dinsdag 3 maart 2015

Knar, de Gakker

Dit is de tijd van Knar, de Gakker,
        De afgekaarde, kolle kwant;
        Die, zonder troel of bollenknakker
        Knoerst door kleffend klonterland.
        In de natte sloor der deemster
        Kwakt zijn stamp de grolle beemster
        En de grauwsels van de triester
        Droppen klam langs brauw en kniester.

Er is geen onder aan de kimmen.
        De kwabbelnevels zwerken laag,
        Zij wielen grollig, zonder klimmen
        Naar de holling, blak en vaag.
        En de holle hijg van dasem
        Knierpt de stilte vol gewasem –
        Vol van kloning en gesakker;
        Kijk, daar knoert hij: Knar, de Gakker.


        Marten Toonder (1912-2005)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten