De Heeren des Kerkeraads doen U te weten, hoe zij sedert
langen tijd kennis hebbende van de slechte meeningen en werken van Baruch
d'Espinoza, hem op verschillende wegen en beloften poogden terug te brengen van
zijn slechten weg en, hem niet kunnende genezen, maar integendeel dagelijks
meerder kennis krijgende van de afschuwelijke ketterijen, die hij deed en
leerde en de ijslijke werken die hij wrocht, daarvan velerlei geloofwaardige
getuigen erlangden, die spraken en getuigden van den gezegden Spinoza, waardoor
hij overtuigd werd.
Hetwelk alles onderzocht in tegenwoordigheid der HH. Wijzen,
beraadslaagden zij met hun goedvinden, dat gezegde Espinoza zou gevloekt en
gebannen worden uit het volk van Israël, gelijk zij thans in banvloek stellen
en met den volgenden banvloek doen:
- met het oordeel der engelen en de uitspraak der Heiligen,
vloeken, bannen, verwenschen en vervloeken wij Baruch d'Espinoza, met
goedvinden der kerkelijke rechtbank en van deze geheele heilige gemeente, ten
aanzien der heilige boeken, naar de zeshonderddertien voorschriften die daarin
geschreven staan,
- met den banvloek waarmee Jozua Jericho vloekte,
- met de verwensching waarmee Eliza de kwajongens verwenschte
en met al de vervloekingen, die in de wet geschreven zijn.
Hij zij verwenscht bij dag en bij nacht, hij zij verwenscht
in zijn liggen en verwenscht in zijn opstaan, hij zij verwenscht in zijn
uitgaan en verwenscht in zijn ingaan; nimmer moge de Heer hem vergeven en
voortaan de woede des Heeren en zijn ijver op dezen mensch branden, en hem
opleggen alle vloeken, geschreven in het boek dezer wet;
en de Heer zal zijn naam verdelgen van onder den hemel en de
Heer zal hem uitstooten ten verderve uit aIle stammen Israels, met al de
verwenschingen van het firmament, geschreven in het boek dezer wet; en gij de
verkleefden aan den Heer uwen God, blijft heden allen behouden!
Waarschuwende, dat hem niemand mondeling mag spreken,
niemand bij geschrifte, niemand hem eenige gunst verleenen, niemand onder een
dak met hem verblijven, niemand op vier ellen afstand van hem vertoeven,
niemand eenig papier lezen, door hem gemaakt of geschreven.
Den 27sten Juli 1656
Commentaar
Lodewijk van Deijssel maakte in de vorige eeuw naam met scheldkritieken. In
onze tijd is het Jeroen Brouwers die op dit
gebied een reputatie opgebouwd heeft.
In de zeventiende eeuw kon men er echter ook wat van. Het
lezen van Jozua en Eliza, en bijbelstudie in het algemeen, blijken in dit opzicht vormende
waarde te hebben.
De verwensingen aan Spinoza’s adres zijn in ieder geval
literair van niveau, en passend bij zijn statuur. De jongeman was in 1656 al
ongenietbaar, hij was toen nog maar 24 jaar…
En het werd nog veel erger: n'en déplaise "HH. Wijzen, engelen en Heiligen", - de man zou een van de beroemdste
landgenoten worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten