Ostern is het gewone Duitse woord voor Pasen; het komt overeen met Engels Easter.
De Latijnse liturgiediensten op de vroege paasmorgen werden wel albae (paschālēs) genoemd. Albae is het meervoud van alba, het vroege morgenlicht; in de albae herdacht men de wederopstanding van Christus uit het graf in de vroege ochtend.
De vertaling van albae in het Duits en het Engels leverde Ostern en Easter op: het morgenrood begint immers in het oosten.
In het Oudnederlands komt ostermanoth, letterlijk ‘paasmaand’, voor als benaming voor → april; het geschrift waarin deze naam voorkomt, is vertaald uit het Duits.
bron: etymologiebank.nl
Het Franse woord "aube" is afkomstig van het Latijnse "alba" en betekent ook dageraad. In de Franse middeleeuwse literatuur was het "chanson d'aube" een geliefd poëtisch genre, het wachterlied, waarin de minnaars het ochtendgloren vrezen dat hen zal scheiden.
BeantwoordenVerwijderen