Welstandscommissies hebben
het moeilijk. Ze keuren vergunningaanvragen af omdat ze een bouwsel ‘niet
passend’ vinden. Het woord ‘mooi’ wordt uiteraard angstvallig vermeden; er
wordt verwezen naar de criteria in de gemeentelijke welstandsnota. Als
afschrikwekkend voorbeeld van verrommeling wordt Vlaanderen opgevoerd.
De Rijdende Rechter werd
met zo’n kwestie geconfronteerd in Purmerend. Daar had een burger zijn hele
tuin op de hoek met houten schuttingen afgezet, en op een deel daarvan wilde
hij ook nog eens een rood-bruin schuin dak plaatsen. Dat moest iets als een
carport worden. Afgekeurd door de welstandscommissie moest het hele werk
afgebroken worden.
De Rijdende Rechter werd
erbij geroepen. De hoofdpersonen, resp. wethouder, lid welstandscommisie en
boze burger, waren niet de meest tv-genieke personen, maar dat maakte het
alleen maar echter. Er werd een ritje met alle betrokkenen in een glimmende,
ouderwetse open brandweerauto door de buitenwijken gemaakt, en er werd
afgestapt bij bouwsels die volgens de klager op het zijne leken en die wel
toegestaan waren. Als getuige-deskundige reed Cees Dam mee, de gerenommeerde
architect, die de zaak echter niet heel serieus leek te nemen.
Als ervaren jurist loste
Mr. Visser het geschil handig op. Hij maakte gebruik van de conversatie die hij
met wethouder en lid welstandscommissie gevoerd had. Die hadden verklaard dat
men er in onderling overleg vermoedelijk wel uitgekomen was, maar dat de burger
dat overleg niet gezocht had en op eigen houtje aan de slag gegaan was. Mr.
Visser hakte de knoop als volgt door. Het bouwwerk werd toegestaan – onder
voorwaarden. Het dak mocht niet schuin, maar moest plat worden. De rest heb ik
niet onthouden, maar de burger had er vrede mee. En de wethouder leek te kunnen
leven met dit lesje in conflictoplossing.
Video hier
Geen opmerkingen:
Een reactie posten