GroenLinks kon de Partij voor de Dieren aan een extra zetel
helpen, ze deden het niet. Waarom?
Afgelopen dinsdag had GroenLinks de unieke mogelijkheid om
de Partij voor de Dieren aan een extra zetel te helpen in de Eerste Kamer. GroenLinks
had stemmen over om haar eigen vier Senaats-zetels veilig te stellen, de Partij
voor de Dieren had nèt te weinig stemmen voor drie zetels. Slechts één
GroenLinks-Statenlid in een middelgrote provincie hoefde Partij voor de Dieren
te stemmen. Ze deden het niet. Hierdoor ging de restzetel naar het CDA. Waarom?
Afgelopen weekend schreef ik op Joop.nl: De psychologie van de zeteldans :
“Natuurlijk gaat GroenLinks haar groene bondgenoot aan die extra zetel helpen. Er is maar zo weinig voor nodig, het kost ze niets. Natuurlijk wil GroenLinks niet een extra zetel voor het CDA, hoeder van de intensieve veehouderij die klimaat, milieu en dierenwelzijn bedreigt.”
Ik kon wel psychologische motieven bedenken waarom GroenLinks haar electorale concurrent niet zou steunen:
1) competitiedrang kan sterker zijn dan het streven om je eigen idealen makkelijker te realiseren
2) de behoefte aan meer macht kan ertoe leiden dat je de afstand tussen jezelf en ander opkomend talent wilt vergroten
3) leden van minderheidsgroepen willen, als ze eenmaal serieus genomen worden, laten zien dat zij meetellen en hun soortgenoten niet
Maar deze drijfveren achtte ik zo kleinzielig, zo tegengesteld aan de hogere waarden waar GroenLinks voor staat, aan het sociale, coöperatieve, solidaire dat bij GroenLinks past – het leek me ondenkbaar dat dit de doorslag kon geven.
En toch gebeurde het. Waarom? In de reacties onder mijn opiniestuk opperden sommigen dat het niet mag, maar dat is onjuist. De Eerste Kamerverkiezingen kennen geen lijstverbindingen meer (zoals die er in sommige provincies waren bij de Provinciale Staten-verkiezingen, bijvoorbeeld tussen … GroenLinks en de PvdD, jawel!) maar Statenleden mogen wel strategisch stemmen. Natuurlijk moet dat niet lukraak gebeuren, dan loop je inderdaad kans dat je je stemmen voor eigen partij verspeelt. Maar als het partijbestuur dit regisseert, kan het ideologische bondgenoten een duwtje geven en vijanden remmen. Het partijbestuur van GroenLinks deed precies het tegengestelde. Waarom?
In De Volkskrant zei ‘een woordvoerder’ dat ze geen stemmen voor de eigen partij wilden verliezen. Er kan bijvoorbeeld altijd iemand ziek zijn, die stem ben je dan kwijt. Op Twitter legde @volgzwijn uit dat Statenleden elkaar kunnen machtigen als er iemand ziek is. Probleem opgelost. De verklaring van de woordvoerder leek daarmee gereduceerd tot een slappe smoes.
Geen reactie van GroenLinks. Sterker nog: ondanks vele tweets over dit onderwerp (zoek op @roosvonk en @groenlinks, dan vind je ze) kwam er geen respons. Zelfs na een expliciet verzoek van GroenLinks-Statenlid Hagar Roijakkers aan interim-voorzitter Marjolein Meijer om het besluit toe te lichten, verwaardigde deze zich niet om überhaupt te reageren.
Ik begrijp overigens best dat je op Twitter niet iedere zeurkous te woord staat. Maar de verontwaardiging over het stemadvies van het bestuur aan haar Statenleden was breed – onder PvdD’ers, die zich verraden voelden (@hildafeenstra: 'There’s a special place in hell for greens who don’t help other greens'), maar ook onder GroenLinks-stemmers, getuige bijvoorbeeld de tweet van @DylanvR: 'Ik lees dat @groenlinks zijn reststemmen - mijn stem - eerder gunt aan het CDA dan aan de PvdD. Ik ben woedend.'
We zien hier, kortom, een partij die met een doorzichtige smoes haar ideologische medestander laat vallen als een baksteen, ten faveure van CDA (die inderdaad de restzetel kreeg), en vervolgens in alle talen zwijgt over het waarom. Je eerste gedachte is: knullig, webcare 0.0. Maar ik vrees dat het juist heel gewiekst is: als je je mond houdt, als je niet reageert, dan denken mensen er niet meer aan en waait het het snelst over. Als je reageert, gooi je alleen maar olie op het vuur.
Iets vergelijkbaars gebeurt bij Rabobank, die verwijst naar een webpagina waarop staat dat ze dierenwelzijn reuze belangrijk vinden bij hun investeringen in de intensieve veehouderij, maar ook na herhaald aandringen niet thuis geeft wanneer je vraagt hoe dat concreet tot uiting komt.
Het is de arrogantie van de macht, die zich kan permitteren om te doen wat haar goeddunkt, te spreken wanneer het haar blieft – wanneer ze haar besluiten kan verpakken in een goed PR-praatje – en te zwijgen wanneer dat beter uitkomt. Dat is de reden waarom ik nu opnieuw in de pen klim: ik kan het niet uitstaan dat organisaties daarmee wegkomen. Zwijgen betekent voor mij dat je iets gedaan hebt wat je niet uit kunt leggen, en elke keer als dat gebeurt zouden de media daar ruim aandacht aan moeten besteden.
Maar het heeft ook nog een interpersoonlijke betekenis: zwijgen, niet reageren op iemands vragen, is respectloos. Als je zoiets doet wat GroenLinks nu heeft gedaan, en je kunt het uitleggen, dan bel je de betrokkene op, of je gaat even langs, zodat je je overwegingen kunt uitleggen. Als je het zo aanpakt kun je de relatie handhaven zelfs wanneer je iets doet dat voor de ander onprettig is. Je zorgt ervoor dat het vertrouwen en het respect niet worden ondermijnd. Uit betrouwbare bron weet ik dat dit hier niet is gebeurd.
Nog helemaal los van de idealen, en dit stemadvies dat in mijn optiek ondermijnend was voor de groene zaak, zegt het niet veel goeds over een partij als je zo’n moeite hebt met reageren op kritiek en tonen dat je staat voor wat je doet. Ik zit niet in de politiek, gelukkig maar, want ik zou na zo’n akkefietje niet in staat zijn om bij een volgend onderwerp weer onbevangen samen te werken. Maar ik ben wel kiezer, en mijn stem gaat niet meer naar GroenLinks.
“Natuurlijk gaat GroenLinks haar groene bondgenoot aan die extra zetel helpen. Er is maar zo weinig voor nodig, het kost ze niets. Natuurlijk wil GroenLinks niet een extra zetel voor het CDA, hoeder van de intensieve veehouderij die klimaat, milieu en dierenwelzijn bedreigt.”
Ik kon wel psychologische motieven bedenken waarom GroenLinks haar electorale concurrent niet zou steunen:
1) competitiedrang kan sterker zijn dan het streven om je eigen idealen makkelijker te realiseren
2) de behoefte aan meer macht kan ertoe leiden dat je de afstand tussen jezelf en ander opkomend talent wilt vergroten
3) leden van minderheidsgroepen willen, als ze eenmaal serieus genomen worden, laten zien dat zij meetellen en hun soortgenoten niet
Maar deze drijfveren achtte ik zo kleinzielig, zo tegengesteld aan de hogere waarden waar GroenLinks voor staat, aan het sociale, coöperatieve, solidaire dat bij GroenLinks past – het leek me ondenkbaar dat dit de doorslag kon geven.
En toch gebeurde het. Waarom? In de reacties onder mijn opiniestuk opperden sommigen dat het niet mag, maar dat is onjuist. De Eerste Kamerverkiezingen kennen geen lijstverbindingen meer (zoals die er in sommige provincies waren bij de Provinciale Staten-verkiezingen, bijvoorbeeld tussen … GroenLinks en de PvdD, jawel!) maar Statenleden mogen wel strategisch stemmen. Natuurlijk moet dat niet lukraak gebeuren, dan loop je inderdaad kans dat je je stemmen voor eigen partij verspeelt. Maar als het partijbestuur dit regisseert, kan het ideologische bondgenoten een duwtje geven en vijanden remmen. Het partijbestuur van GroenLinks deed precies het tegengestelde. Waarom?
In De Volkskrant zei ‘een woordvoerder’ dat ze geen stemmen voor de eigen partij wilden verliezen. Er kan bijvoorbeeld altijd iemand ziek zijn, die stem ben je dan kwijt. Op Twitter legde @volgzwijn uit dat Statenleden elkaar kunnen machtigen als er iemand ziek is. Probleem opgelost. De verklaring van de woordvoerder leek daarmee gereduceerd tot een slappe smoes.
Geen reactie van GroenLinks. Sterker nog: ondanks vele tweets over dit onderwerp (zoek op @roosvonk en @groenlinks, dan vind je ze) kwam er geen respons. Zelfs na een expliciet verzoek van GroenLinks-Statenlid Hagar Roijakkers aan interim-voorzitter Marjolein Meijer om het besluit toe te lichten, verwaardigde deze zich niet om überhaupt te reageren.
Ik begrijp overigens best dat je op Twitter niet iedere zeurkous te woord staat. Maar de verontwaardiging over het stemadvies van het bestuur aan haar Statenleden was breed – onder PvdD’ers, die zich verraden voelden (@hildafeenstra: 'There’s a special place in hell for greens who don’t help other greens'), maar ook onder GroenLinks-stemmers, getuige bijvoorbeeld de tweet van @DylanvR: 'Ik lees dat @groenlinks zijn reststemmen - mijn stem - eerder gunt aan het CDA dan aan de PvdD. Ik ben woedend.'
We zien hier, kortom, een partij die met een doorzichtige smoes haar ideologische medestander laat vallen als een baksteen, ten faveure van CDA (die inderdaad de restzetel kreeg), en vervolgens in alle talen zwijgt over het waarom. Je eerste gedachte is: knullig, webcare 0.0. Maar ik vrees dat het juist heel gewiekst is: als je je mond houdt, als je niet reageert, dan denken mensen er niet meer aan en waait het het snelst over. Als je reageert, gooi je alleen maar olie op het vuur.
Iets vergelijkbaars gebeurt bij Rabobank, die verwijst naar een webpagina waarop staat dat ze dierenwelzijn reuze belangrijk vinden bij hun investeringen in de intensieve veehouderij, maar ook na herhaald aandringen niet thuis geeft wanneer je vraagt hoe dat concreet tot uiting komt.
Het is de arrogantie van de macht, die zich kan permitteren om te doen wat haar goeddunkt, te spreken wanneer het haar blieft – wanneer ze haar besluiten kan verpakken in een goed PR-praatje – en te zwijgen wanneer dat beter uitkomt. Dat is de reden waarom ik nu opnieuw in de pen klim: ik kan het niet uitstaan dat organisaties daarmee wegkomen. Zwijgen betekent voor mij dat je iets gedaan hebt wat je niet uit kunt leggen, en elke keer als dat gebeurt zouden de media daar ruim aandacht aan moeten besteden.
Maar het heeft ook nog een interpersoonlijke betekenis: zwijgen, niet reageren op iemands vragen, is respectloos. Als je zoiets doet wat GroenLinks nu heeft gedaan, en je kunt het uitleggen, dan bel je de betrokkene op, of je gaat even langs, zodat je je overwegingen kunt uitleggen. Als je het zo aanpakt kun je de relatie handhaven zelfs wanneer je iets doet dat voor de ander onprettig is. Je zorgt ervoor dat het vertrouwen en het respect niet worden ondermijnd. Uit betrouwbare bron weet ik dat dit hier niet is gebeurd.
Nog helemaal los van de idealen, en dit stemadvies dat in mijn optiek ondermijnend was voor de groene zaak, zegt het niet veel goeds over een partij als je zo’n moeite hebt met reageren op kritiek en tonen dat je staat voor wat je doet. Ik zit niet in de politiek, gelukkig maar, want ik zou na zo’n akkefietje niet in staat zijn om bij een volgend onderwerp weer onbevangen samen te werken. Maar ik ben wel kiezer, en mijn stem gaat niet meer naar GroenLinks.
Roos Vonk
Groen Links is gewoon een stelletje verraders en daar zou mijn stem NOOIT naar toe gaan. Ook al voor dit verhaal hebben ze hun "groene" kant verloochend.
BeantwoordenVerwijderenGL blijft toch wèl een geschikte partij voor mensen met een oppervlakkig groen geweten, dat zich makkelijk laat sussen...
BeantwoordenVerwijderenDe kattenkruisigingsaffaire maakte al dat ik bij de Gemeenteraadsverkiezingen niet op GroenLinks stemde (PvdD deed in mijn gemeente niet mee). Bovengenoemd stemgedrag van GL toont aan dat het een partij is die macht belangrijker vindt dan principes. Niet voor niets ben ik na ruim 20 jaar lidmaatschap uit de voormalige PSP gestapt toen die in GL opging.
BeantwoordenVerwijderenGoed stukkie,
BeantwoordenVerwijderenze schrijft trouwens ook goeie psychologieboeken
"De eerste indruk" is een goed boek