De mens
kan geen gras verteren. Hij bezit namelijk geen verteringssappen die de wand
van een plantaardige en de vaatbundels (nerf) kunnen afbreken. Deze bestaan
voornamelijk uit cellulose.
Planteneters
kunnen dit wel, dankzij de aanwezigheid van micro-organismen in hun
maag-darmkanaal. Bij herkauwers, zoals de koe, het schaap, de wisent, de bizon
en de gnoe vindt deze microbiële vertering (fermentatie) plaats in de voormagen
(netmaag, pens en boekmaag).
Bij andere
planteneters zoals paard en olifant, vindt deze fermentatie plaats in de dikke
darm.
De mens eet alleen de zaden van grassen. Die bevatten geen
cellulose, maar hoofdzakelijk zetmeel. Soms kunnen de zaden tot wel 20% suiker
bevatten, zoals bij suikermais, waarvan de onrijpe zaden als groente gegeten
wordt. Door selectie en veredeling zijn grassoorten ontstaan, die zo veel
mogelijk energie in zaadproductie
stoppen in plaats van in celwanden en nerven.
cis-3-hexenol of bladalcohol is een eenvoudige organische verbinding die verantwoordelijk is voor de geur van versgemaaid gras en de smaak van groene thee.
Het behoort tot de stofklasse der alcoholen en komt gewoonlijk voor in lage concentraties in diverse, voornamelijk groene planten. Het heeft een aantrekkingskracht op plantenetende insecten. Vandaar de triviale naam bladalcohol.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten