In 1989 viel er een Convair uit de lucht, in de Noordzee/Skagerrak bij Denemarken. Geen van de 55 inzittenden overleefde het ongeluk. Het was een gratis reisje die de passagiers, werknemers van een transportbedrijf, was aangeboden door hun bedrijf.
Een dergelijke crash – mid-air – komt weinig voor. In eerste
instantie werd gedacht aan een bomexplosie maar onderzoek sloot die
mogelijkheid al gauw uit. Het kon dan nauwelijks aan iets anders liggen dan aan
een fout in de constructie dan wel aan het onderhoud daarvan.
Een van de mogelijkheden die onderzocht werd, was het effect op de
constructie van de vervanging van beide propellermotoren door krachtiger
turbo-aandrijving. De constructie is hier immers niet op gebouwd.
De hoofdoorzaak lag echter elders, t.w. in het gebruik van enkele
nagemaakte onderdelen. Deze zijn veel minder sterk en – belangrijk! – veel
goedkoper dan de originele.
Dit geeft te denken. Wat betreft het auto-onderhoud zijn merkloze
garages veel goedkoper dan die van merkdealers. Dat moet ergens aan liggen. In
de vliegtuigindustrie is het gebruik van reserve-onderdelen nu strikt
gereglementeerd. Vraag is of dat ook geldt voor het onderhoud van auto’s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten