PGD is een afkorting voor
preïmplantatie genetische diagnostiek. Dit is een methode waarmee we embryo's
onderzoeken op een ernstige genetische aandoening en daarmee de kans op de
geboorte van een aangedaan kind kunnen beperken.
PGD wordt uitgevoerd bij paren
die een sterk verhoogd risico hebben op het krijgen van een kind met een
erfelijke aandoening, bijvoorbeeld een chromosoomafwijking, taaislijmziekte,
hemofilie, de ziekte van Huntington of een ernstige spierziekte.
Voor PGD is een IVF-behandeling noodzakelijk. Hierbij worden - na bevruchting van eicellen met zaadcellen buiten het lichaam - één of enkele cellen afgenomen van embryo's die drie tot vijf dagen oud zijn. Deze cel of cellen worden in het laboratorium onderzocht op de aan- of afwezigheid van de betreffende ziekte. Op basis hiervan wordt besloten welke embryo's in aanmerking komen voor plaatsing in de baarmoeder. Alleen embryo's, waarvan de onderzochte cel of cellen de genetische ziekte, waarop het onderzoek was gericht, niet hebben, worden in de baarmoeder geplaatst.
Voor PGD is een IVF-behandeling noodzakelijk. Hierbij worden - na bevruchting van eicellen met zaadcellen buiten het lichaam - één of enkele cellen afgenomen van embryo's die drie tot vijf dagen oud zijn. Deze cel of cellen worden in het laboratorium onderzocht op de aan- of afwezigheid van de betreffende ziekte. Op basis hiervan wordt besloten welke embryo's in aanmerking komen voor plaatsing in de baarmoeder. Alleen embryo's, waarvan de onderzochte cel of cellen de genetische ziekte, waarop het onderzoek was gericht, niet hebben, worden in de baarmoeder geplaatst.
De kans op zwangerschap na terugplaatsing is ongeveer
25%. Als de vrouw na PGD zwanger wordt, is de kans groot dat er een kind zonder
de genetische ziekte wordt geboren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten