Medio januari stond er in NRC Handelsblad weer eens een tekst gericht tegen een ieder die dieren een goed hart toedraagt. Het wonderlijkste was dat de auteurs niet alleen hun blijkbaar harmonische huwelijk wilden uitdragen – De Koning en De Koning-Timmer - maar ook dat de een zich afficheerde als dierenarts en de ander als filosoof.
Hun ‘kindje’ was echter zo’n dronkemansverhaal – inderdaad: ‘de gekte ten top‘- dat er nauwelijks reacties op kwamen.
Het
Brabantse Statenlid van de Partij voor de Dieren nam de moeite wel; zijn tekst
hieronder. Met "de schrijvers" worden dus De Koning en De Koning bedoeld.
PS.
Vermoedelijk is 'de filosoof' de studente Hilda de Koning-Timmer. Hier haar scriptie.
***
Dierenrechten:
noodzaak in een egocentrische wereld
Het
klopt dat dieren een prominente rol in het publieke debat spelen, maar dat is
zeker niet altijd het geval geweest. Veel te lang is er alleen gekeken naar wat
wij als mensen nodig hebben om ons in al onze behoeften te bevredigen. En als
alleenheerser van deze wereld hebben we het ons ook toegeëigend.
Wat
de schrijvers voor het gemak even vergeten is te vertellen dat wij als mens
stukmaken wat de evolutie in miljoenen jaren heeft gecreëerd. De geschiktste
soort overleeft....? Tegen de macht van de mens is niets opgewassen en dat
besef komt met een grote verantwoordelijkheid. Dat dat besef groeit, vertaalt
zich nu in een grote groep mensen die zich inzetten voor de dierenrechten. De
opmars van de Partij voor de Dieren in de Nederlandse politiek is daar getuige
van.
Mensen
zouden zich volgens de schrijvers niet om mensen bekommeren, maar wel om
dieren? Een algemene uitdrukking die op niets gebaseerd is. Mensen bekommeren
zich in de eerste plaats om zichzelf en daarmee is deze stelling ook meteen
ontkracht. En doordat mensen alleen aan mensen denken bevinden wij ons in een
wereld die aan het einde is van wat zij kan dragen. We hebben het ecologisch
kapitaal in een sneltreinvaart vernield ter eer en glorie van onszelf, de mens.
Wat
de schrijvers misschien bedoelen is dat er een gebrek is aan mededogen. Ons
egocentrisch brein heeft daar inderdaad grote moeite mee. En mijn mening is dat
op sociaal vlak er nog veel te verbeteren is, voor ouderen, voor kinderen, voor
zieken en voor dieren. Daar spelen wij zelf een grote rol in. En ik durf nog
wel te beweren dat mensen die sociaal zijn naar dieren dat ook zullen zijn naar
zwakkere groepen in de samenleving zoals ouderen. Een sterk gevoel voor
mededogen kent over het algemeen geen onderscheid tussen mens en dier, oud of
jong, klein of groot.
Demagogie
en onkunde die de schrijvers de dierenvrienden verwijten spreekt ook uit het
opiniestuk zelf. Vegetariërs zijn ineens hypocriet, mensen die zich voor dieren
in de natuur inzetten hebben gebrek aan inzicht. Volgens schrijvers willen deze
mensen die zich voor dieren inzetten, zich inzetten voor een evenwicht dat
verloren is gegaan. Het klopt, dezelfde mensen willen graag ook een einde aan
de nertsenfokkerij, geen circusdieren meer, een stop op de jacht en het
sportvissen. In deze wereld van overvloed aan kleding en entertainment is dat
naar mijn mening ook overbodige luxe ten koste van het welzijn van dieren. Moet
ik voor die mening in een hoekje worden gezet?
Er
is niets mis met het lijden van dieren in de natuur. Het is onderdeel van de
levenscyclus en elk rechtgeaarde dierenvriend is zich daar van bewust. Ik kijk
zelf niet met plezier naar een hyena die een reebok te grazen neemt, maar besef
terdege dat in de echte natuur het een kwestie van leven of dood is.
Wat
de schrijvers echter als overijverige dierenliefde aanhalen zijn voorbeelden
van situaties waar wij als mens de dieren bewust laten lijden; door ze in
megastallen te stoppen, door ze als proefdier te gebruiken, door olifanten in
Afrika hun leefgebied af te nemen, door walvissen te bejagen of hun sonar te
verstoren. Mensen die deze dieren te hulp komen doen dat eerder omdat zij een
gevoel van machteloosheid hebben tegenover de aanstichters; zij willen
rechtzetten wat anderen hebben aangericht. Misschien is het ook wel een stukje
schuldgevoel of plaatsvervangende schaamte. Dat heeft volgens mij niets met
gebrek aan inzicht in nature te
maken. Zij zijn het die ons een spiegel voorhouden.
Na
het einde aan de slavernij en invoeren van de vrouwenrechten is het nu tijd om
te kijken naar de dierenrechten, een logische stap in onze beschaving. Het zijn
de laatste verkrampte uitingen van zogezegde filosofen zoals R. de Koning en H.
de Koning-Timmer die wederom bevestigen dat de tijd echt veranderd is en dat
zij behoren tot de oude tijd. Het is moeilijk om dat te accepteren, net als
voor ieder mens verandering moeilijk is. De mensen die zich vandaag de dag
inzetten voor dierenrechten, op basis van dierenliefde en mededogen, gaan niet
meer weg. Sterker nog, de beweging groeit als nooit te voren en het is slecht
een kwestie van tijd voordat er een doorbraak komt voor de dierenrechten.
Ir. Marco
van der Wel
Statenlid voor de Partij voor de Dieren in Brabant.
Het artikel in de NRC heb ik niet kunnen lezen, omdat dit alleen voor abonnees toegankelijk is. De scriptie van Hilda de Koning-Timmer heb ik wel gelezen. Zij heeft het steeds over een deal tussen mensen en dieren, maar vergeet dat deze deal eenzijdig door mensen aan dieren is opgelegd. Ik ben het wel eens met haar stelling dat er geen verschil is tussen mensen die omnivoor leven en mensen die vegetarisch leven. Alleen veganisme is consequent als je niet wil dat er dieren voor mensen worden gedood of misbruikt. Hilda de Koning-Timmer beweert dat veganisme voor bepaalde categorieën mensen schadelijk is. Feit is dat alle veganisten een vit. B12-supplement dienen in te nemen om gezond te blijven. Ook is het van belang dat ze letten op hun ijzerinname en bv. dagelijks twee sneeën brood met appelstroop eten. Zodra een mens geen moedermelk meer nodig heeft, kan hij zich als veganist redden.
BeantwoordenVerwijderen