dinsdag 10 juli 2012

Infrarood

Infrarood of infrarode straling, voor het oog niet waarneembare elektromagnetische straling, met golflengten tussen circa 780 nanometer en 1 mm (106 nm), dus tussen het (zichtbare) rode licht en de microgolven.

Infrarood betekent 'onder het rood', omdat de frequentie van infraroodstraling iets lager ligt dan die van het rood.

William Herschel ontdekte in 1800 het infrarood. Hij deed dat door met een thermometer de temperatuur te meten van het spectrum van licht dat door een prisma viel. Hij stelde vast, dat de temperatuur in het rode deel van het spectrum hoger was dan in het blauwe deel. In het deel van het spectrum dat voorbij het rood lag mat hij een nog hogere temperatuur en hij concludeerde, dat er in dit deel van het spectrum licht bestaat dat niet voor het menselijk oog waarneembaar is.

Infrarode stralen zijn onzichtbaar, maar op de huid waarneembaar door hun warmtewerking; ze werken ook in speciale fotografische emulsies en kunnen ook zichtbaar worden gemaakt met een warmtebeeldkijker: thermografie. Dit is een speciale camera met een detector gebaseerd op halfgeleidermateriaal, zoals germanium.
Detectoren die infraroodstraling waarnemen door hun warmtewerking worden bolometers genoemd.

Ook dieren kunnen infrarood waarnemen. Groefkopadders met als bekende vertegenwoordigers de ratelslangen hebben speciale groefjes tussen neusgat en oog waarmee ze warme prooien kunnen detecteren. De groeven bevatten een grote dichtheid aan warmtereceptoren die gevoelig zijn voor de temperatuurstijging. Door de komvormige constructie krijgt de slang een beeld van de omgeving, waarin ze hun prooi kunnen lokaliseren.
Net zoals bij de ogen stellen de gepaarde groeven de slang in staat ook diepte waar te nemen, zodat ze warme prooien met redelijke precisie in het donker kunnen bijten. Voor een groefkopadder zijn knaagdieren en vogels die slechts een fractie warmer zijn dan de achtergrond, heel duidelijk waar te nemen.
Slangen kunnen temperatuurverschillen tot 0,003 °C waarnemen.

Ook de boa’s en pythons hebben onafhankelijk van de groefkopadders warmtegevoelige organen ontwikkeld.
bron: wikipedia

Geen opmerkingen:

Een reactie posten