zondag 28 april 2013

Het rapen van kievitseieren

 

Uitspraak Raad van State 2012  

Het college van gedeputeerde staten van Fryslân mocht aan de Bond van Friese Vogelbeschermingswachten een tijdelijke ontheffing verlenen voor het rapen van kievitseieren.

Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 1 maart 2012. Op grond van de ontheffing mogen in 2012 in de periode van 1 maart tot en met 31 maart maximaal 5.939 kievitseieren worden geraapt. Met deze uitspraak is het beroep van de Faunabescherming tegen de ontheffing ongegrond verklaard. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

De Faunabescherming is van mening dat gelet op de slechte 'staat van instandhouding' van de kievit, de vergunning geweigerd had moeten worden. Verder is zij er niet van overtuigd dat de beperkende voorwaarden die het provinciebestuur aan de ontheffing heeft verbonden voldoende waarborgen bieden.

De Raad van State is van oordeel dat 'de staat van instandhouding van de kievit op dit moment niet zodanig is' dat het provinciebestuur geen ontheffing kon verlenen voor het rapen van kleine hoeveelheden kievitseieren. Daarbij biedt het registratiesysteem dat wordt gebruikt, voldoende waarborgen dat er niet meer dan het maximale aantal kievitseieren wordt geraapt, aldus de hoogste bestuursrechter. Zo mogen alleen houders van een eierzoekkaart eieren rapen en moeten zij per sms aan het registratiesysteem laten weten als zij een nest met kievitseieren vinden. De eierzoeker ontvangt dan een bericht terug waarin is vermeld of en hoeveel eieren geraapt mogen worden. Ten slotte mogen de eierzoekers geen nieuwe eieren rapen als zij per sms zijn geïnformeerd dat het maximum aantal is bereikt. De Raad van State heeft verder van belang geacht dat gedurende het raapseizoen 20 tot 25 toezichthouders controles uitvoeren op de naleving van deze voorwaarden.

De Raad van State is echter wel van oordeel dat gelet op de dalende trend in de kievitenstand in de afgelopen jaren, in de toekomst moet worden beoordeeld of het rapen van eieren verder dient te worden beperkt dan nu. Daarbij valt niet alleen te denken aan een beperking in aantallen en in periode, maar ook zal moeten worden bezien of gedurende één of meer jaren geen ontheffing voor het zoeken en rapen wordt verleend.

---------------------------------------------------------------

Rechtbank Leeuwarden, 26-2-2013 

De Provincie Fryslân mocht aan de Bond van Friese Vogelbeschermingswachten (BFVW) voor de periode van drie jaar een ontheffing verlenen voor het rapen van kievitseieren. Dat blijkt uit een uitspraak van de voorzieningenrechter in Leeuwarden. Met deze uitspraak heeft de rechter het verzoek van de Faunabescherming om de te schorsen afgewezen. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Volgens de voorzieningenrechter spitst het geschil zich met name toe op de vraag of met de verleende ontheffing voldoende wordt gewaarborgd dat het aantal geraapte kievitseieren beperkt blijft tot kleine hoeveelheden en of de kievitenpopulatie wordt gehandhaafd op een bevredigend niveau.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat inderdaad het geval is. Hij onderschrijft het standpunt van de Provincie Fryslan dat gelet op de cijfers en de uitleg die blijkens het Gidsdocument aan het begrip "gunstige staat van instandhouding" moet worden gegeven, de afname van de Friese kievitenpopulatie in de periode 1996 tot en met 2011 op zichzelf niet de conclusie rechtvaardigt dat deze populatie niet langer in een gunstige staat van instandhouding verkeert.

De voorzieningenrechter is verder van oordeel dat de provincie een ontheffing voor drie jaar mocht verlenen. De voorzieningenrechter acht deze termijn niet onredelijk lang. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat de cijfers terzake de ontwikkeling van de kievitenstand vanaf 1996 geen aanleiding geven te veronderstellen dat de kievitenpopulatie op korte termijn zodanig zal verminderen dat bij gebruik van de ontheffing handhaving van de populatie op een bevredigend niveau niet zou zijn gewaarborgd. Verder weegt de voorzieningenrechter mee dat verweerder ter zitting heeft aangegeven dat de ontwikkeling van de Friese kievitenstand gedurende die periode door hem zal worden bewaakt en dat zo nodig zal worden ingegrepen door het stellen van nadere beperkingen aan het rapen.

