dinsdag 16 februari 2016

Bloedsomloop

William Harvey (1578-1657) was een Britse arts en natuuronderzoeker. Hij staat bekend als de man die de grootste verandering heeft gebracht in het beeld dat bestond over de bloedsomloop. Hij is ook degene die daadwerkelijk heeft ontdekt dat er een circulatie bestaat. In zijn boek exercitatio anatomica de motu cordis et sanguinis in animalibus uit 1628 beschrijft hij hoe hij deze ontdekking heeft gedaan. Eerst heeft hij de hoeveelheid bloed die het hart per half uur passeert, kwantitatief bekeken. Dit leidde ertoe dat  het beeld dat Galenus had van het ontstaan van bloed, niet juist kon zijn. Om de door Harvey berekende hoeveelheid bloed namelijk het hart te laten passeren, moest er door de lever vanuit het ingenomen voedsel een zeer grote hoeveelheid bloed per dag gevormd worden. De hoeveelheid voedsel die een persoon hiervoor moest nuttigen was veel groter dan een individu in werkelijkheid deed en kon.
Hieruit concludeerde Harvey vervolgens dat het bloed dus in een kringloop moest bewegen om zo telkens opnieuw het hart te kunnen passeren. Hiervoor zou er in de periferie van de bloedsomloop volgens Harvey een verbinding moeten bestaan tussen slagaders en aders, wij kennen deze verbindingen nu als haarvaten.


Harvey begreep niet wat het nut van de bloedsomloop was. Want zuurstof werd pas in 1771 ontdekt! Bijna 150 jaar later. Men begreep algauw dat dit gas, hoewel het maar een vijfde deel van de lucht van onze planeet uitmaakt, verbranding mogelijk maakt, alsmede het ademen van mens en dier (en plant, gedurende de duisternis). 
Het was Antoine Lavoisier die het zijn wetenschappelijke naam oxygenium (zuurvormer) gaf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten