woensdag 30 oktober 2013

Couperen van staarten



Kamervragen ontnemen van het predicaat 'Koninklijk' wegens gecoupeerde paardenstaarten

Hierbij treft u aan de antwoorden op de vragen van het lid Van Gerven (SP) over
het ontnemen van het predicaat ‘Koninklijk’ wegens gecoupeerde paardenstaarten van 28 augustus 2013.

1
Hoe verklaart u dat op de website van de Koninklijke Vereniging “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” nog vele foto’s te zien zijn van trekpaarden met gecoupeerde staarten, ondanks het feit dat couperen sinds 2001 verboden is en dat zelfs de meeste winnaars geen staart meer hebben.
Antwoord
Het beleid van de Koninklijke Vereniging (KV) “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” is gericht op het behoud van het Nederlandse trekpaard met staart.
De vereniging heeft mij verzekerd haar uiterste best te doen om zo min mogelijk gecoupeerde staarten in beeld te brengen. Begin volgend jaar verwacht zij een nieuwe website te hebben waarmee dit beleid nog effectiever kan worden uitgevoerd.

2
Klopt het dat het verbod op het couperen van paardenstaarten massaal ontdoken wordt door de leden van de Koninklijke Vereniging?
Antwoord
Er is sprake van een aantal fokkers binnen de vereniging die stellig en overtuigd zijn in hun opvatting dat het Nederlandse trekpaard gecoupeerd dient te zijn. Zij maken gebruik van de wetgeving in Frankrijk die geen verbod kent op het uitvoeren van de ingreep.

3
Is er sprake van georganiseerde ontduiking van de wet middels de zogenaamde Frankrijkroute? Welke actie heeft u ondernomen om de massale ontduiking van de wet tegen te gaan?
Antwoord
In mijn brief van 21 maart 2013 (TK 31 389, nr. 124) in het kader van het Notaoverleg over de Wet dieren heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken in de ons omringende landen en heb ik uiteengezet dat mijn mogelijkheden beperkt zijn.
Ik heb onlangs de voorzitter van de KV “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” gevraagd om nogmaals met de bedoelde fokkers in overleg te gaan, om te bezien of er toch nog mogelijkheden zijn die hen zouden kunnen bewegen om het Nederlandse trekpaard te blijven fokken en de staart te behouden.
Daarnaast houdt de vereniging sinds 2010 de aantallen nog gecoupeerde veulens op keuringen bij om te bezien of de weg van de geleidelijke uitfasering effect heeft.

4
Hoe kan het dat de Koninklijke Vereniging “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” het predicaat Koninklijk heeft terwijl binnen de vereniging klaarblijkelijk massaal de wet wordt ontdoken en veel dierenleed wordt berokkend?
Antwoord
De KV “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” heeft op 20 april 1948 het predicaat Koninklijk ontvangen. De vereniging voldoet aan de thans geldende criteria, waaronder:
- het innemen van een vooraanstaande positie op haar gebied
- bestuursleden van de vereniging hebben een ‘goede naam en faam’
- is minstens 100 jaar geleden opgericht.
Het predicaat wordt in principe voor 25 jaar toegekend, en kan worden verlengd als de vereniging blijft bestaan en nog steeds aan de geldende normen voldoet. De organisatie heeft zich toegelegd op het veranderen van de cultuur binnen de fokkerij en draagt de boodschap uit dat het couperen van paardenstaarten maatschappelijk ongewenst is. Dit is in het communicatieplan verankerd en wordt actief op de ledenvergaderingen uitgedragen.

5
Hoe kan het dat de Koninklijke Vereniging “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” door het ministerie van Economische Zaken wordt beloond met een stamboekerkenning terwijl binnen de vereniging structureel staarten gecoupeerd worden en dit gedrag bij prijsuitreikingen beloond wordt?
Antwoord
Stamboeken worden erkend op basis van Europese zoötechnische regelgeving, die in medebewind uitgevoerd door de Productschappen Vee, Vlees en Eieren. De fokkerijregelgeving stelt o.a. eisen aan het voorkomen van erfelijke gebreken en schadelijke raskenmerken en het voorkomen van inteelt. De vorm van de oren of de vorm van de staart maakt geen deel uit van de voorwaarden.

6
Is de Koninklijke Vereniging “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” wel eens vanuit het ministerie van Economische Zaken aangesproken op de gangbare praktijk van staarten couperen? Is hierbij aangedrongen op maatregelen zoals het uitsluiten van paarden met gecoupeerde staarten bij wedstrijden of het hebben van een staart als norm bij schoonheidswedstrijden?
Antwoord
Met enige regelmaat vindt overleg plaats met het bestuur van KV “HetNederlandse Trekpaard en De Haflinger” en het ministerie. De laatste keer was op 25 september jl. Het onderwerp is uitvoerig aan de orde geweest, waarbij de nadruk is gelegd op aanvullende maatregelen die door de vereniging kunnen worden getroffen om de beperkte groep fokkers te demotiveren om de staarten te laten couperen. Ook de suggestie om gecoupeerde paarden bij jurering niet meer te belonen met de eerste plaats(en) is daarbij expliciet genoemd.

7
Bent u bereid de Koninklijke Vereniging “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” te schrappen als erkend stamboekhouder indien zij zich niet actief in gaat spannen tegen couperen van paardenstaarten?
Antwoord
De fokkerijregelgeving voor paarden, die gebaseerd is op Europese fokkerijregelgeving, stelt eisen aan een stamboek voordat een stamboek erkend kan worden. De vorm van de oren of de vorm van de staart maakt geen deel uit van de voorwaarden. De Koninklijke Vereniging “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” voldoet aan alle voorwaarden voor erkennen van een stamboek, van intrekken van de erkenning kan dus geen sprake zijn.

8
Gaat de regering zich ervoor inspannen om de Koninklijke Vereniging “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” het predicaat Koninklijk te ontnemen?
9
Wilt u er bij het Koninklijk Huis op aandringen de Koninklijke Vereniging “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” het predicaat Koninklijk te ontnemen indien de vereniging geen effectieve stappen tegen het couperen van paardenstaarten onderneemt?
Antwoord
Nee. Zie mijn antwoord op vraag 4.

10
Bent u bereid een dwingende clausule op te laten nemen in de stamboeken van paarden en honden voor het hebben van een staart en de oorspronkelijke oren?
Antwoord
Nee, een gezond fokbeleid en de bepalingen over stamboeken zien onder meer ophet voorkomen van erfelijke gebreken en schadelijke raskenmerken.
Voor honden zijn eisen hieromtrent vastgelegd in artikel 19 van het conceptbesluit gezelschapsdieren. Fokkerijregelgeving voor paarden is gebaseerd op de Europese fokkerijregelgeving en stelt o.a. voorwaarden aan het voorkomen van inteelt. Zie ook mijn antwoord op vraag 4.
Het couperen van staart en oren is al separaat bij wet verboden. Ik stel geen aanvullende regels hiervoor.

11
Klopt het dat de als de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) honden met gecoupeerde oren aantreft, hier niet op gehandhaafd wordt door het Openbaar Ministerie? Wat is de beleidslijn?
Antwoord
Als niet bewezen kan worden dat de hond in kwestie op Nederlands grondgebied is gecoupeerd, zonder medische noodzaak, kan door het Openbaar Ministerie geen handhaving plaatsvinden. Dit omdat in andere Europese landen geen sprake hoeft te zijn van een coupeerverbod.

12
Zijn er cijfers bekend van aantallen gecoupeerde dieren per soort?
Antwoord
De LID houdt geen cijfers bij van aantallen gecoupeerde dieren per soort.
De KV “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” houdt sinds 2010 bij hoeveel veulens er jaarlijks worden aangeboden op de keuringen. Dit betrof:
Jaar 2010: 81 veulens ter keuring, waarvan 32 gecoupeerd
Jaar 2011: 88 veulens ter keuring, waarvan 31 gecoupeerd
Jaar 2012: 70 veulens ter keuring, waarvan 24 gecoupeerd
De vereniging ziet de trend dat bij veel veulens die niet ter keuring worden gebracht, gekozen wordt om de staart lang te laten. Hier worden geen cijfers van bijgehouden.

