donderdag 30 mei 2013

Artis : openluchtmuseum


Dierentuinman David Hancocks (foto) hield een feestrede tijdens het jubileum van 175 jaar Artis. Titel: ‘Natuur is de  leermeesters van Alles’. Heel feestelijk was zijn verhaal niet. Principieel werd het echter ook niet: hij wil slechts ‘betere’ dierentuinen…

Hieronder een paar citaten, commentaar onderaan. Hele tekst hier.

 ***

1.   In de jaren ‘70 van de vorige eeuw begonnen de openbare media gewag te maken van het massaal uitsterven van wilde diersoorten door menselijk handelen. Dierentuinen reageerden hierop met het argument dat behoud hun hoofddoel was en dat zij de nieuwe ‘Ark van Noach’ waren die bedreigde diersoorten overal ter wereld zouden redden.
 
Dit argument klopt niet, maar is voor veel dierentuinen  wel een mantra geworden.
 
De inspanningen die dierentuinen richting natuurbehoud leveren, kunnen niet gericht blijven op het redden van soorten alleen: effectief behoud moet gericht zijn op de bescherming van wilde leefgebieden, zodat de complexe onderlinge relaties tussen dieren en planten worden beschermd en behouden.
 

2.   Op het moment zien wij onszelf als het evolutionaire hoogtepunt en veel mensen houden vast aan het theïstische denkbeeld dat dieren alleen zijn geschapen om door de mens te worden gebruikt.
Een meer nederige en zinvolle opvatting zou zijn dat mensen een integraal deel uitmaken van de natuur en dat zij, net als alle andere levende wezens, door toevallige evolutie zijn ontstaan.

 
3.   Hoe lelijker een dierentuinverblijf is, hoe minder ‘liefde voor het leven’ hieruit spreekt.
In het ergste scenario zorgt de onnatuurlijkheid van een dierentuin ervoor dat bezoekers een verstoord begrip van de natuur en hun relatie tot de natuur krijgen. Het zorgt ervoor dat hun denkbeelden vertroebeld raken en dat hun gevoel van minachting en dominantie ten opzichte van de natuurlijke wereld groeit.
 

4.   De CEO van de American Association of Zoos beweerde in het openbaar dat bezoekers van een dierentuin, alleen al door het zien van een olifant van nabij, zich de rest van hun leven sterk blijven maken voor natuurbehoud. Het is een vals argument en niet meer dan een excuus voor dierentuinen om zich te blijven concentreren op hun ‘charismatische megafauna’ of in hippere bewoordingen hun ‘glamourbeesten’.

 
5.   Maar Artis is ook altijd een museum geweest met een collectie naturalia en een sterke verwevenheid met wetenschap en kunst. Artis is een van de zeer weinige dierentuinen met een zoölogisch museum, een aquarium, een geologiecollectie en een planetarium die daarnaast ook dienst doet als botanische tuin én als beeldengalerij in de openlucht.

  ***

Commentaar:

Ad 3 en 4. Dierentuinen bestaan meer dan honderd jaar. Het verdwijnen van de natuur en het uitsterven van soorten, waarover Hancocks het heeft, hielden ze niet tegen. 

Ze hebben geen enkele andere functie dan vermakelijkheid Daarom zijn er  zoveel van. Dat dit ten koste van het welzijn van de wilde dieren gaat, daar maalt niemand om.
 

Ad 5. Onbegrijpelijk dat Hancocks niet opmerkt dat al deze gebouwen niet in een dierentuin thuishoren, zeker niet in Artis, dat al een van de kleinste dierentuinen überhaupt is. Als die gebouwen al in een park moeten, zet ze dan in het Vondelpark – ruim driemaal groter en op loopafstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten