In Trouw van 28 januari schrijft Arlette Dwarkasing een lofzang op de stichting AAP en met name over David van Gennep. Die blijkt tijd te hebben om een boek te schrijven, getiteld: Een apenleven lang. Het verschijnt volgende week.
Zij schrijft: “AAP redt uitheemse dieren die afkomstig zijn van illegale handel, proefdierlaboratoria, dubieuze dierentuinen, circussen, en soms van particulieren.”
Dit is niet helemaal juist: de proefdierlaboratoria horen eigenlijk niet in dit rijtje thuis. Opvang hiervan gebeurt hoogst zelden; de praktijk is dat proefdieren afgemaakt worden. (ruim 1 miljoen p.j.)
De overige opvang wordt door AAP in stand gehouden. Anders gezegd: daar leven de tientallen medewerkers in Almere van. De stichting verzuimt haar invloed aan te wenden om een wettelijk verbod op dergelijke praktijken tot stand te doen komen, en naleving ervan te doen handhaven.
Voor de dieren betekent AAP niet veel meer dan tijdelijk een wat betere kooi. Na enige tijd worden ze weer doorgeschoven naar de volgende dierentuin.
De enige keer dat AAP iets gedaan heeft om te komen tot een structurele oplossing is in het geval van circussen. Ze levert een bijdrage aan de stichting die dieren uit circussen weg wil hebben, genaamd: ‘Wilde dieren de tent uit’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten