Gedrieën in een bank gedreven,
ondoorgrondelijk ogenblik
van stilte ... de blonde Goudriaan
vooraan,
de schele Kast, die jongen van Peen
ruggelings tegen het Periodiek Systeem,
de mooie zware Wieke van der Linden
naast de leraar die zij beminde,
de kleine Vink, de dorre Krol,
magere Kossen, Kooiman de hater,
Spoelstra de schaker, Johnnie de meid,
Rie die zo lachen kon, edoch later
nog zoveel heeft geschreid —
wij waren, voor we heengingen
over de aarde, een tel bijeen.
Gerrit Krol
Geen opmerkingen:
Een reactie posten