zondag 15 september 2013

“Leden van de Staten-Generaal….”



“Leden van de Staten-Generaal….”

Zo begint Willem Alexander dinsdag de Troonrede. Gewend aan de geknepen en geaffecteerde stem van Beatrix zijn we nu benieuwd hoe de zoon het voorlezen ervan afbrengt. De inhoud is in hoofdlijnen bekend, nu het CPB de basisteksten al naar buiten gebracht heeft en de media er al over gepubliceerd. Om de inhoud gaat het dus minder dan om de plechtigheid van de voorlezing. Nu eens niet uit de Schrift maar uit de Macro-economische Verkenning. Je kunt het ‘plechtigheid’ noemen, het is in ieder geval theater. Hoe gedragen gaat de toon worden? En hoe eindigt het: met de 'bede'?

De kamerleden werken hieraan ten volle mee. De heren trekken hun uniform aan - de krijtstreep - terwijl de dames de voorstelling luister bijzetten door het dragen van gekke hoedjes.

De locatie verhoogt het absurdistische karakter van het geheel. De Ridderzaal is er namelijk niet erg geschikt voor, in ieder geval niet in de huidige opstelling. Het vreemde is namelijk dat de troon, op een verhoging, opgesteld is aan de lange zijde van de zaal. Je zou een simpele opstelling verwachten met de troon in het midden van de korte zijde, en de kamerleden in rijen daarvoor gezeten. Nee dus.

De 75 leden van de Eerste Kamer zitten recht tegenover de troon. Tot hen wordt rechtstreeks het woord gericht. De leden van de Tweede Kamer zitten daar, als tweede garnituur, haaks op: 75 aan de ene kant, 75 aan de andere. Die symmetrie is blijkbaar van een hogere betekenis. Om de koning te kunnen zien moeten de tweedekamerleden het hoofd schuinhouden. Op den duur een tikje ongemakkelijk. Ministers en staatssecretarissen zitten naast de troon.

De gehele parade overziende zou ik willen voorstellen het volgend jaar eens te proberen in de Koninklijke Schouwburg, op een steenworp afstand van de Ridderzaal. Dat maakt nog duidelijker dat we hier een toneelstukje opvoeren, in het kader van modern ceremonieel koningschap. Plaatsing van de kamerleden is daar geen probleem meer, er is plaats in de zaal voor 321 mensen, met de balkons erbij 500. Comfortabele zitplaatsen. Terwijl - extra! - het Residentie-orkest in de orkestbak het Wilhelmus ten gehore kan brengen.

Afhankelijk van het gevoel voor theater en van zijn talent zou Willem Alexander de tekst uit het hoofd kunnen leren. Opstaan uit de stijve positie op de troon en de tekst staande, met passend pathos, declameren.

Ik bedoel maar: als het volk een show wil, geef het dan waar voor z’n geld en maak er een echte van. Vraag zo nodig advies aan Joop van den Ende. 

 ***

PS. Het protocol wordt hier beschreven. Dat stelt dat 225 kamerleden recht tegenover de troon zitten. Ik betwijfel of dat haalbaar is. Sowieso zit men 
knie-aan-knie.

1 opmerking:

  1. Marianne Thieme en Esther Ouwehand zijn met hun kleding wel goed voor hun opvattingen uitgekomen.

    BeantwoordenVerwijderen