Het spoor naar de oorsprong van deze familienaam leidt naar het dorp
Kleinschmalkalden en omgeving in Thüringen.
Een verklaring voor de naam
kan men met behulp van het oude Deutsches Wörterbuch van de gebroeders
Grimm vinden. Het werkwoord gickgacken betekent in een aantal Duitse
streektalen 'het schreeuwen van ganzen, hanen, enz.', vgl. het werkwoord
gakken, Duits gackern.
De naam kan derhalve als een bijnaam worden
beschouwd voor iemand die zich als een gakkende gans gedroeg, of
mogelijk is sprake van een beroepsbijnaam voor een ganzenhoeder.
Ter illustratie het volgende niet-vrouwvriendelijke citaat uit Grimm:
"weibesvolk das kan nicht stille sein,
es musz gigaggen, singen, sagen
wie die gänse all ihr lebetag"
(J. Sommer, Epatologia (1605)
bron: Meertens instituut