13
Wat doet de regering om het couperen van staarten en oren in heel Europa te doen verbieden? Bent u bereid u hiervoor in te zetten?
Antwoord
In het kader van de ontwikkeling van de Europese strategie voor dierenwelzijn is door mijn voorganger in 2011 reeds gepleit voor harmonisatie van een verbod op bepaalde ingrepen, zoals het couperen van staarten bij honden en paarden.
Ik zal dit wederom bij de Europese Commissie inbrengen in het kader van de uitwerking van het beoogde nieuwe EU wetgevingskader dierenwelzijn.
Ook bij de herziening van de Europese zoötechnische regelgeving, die dit najaar geagendeerd staat, zal ik ervoor pleiten dat het aspect welzijn van dieren, een veel duidelijker positie krijgt in de fokkerijregelgeving.

14
Wilt u overleg plegen met de Franse overheid met de vraag waarom Franse dierenartsen meewerken aan het couperen van staarten van buitenlandse paarden uit landen (zoals Nederland) waar deze ingreep wettelijk verboden is? Bent u bereid de Franse regering te verzoeken hier maatregelen tegen te nemen?
Antwoord
De kwestie is vorig jaar op ambtelijk niveau besproken en heeft niet tot het gewenste resultaat geleid. Frankrijk geeft aan het onderwerp geen prioriteit en heeft aangegeven geen reden te zien om de eigen regelgeving aan te passen. De Franse dierenartsen handelen zelf binnen het wettelijk kader van hun land.

(w.g.) Sharon A.M. Dijksma
Staatssecretaris van Economische zaken

maandag 28 oktober 2013

Louise Fresco (foto)

foto: Christiaan Krouwels 




Raymond Queneau, 'Notation': 

"....cou trop long comme si on lui avait tiré dessus."

Louise Fresco (ingezonden)

foto: Christiaan Krouwels
De Humanistische Omroep zendt momenteel een zesdelige reeks programma's over Louise Fresco uit op zondagavond om 18.50 uur. Gisteren was het derde deel, dat ik heb bekeken.

Zij liet scharrelvarkens in Italië zien en varkens in de bio-industrie in Nederland. 

Tot mijn verbijstering beweerde ze dat varkens die tussen stangen "leven" het net zo goed hebben als varkens die buiten kunnen rondscharrelen.

Je kunt wel merken dat prof. Fresco bestuurslid is van Unilever, die o.a. de vleesindustrie in handen heeft.

Louise Fresco en Marianne Thieme


In de tv-uitzending ‘Buitenhof’ traden Marianne Thieme en Louise Fresco tegenover elkaar aan. Aanleiding was het nieuwe boek van Fresco, getiteld Hamburgers in het paradijs. Voedsel in tijden van schaarste en overvloed.

Fresco is een autoriteit op voedselgebied; zij heeft o.a. jarenlang in Rome gewerkt voor de VN-organisatie voor Voedsel en Agricultuur. (FAO)  Om tegen haar in het strijdperk te treden moet je wel ballen hebben, maar gelukkig heeft Marianne die. Ze deed het m.i. uitstekend: ze was zelfverzekerd en sprak goed verstaanbaar. Ze sloeg Fresco met feiten en cijfers om de oren, maar die bleef overeind in de verdediging van haar boek, zoals te verwachten was. Als ik scheidsrechter was zou ik Thieme een overwinning op punten toekennen. (geen k.o.).

Een aardige bijdrage was die van de gespreksleidster die constateerde dat Fresco haar mening gewijzigd heeft ten opzichte van haar vorige publicatie: Nieuwe spijswetten, uit 2006. Thieme sloot daarbij aan en verweet Fresco doemdenken. Dit is tegen het zere been want Fresco beschouwt zichzelf juist altijd als positivo: zij heeft een sterk geloof in de technologie.

Grappig voorbeeld uit de discussie was dat van de trekpaarden die vervangen zijn door tractoren (Thieme). In haar boek citeert Fresco de voorspelling uit 1894 dat de straten van Londen over vijftig jaar onder drie meter paardenmest bedolven zullen zijn. Desondanks filosoferen we allemaal vrolijk verder over ‘de toekomst’.

Het grootste meningsverschil blijft het eten van vlees, dus het belang van dierlijke eiwitten. Fresco houdt daaraan vast, met name voor de ontwikkelingslanden, maar ook voor armere huishoudens in het westen.
Ze is geen voorstander van een (Nederlandse) vleestax maar wil toch wel fiscale maatregelen om de consumptie van duurzame producten te bevorderen. Beide dames vinden het noodzakelijk dat het beginsel van ‘de vervuiler betaalt’ zonder uitzondering in de praktijk gebracht wordt.

Thieme manoeuvreerde handig. Ze had zich terdege voorbereid. Ze stipte tussen neus en lippen Fresco d’r relatie met Unilever aan – ze had ook nog de Rabobank kunnen noemen – ze wees op de obesitas-epidemie als bedreiging van de volksgezondheid, enz.

Men kan slechts betreuren dat noch de Partij voor de Dieren noch enige andere organisatie op vergelijkbare wijze gespecialiseerd is als het gaat om dierproeven. De reden daarvan ligt voor een deel in het onderwerp zelf. Het boerenbedrijf is toch een tikkeltje overzichtelijker dan het medische experiment.

Het gesprek is hier te beluisteren. Te  beginnen bij minuut 28; het duurt 24 min.

Een kritische bespreking van het boek door Maartje Somers staat hier. Aanklikken: Besproken in NRC.

De smaak van de Reclamecodecommissie



Wat zich noemt: het Ministerie van Volksgezondheid, liet reclame maken in de zgn. Donorweek, met de bedoeling mensen ertoe te brengen zich aan te melden als orgaandonor. Mevrouw Edith Schippers bekostigde een bizarre commercial op tv die laat zien hoe een atleet steeds net niet verongelukt - hoe hij ook zijn best doet. Hij passeert gesloten (halve) spoorbomen voor een aanstormende trein en rijdt fietsend het wegdek van een brug op dat al omhoog gaat om een schip door te laten. Je zou haast denken dat de man dringend wat organen kwijt wil.  Je vindt hem hier.

Hierover kwamen klachten binnen bij de Reclamecodecommissie (RCC), m.n. van de machinistenvakbond FNV Spoor. Die klachten werden ruimschoots gehonoreerd. In een spoedzitting besloot de Commissie de commercial publiekelijk af te keuren. Dat zijn al twee opzienbarende stappen. Tot publiekelijke afkeuring gaat de RCC normaliter alleen over wanneer een in het ongelijk gestelde adverteerder zich niet neerlegt bij haar uitspraak en de advertentie blijft gebruiken.

En daar bleef het niet bij. De commercial werd afgekeurd op grond van de artikelen 2 en 4 van de Nederlandse Reclamecode. Die maken een klacht mogelijk op grond van strijd met de goede smaak en het zijn van ‘nodeloos kwetsend’.
Het bijzondere hiervan is dat de RCC klachten op grond van deze artikelen gewoonlijk niet honoreert. Met de volgende standaardoverwegingen:

“Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is, stelt de Commissie zich terughoudend op.

In een dergelijk geval dient immers te worden getoetst aan subjectieve normen waarbij, anders dan bij objectieve normen, de persoonlijke waardering een belangrijke rol speelt, die van persoon tot persoon kan verschillen.

Bij toetsing van een uiting aan subjectieve normen beoordeelt de Commissie of volgens huidige maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. Daarbij kunnen verschillende factoren een rol spelen zoals bijvoorbeeld, de boodschap van de uiting, het daarmee beoogde doel en de wijze waarop dit in de uiting is uitgewerkt.” (RCC 30-3-2012)

Ik heb me dikwijls afgevraagd waarom de gewraakte artikelen 2 en 4 dan in de Reclamecode gehandhaafd worden als een beroep erop toch niet echt zin heeft. Bij "maatschappelijke opvattingen" is het referentiekader: dat van de meeste mensen. Niet de kwaliteit van die opvatting.

