De
Leeuw
Wat
zijn de sterke klauwen als geen prooi
meer
noodt tot slaan, waartoe de fiere tooi?
Het
brullen is verkalkte bitterheid,
voor
sluwe tegenstanders is de tijd
voorbij,
geen die hem nu nog vrezen moet.
De
somb' re hartstocht is reeds lang verbloed
en
mateloze dromen zijn verdund
tot
een smal beeld en hem is slechts vergund
een
nutteloze slaap waarin geen kracht
meer
dient vergaard om in de blauwe nacht
te
heersen zo 't een majesteit betaamt.
Soms
staat hij op zijn rots, vier meter hoog,
vat
de Plantage Middenlaan in 't oog
en
druipt dan af, tot in het merg beschaamd.
***
Peter van Steen
(1904-1972)
***
Peter van Steen
(1904-1972)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten