zaterdag 17 mei 2014

Jezus in de hel


Groep die Jezus in het graf legt.
1509 Grote Sint Maartenskerk van Keulen. 
Van links naar rechts: Nicodemus, onbekende helpster, Maria Magdalena, Maria, Johannes, Jozef van Arimathea.
 (foto: Raimond Spekking)

Het Evangelie van Nikodemus is een van de apocriefen van het Nieuwe Testament. Het geschrift bestaat uit twee delen, namelijk de Acta Pilati, ofwel Handelingen van Pilatus, en de Descensus Christi ad Inferos, ofwel Hellevaart van Christus.

Het Evangelie van Nikodemus gaat over Jezus' proces, veroordeling, kruisiging en verblijf in de Hel. In het Evangelie van Nikodemus is de Hel een plaats waar iedereen heengaat. Christus reist ernaar toe om vroege aartsvaders en martelaars te bevrijden.

De eerste helft beweert een ooggetuigeverslag te zijn van Jezus' proces en executie. Het is daarbij de enige bron die vermeldt dat Christus zijn moeder zag op zijn kruisvaart. Sommige schriftgeleerden vermoeden dat dit boek de aanleiding was voor de tegenwoordige kruisweg.

De inleiding van het geschrift verwijst naar keizer Theodosius II, waaruit blijkt dat het zijn uiteindelijke vorm heeft gekregen aan het begin van de vijfde eeuw. Meestal neemt men echter aan dat het werk grotendeels in de loop van de vierde eeuw geschreven is.

Volgens de makers van de documentaire 'Banned from the Bible' werd oorspronkelijk overwogen het Evangelie van Nikodemus in de Bijbel op te nemen, maar is het op onder meer inhoudelijke gronden daaruit geweerd. De vroegste verwijzing naar het geschrift vinden we echter pas bij Epiphanius in 375 en 376, in de periode dat de canon van het Nieuwe Testament al zo goed als vaststond.

De meningen over het Evangelie van Nikodemus onder schriftgeleerden zijn verdeeld. Sommigen beschouwen het als het verkrijgen van bekeerlingen met dreigementen en daarom als een vorm van vervalsing. Anderen zien Nikodemus als overbodig. Een derde groep ziet het boek als te speculatief, omdat zij de Hel beschouwen als een geestestoestand, niet als een werkelijke bestaande locatie.

Het boek was populair en bleef in omloop tot in ieder geval de zestiende eeuw. Volgens de makers van de documentaire 'Banned from the Bible' verboden Maarten Luther en andere protestantse leiders hun volgelingen het te lezen.

bron: wikipedia 
Christus' hellevaart; houtsnede 15de eeuw; Rijksmuseum Amsterdam

2 opmerkingen:

  1. In de Apostolische Geloofsbelijdenis, die bij elke katholieke kerkdienst door alle gelovigen wordt uitgesproken, en waarop de protestantse kerken zich ook baseren, staat o.a.: "Ik geloof in Jezus Christus, ..... die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden". Hieruit maak ik op dat de hel niet louter als een geestestoestand wordt beschouwd. Ook staat er in de Geloofsbelijdenis: "Ik geloof in de verrijzenis van het lichaam", waaruit ook blijkt dat het niet alleen om een geestelijke zaak gaat. Theologen kunnen er meer over vertellen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De geoloog Salomon Kroonenberg heeft op drie plaatsen in Jeruzalem gezocht naar de ingang van de hel:

      1. De Heilige Grafkerk, met de graftombe van Jezus;
      2. Salomo’s steengroeve onder Jeruzalem;
      3. Het dal van Gehenna.

      Hij eindigt zijn verslag met een verwijzing naar de Openbaring van Johannes, “waar enig inzicht in de ondergrond te bespeuren valt.”
      Daarin is sprake van een afgrond en van een poel van vuur en sulfer (= zwavel). (Statenvertaling)
      Dat zijn kennelijk verschillende plaatsen, er is dus toch enige ruimtelijke ordening onder de grond. Maar Kroonenberg heeft ze niet kunnen vinden.

      Verwijderen