vrijdag 21 augustus 2015

Honingbij (anatomie)



01.     tong
02.     uitmonding van speekselklieren  
03.     onderkaak
04.     bovenkaak
05.     bovenlip
06.     onderlip
07.     bovenkaakklier (boven mandibelklier)
08.     achterkaakklier (achter mandibelklier)
09.     keelgat
10.  voorste voedersapklier  
11.  hersenen
12.  puntogen
13.  borstspeekselklier
14.  borstspieren (vliegspieren)
15.  vleugelgesp
16.  voorvleugel
17.  achtervleugel
18.  bloedsomloop
19.  ademhalingsopening (stigma)
20.  luchtzak
21.  middendarm
22.  hartkleppen
23.  dunne darm
24.  nasonovklier
25.  achterlijfsklieren
26.  endeldarm
27.  anus
28.  angelschede
29.  gifblaas
30.  borstelmembraam
31.  gifklieren
32.  kleine klier
33.  zaadblaas (spermatheca)
34.  WASKLIEREN
35.  ventrale zenuw snoer
36.  pijp van honingventiel
37.  trechter van honingventiel
38.  ingang honingventiel
39.  honingmaag
40.  hoofdslagader
41.  slokdarm
42.  zenuwstelsel
43.  kaak
44.  pollenkam 

Een stekende honingbij, de angel laat los.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten