vrijdag 16 januari 2015

Ruimtelijke desoriëntatie

Op 16 juli 1999 verongelukte een zoon van Jacky en John F. Kennedy. Hij droeg dezelfde naam als zijn vader, met de toevoeging Junior. Hij vloog die avond met zijn eenmotorige Piper Saratoga van New York naar het noordelijker gelegen Martha’s Vineyard (Mass.). Samen met zijn vrouw en haar zuster. Doordat zijn vrouw met haar auto vastzat in een file vertrokken ze met twee uur vertraging, iets na half negen ’s avonds. Het was een uur vliegen. Ze kwamen er echter niet aan.

Het toestel bleek in zee gestort te zijn. Nauwkeurige inspectie leerde dat het vliegtuig geen gebreken had. Het was ook niet geëxplodeerd - geen bom - maar kwam intact in zee. De fout moest bij de piloot gezocht worden.

Kennedy moet zichzelf overschat hebben. Hij had weinig solo gevlogen, en was niet goed in staat om op de instrumenten te vliegen. Hij vloog op zicht. Maar onderweg werd het nevelig. En het werd donker. Uit het ongewone vliegpad vlak voor de crash kon worden afgeleid dat hij het toestel niet meer in de hand had. Dat hij zelfs niet meer wist waar hij was! Dat staat bekend als ‘ruimtelijke desoriëntatie’. Tal van vliegtuigongelukken zijn er aan te wijten geweest. 
Kennedy werd 38 jaar.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten