zondag 21 oktober 2012

Marsupialia (buideldieren)


Denny Christian maakte jaren geleden een liedje over een ‘Marsupilami’, dat vooral bekend is door het refrein ‘Hoeba hoeba hoeba hop’, dat de van oorsprong Duitse Schlagerzanger goed afging..
Van Haersma Buma reciteerde het dezer dagen in de Tweede Kamer om de verhouding tussen Rutte en Samsom mee aan te geven: “Wij zijn twee vriendjes”.

In de tekst van het liedje zegt ‘Maripulami’ dat hij door de vriendjes meegenomen is uit het oerwoud:“In 't oerwoud was ik blij tussen de hoge bomen, maar jouw vrienden hebben mij met zich meegenomen.” Lekkere vriendjes, denk je dan.

Marsipulami is een fantasiedier. De naam lijkt een verbastering van Marsupialia, de buideldieren. Hiertoe behoren de kangoeroes, met hun grappige wijze van voortbewegen: hoeba hoeba hoeba hop.

Van het embryo van het buideldier wordt gevergd dat het direct na de geboorte in de buidel klimt! Mogelijk verhinderde die eigenschap de (evolutionaire) ontwikkeling van de voorpoten, bijv. tot hoeven. In de buidel verblijft het dan nog vele maanden.

Toen de Europeanen in Australië konijnen invoerden, ontstond er een plaag van konijnen, die voedselconcurrenten zijn van veel soorten buideldieren.

Toen kwam men op het idee om ook vossen in te voeren, die de konijnen zouden eten, maar die aten weer veel liever buideldieren…

Deze ellendige geschiedenis gaat nog verder:

In de vijftiger jaren van de vorige eeuw werd er een virus geïntroduceerd. Het heette Myxoma Virus en het veroorzaakte de dodelijke ziekte Myxomatose. Er werd een virus ontwikkeld dat effectief en soortgericht was (alleen zou werken op specifieke soorten). Het Myxomavirus werd vrijgelaten in vijf verschillende gebieden in het zuiden van New South Wales.
Het virus verloor echter mettertjd zijn effect en de populaties herstelden weer, doordat de konijnen die immuun waren voor het virus bleven leven. Men introduceerde de Europese konijnenvlo in 1957 en opnieuw in 1966 om te proberen het virus een nieuwe stimulans te geven. Ook hier was het effect van korte duur. Uiteindelijk werd in 1993 de Spaanse konijnenvlo geïntroduceerd in de hoop de konijnenplaag te verhelpen, maar de vlo stierf uit in de warme gebieden.
In 1995 werd er een Calicivirus ingevoerd waardoor het aantal konijnen naar beneden werd gebracht, maar de populatie herstelde weer.

Het virus heeft zich van daaruit naar Europa verspreid. In enkele jaren waren het hele Europese continent en Groot-Brittannië besmet en werd de wilde konijnenpopulatie gedecimeerd. De ziekte komt voor bij Europese wilde konijnen en tamme konijnen. Bij hazen komt de ziekte niet voor: deze dieren zijn er resistent tegen.

Nu is men bezig een immunocontracept te ontwikkelen om het aantal konijnen te verminderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten