maandag 11 februari 2013

"Het dier als mens"


Medio januari stond er in NRC Handelsblad weer eens een tekst gericht tegen een ieder die dieren een goed hart toedraagt. Het wonderlijkste was dat de auteurs niet alleen hun blijkbaar harmonische huwelijk wilden uitdragen – De Koning en De Koning-Timmer -  maar ook dat de een zich afficheerde als dierenarts en de ander als filosoof. 
Hun ‘kindje’ was echter zo’n dronkemansverhaal – inderdaad: ‘de gekte ten top‘- dat er nauwelijks reacties op kwamen.

Het Brabantse Statenlid van de Partij voor de Dieren nam de moeite wel; zijn tekst hieronder. Met "de schrijvers" worden dus De Koning en De Koning bedoeld.

PS. Vermoedelijk is 'de filosoof' de studente Hilda de Koning-Timmer. Hier haar scriptie.

***

Dierenrechten: noodzaak in een egocentrische wereld

Het klopt dat dieren een prominente rol in het publieke debat spelen, maar dat is zeker niet altijd het geval geweest. Veel te lang is er alleen gekeken naar wat wij als mensen nodig hebben om ons in al onze behoeften te bevredigen. En als alleenheerser van deze wereld hebben we het ons ook toegeëigend.

Wat de schrijvers voor het gemak even vergeten is te vertellen dat wij als mens stukmaken wat de evolutie in miljoenen jaren heeft gecreëerd. De geschiktste soort overleeft....? Tegen de macht van de mens is niets opgewassen en dat besef komt met een grote verantwoordelijkheid. Dat dat besef groeit, vertaalt zich nu in een grote groep mensen die zich inzetten voor de dierenrechten. De opmars van de Partij voor de Dieren in de Nederlandse politiek is daar getuige van.

Mensen zouden zich volgens de schrijvers niet om mensen bekommeren, maar wel om dieren? Een algemene uitdrukking die op niets gebaseerd is. Mensen bekommeren zich in de eerste plaats om zichzelf en daarmee is deze stelling ook meteen ontkracht. En doordat mensen alleen aan mensen denken bevinden wij ons in een wereld die aan het einde is van wat zij kan dragen. We hebben het ecologisch kapitaal in een sneltreinvaart vernield ter eer en glorie van onszelf, de mens.

Wat de schrijvers misschien bedoelen is dat er een gebrek is aan mededogen. Ons egocentrisch brein heeft daar inderdaad grote moeite mee. En mijn mening is dat op sociaal vlak er nog veel te verbeteren is, voor ouderen, voor kinderen, voor zieken en voor dieren. Daar spelen wij zelf een grote rol in. En ik durf nog wel te beweren dat mensen die sociaal zijn naar dieren dat ook zullen zijn naar zwakkere groepen in de samenleving zoals ouderen. Een sterk gevoel voor mededogen kent over het algemeen geen onderscheid tussen mens en dier, oud of jong, klein of groot.

Demagogie en onkunde die de schrijvers de dierenvrienden verwijten spreekt ook uit het opiniestuk zelf. Vegetariërs zijn ineens hypocriet, mensen die zich voor dieren in de natuur inzetten hebben gebrek aan inzicht. Volgens schrijvers willen deze mensen die zich voor dieren inzetten, zich inzetten voor een evenwicht dat verloren is gegaan. Het klopt, dezelfde mensen willen graag ook een einde aan de nertsenfokkerij, geen circusdieren meer, een stop op de jacht en het sportvissen. In deze wereld van overvloed aan kleding en entertainment is dat naar mijn mening ook overbodige luxe ten koste van het welzijn van dieren. Moet ik voor die mening in een hoekje worden gezet? 

Er is niets mis met het lijden van dieren in de natuur. Het is onderdeel van de levenscyclus en elk rechtgeaarde dierenvriend is zich daar van bewust. Ik kijk zelf niet met plezier naar een hyena die een reebok te grazen neemt, maar besef terdege dat in de echte natuur het een kwestie van leven of dood is.
Wat de schrijvers echter als overijverige dierenliefde aanhalen zijn voorbeelden van situaties waar wij als mens de dieren bewust laten lijden; door ze in megastallen te stoppen, door ze als proefdier te gebruiken, door olifanten in Afrika hun leefgebied af te nemen, door walvissen te bejagen of hun sonar te verstoren. Mensen die deze dieren te hulp komen doen dat eerder omdat zij een gevoel van machteloosheid hebben tegenover de aanstichters; zij willen rechtzetten wat anderen hebben aangericht. Misschien is het ook wel een stukje schuldgevoel of plaatsvervangende schaamte. Dat heeft volgens mij niets met gebrek aan inzicht in nature te maken. Zij zijn het die ons een spiegel voorhouden.

Na het einde aan de slavernij en invoeren van de vrouwenrechten is het nu tijd om te kijken naar de dierenrechten, een logische stap in onze beschaving. Het zijn de laatste verkrampte uitingen van zogezegde filosofen zoals R. de Koning en H. de Koning-Timmer die wederom bevestigen dat de tijd echt veranderd is en dat zij behoren tot de oude tijd. Het is moeilijk om dat te accepteren, net als voor ieder mens verandering moeilijk is. De mensen die zich vandaag de dag inzetten voor dierenrechten, op basis van dierenliefde en mededogen, gaan niet meer weg. Sterker nog, de beweging groeit als nooit te voren en het is slecht een kwestie van tijd voordat er een doorbraak komt voor de dierenrechten.

Ir. Marco van der Wel 
Statenlid voor de Partij voor de Dieren in Brabant.

1 opmerking:

  1. Het artikel in de NRC heb ik niet kunnen lezen, omdat dit alleen voor abonnees toegankelijk is. De scriptie van Hilda de Koning-Timmer heb ik wel gelezen. Zij heeft het steeds over een deal tussen mensen en dieren, maar vergeet dat deze deal eenzijdig door mensen aan dieren is opgelegd. Ik ben het wel eens met haar stelling dat er geen verschil is tussen mensen die omnivoor leven en mensen die vegetarisch leven. Alleen veganisme is consequent als je niet wil dat er dieren voor mensen worden gedood of misbruikt. Hilda de Koning-Timmer beweert dat veganisme voor bepaalde categorieën mensen schadelijk is. Feit is dat alle veganisten een vit. B12-supplement dienen in te nemen om gezond te blijven. Ook is het van belang dat ze letten op hun ijzerinname en bv. dagelijks twee sneeën brood met appelstroop eten. Zodra een mens geen moedermelk meer nodig heeft, kan hij zich als veganist redden.

    BeantwoordenVerwijderen