zondag 24 april 2016

Wim Ruska

Foto Ron Kroon/Anefo
Ik weet niet of ieder mens de biograaf krijgt die hij verdient, maar het boekje dat Wim Koesen over Ruska schreef – met een voorwoord van Peter Buwalda - vind ik toch wel erg mager. Klein formaat, amper 170 bladzijden tekst. Het geeft wel een beeld van zijn jeugd, en ook wel van zijn judo-carrière, maar daar blijft het dan ook wel bij. Je wordt weinig wijzer over de persoon Ruska, en over zijn leven naast de sport. Noch op het familieleven, noch op de zakelijke activiteiten wordt ingegaan. Dan mis je toch wel een groot deel van iemands leven.

Ruska en Geesink – dat zijn twee kanten van één medaille. Ruska heeft altijd in de schaduw van Geesink gestaan. Niet als judoka, maar wel als persoonlijkheid. Geesink zou je kunnen zeggen, had meer ‘inhoud’. Geesink was veel in de publiciteit, op een vergelijkbare manier overigens als Johan Cruijff, namelijk met veel geruzie. 
Erbij gezegd moet worden dat Ruska ook veel pech gehad heeft. Hij werd Olympisch kampioen in München 1972, dat was net op het moment van de aanslag op de Israelische sporters. De Spelen werden daarop niet afgelast, maar velen trokken zich terug. Ruska niet en dat werd hem niet door iedereen in dank afgenomen. Een majeure teleurstelling. 

In 2001, hij was toen 61, kreeg hij een beroerte waarvan hij niet meer hersteld is. Nog 14 jaar heeft hij met deze handicap moeten leven tot hij begin vorig jaar overleed. Intriest. (De oudere Geesink overleed in 2010.) 
Het aardige aan terugblikken als deze is dat je ook altijd weer op bekende, half vergeten namen stuit. Ik noem Jon Bluming, Bert Kops, Jan en Peter Snijders e.a. 
 ***
Wim Koesen, Ruska (2011)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten