achter waar de naam Chil vandaan komt. Dat is uit het Jungleboek van Rudyard Kipling, gepubliceerd in 1894. Aldaar ook de naam Akela, zoals indertijd – en misschien nog - de hoofdleidster van de welpen genoemd werd. Akela is bij Kipling een wolf (mnl.), Chil een roofvogel (wouw, foto).

1 opmerking:

  1. Een vroegere vriend van mij was verliefd geweest op zijn kleuterleidster.

    BeantwoordenVerwijderen