_________________________________________________________

Commentaar Faunabescherming

Onvoorstelbaar… Dat is de eerste reactie bij het horen van de uitspraak van de voorzieningenrechter in Leeuwarden. De Friezen mogen ook dit jaar gewoon weer meer dan 6000 kievitseieren roven.
Het gaat volgens de rechtbank helemaal niet zo slecht met de kievit, de provincie heeft voldoende gedaan om zich op de hoogte te stellen van de situatie. Dat SOVON vogelonderzoek al in juni sprak van een dramatische achteruitgang van de kievitenbroedparen van 18%, daar hoeft de provincie van de rechtbank geen rekening mee te houden. Ook aan het feit dat de provincie zich niet – nooit – houdt aan het voorschrift, zich voor 15 oktober van de toestand van de kievit op de hoogte te stellen en voor 15 februari daaropvolgend met een oordeel daar over te komen, verbindt de rechtbank geen consequenties.
Dat professor Theunis Piersma onomwonden stelt, dat niemand kan volhouden, dat de kievitenstand in Friesland zich in een gunstige staat van instandhouding bevindt, maakt geen enkele indruk op de rechtbank. Wettelijk geldt de verplichting, dat die gunstige staat van instandhouding gehandhaafd blijft. SOVON en CBS stellen vast, dat er sinds 1996 sprake is van een constant matige afname, schommelend tussen de 3,4% en de 2,7% per jaar. Als deze daling door gaat, en er is volgens SOVON niets dat wijst op een trendbreuk, dan is eenvoudig na te gaan dat er omstreeks 2032 (? BW) in heel Friesland geen kievit meer broedt.
En ook ons argument, dat voor de berekening van de toegestane aantallen te rapen eieren geen rekening wordt gehouden met andere onnatuurlijke doodsoorzaken, zoals maaien, mestinjectie, slepen maakte geen indruk. Die berekening is gebaseerd op de aanname, dat een ingreep die niet groter is dan 1% van de jaarlijkse natuurlijke sterfte, niet van grote invloed op de aantallen kieviten zal zijn. Maar onder die natuurlijke sterfte vallen zaken als maaien en mestinjectie uiteraard niet. Alleen deze onnatuurlijke doodsoorzaken zouden wel eens die 1% norm kunnen overschrijden en dan is er helemaal geen ruimte voor het rapen van zelfs maar één kievitsei.

____________________________________________
 

Commentaar


Soms moet je in je vel knijpen om te weten of je waakt of droomt. Vogelbeschermers die het rapen van kievitseieren een goede zaak vinden. Dan denk je toch eerder aan een (kwalijke) grap. Maar nee, in Friesland vinden overheid en burgerij, inclusief vogelbeschermers, het rapen in het broedseizoen van 6.300 eieren een passende vermakelijkheid.

Het doet denken aan de vrienden van de nationale Vogelbescherming die het afschieten van een half miljoen ganzen o.k. vinden.

De rechter oordeelt voorzichtig. Het provinciebestuur heeft dit, op grond van de regelgeving, ‘mogen besluiten’. [Raad van State: 'kunnen besluiten'.]
 
De rechter durft het rapen niet te verbieden, dat is enigszins te begrijpen. Hij oordeelt slechts 'voorlopig', in kort geding; een verbod is een zaak van de politiek. Maar een ontheffing van drie jaar had hij m.i. wel degelijk moeten verbieden. De man wenst de expertise van de Faunabescherming kennelijk niet serieus te nemen. Anders is het niet te begrijpen dat hij niet uitspreekt dat van jaar tot jaar bekeken dient te worden hoe de kievitenstand zich verhoudt.

Erkend moet worden dat de soort robuust is, rekening houdend met het feit dat jaar in jaar uit deze treiterij van broedvogels plaatsvindt. 

2 opmerkingen:

  1. Vorig jaar was er nog een petitie op internet tegen het rapen van kievitseieren. Hierover wordt niet eens gerept.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Is het rapen van kippeneieren geen roof?

    BeantwoordenVerwijderen