Men dient echter wel te beseffen dat de RCC in beginsel positief tegenover reclame staat. We hebben hier te maken met zgn. zelfregulering. Je moet van goeden huize komen, of als adverteerder het heel bont gemaakt hebben, wil de klager over reclame in het gelijk gesteld worden. Een vast argument van de RCC is dat reclame nu eenmaal overdrijft.

Maar deze keer trokken de machinisten dus aan het langste eind. Het - n.b. ideële - doel van de commercial legt het af tegen “de realistische wijze” waarop dit was uitgewerkt. Ook ‘overdrijving’ kon de commercial dit keer niet redden.

De uitspraak hier.

Newfoundlander en Rashondenwijzer



De Newfounlander is een groot, langharig hondenras. De reu kan een kilo of 50 zwaar worden. Grote honden worden niet oud, tussen acht en tien jaar. Ik maakte er deze zomer voor het eerst kennis mee. Omdat ik ook net de Rashondenwijzer ontdekt had, zocht ik op wat er over deze soort vermeld wordt. Dat is een zeer grote kans op erfelijke afwijkingen, m.n. aan hart en gewrichten.   
Ik plaatste een berichtje op dit weblog, met een mooie foto erbij van een stelletje van deze honden die iemand op het internet geplaatst had.

Wie gedacht had dat de fotograaf trots op zijn dieren zou zijn, en het leuk zou vinden de foto gereproduceerd te zien - die is, zoals Barend, niet van deze wereld*. Hij blijkt namelijk afkomstig van een Limburgse fokker die mij heden verzocht de foto per direct te verwijderen! De reden moet wel zijn: de fokker vindt de koppeling naar de Rashondenwijzer geen reclame voor zijn handel. Foto’s van Newfy’s graag, maar dan wel alleen in positieve zin.
Niet raar dat hondenfokkers haast voortdurend negatief in het nieuws komen.
Zie verder:
http://www.rashondenwijzer.nl/overzicht-hondenrassen-en-aandoeningen

*De Koninklijke Hondenbescherming wenst geen link naar de Rashondenwijzer te plaatsen op haar website!

zondag 27 oktober 2013

Aansprakelijkheid ('Zwiepende tak'-arrest)



Het arrest Werink/Hudepohl (HR 09-12-1994, NJ 1996, 403), beter bekend als Zwiepende tak, is een arrest van de Hoge Raad dat betrekking heeft op aansprakelijkheid voor letselschade uit onrechtmatige daad.

Casus
In september 1989 maken vier jongens/vrienden samen een boswandeling in de omgeving van Slagharen. Werink – 17 jaar oud – gaf achteloos een schop tegen een tak die daarop terugzwiepte en Hudepohl, die achter hem liep, in het oog trof. Door het oogletsel moet Hudepohl uiteindelijk een oog missen. (De verzekeraar van Werink wil de aansprakelijkheid niet erkennen.)

Hudepohl vordert schadevergoeding, op te maken bij staat, wegens onrechtmatige daad. Werink is niet verschenen. De vordering is bij verstekvonnis toegewezen, waartegen Werink in verzet is gekomen. 

De rechtbank heeft het verstekvonnis vernietigd en de vordering afgewezen. 

Dit vonnis is in hoger beroep door het hof vernietigd; de vordering is toegewezen. 

Het arrest van het hof is in cassatie vernietigd en het (laatste) vonnis van de rechtbank is bekrachtigd. De vordering van Hudepohl is dus afgewezen.

Het gedrag dat letselschade heeft veroorzaakt is in drie instanties getoetst aan de zorgvuldigheidsnorm. Rechtbank, Hof en Hoge Raad achten het gedrag resp. niet, wél en niet maatschappelijk onzorgvuldig.

Hoge Raad

"[Het hof heeft miskend] dat niet reeds de enkele mogelijkheid van een ongeval, als verwezenlijking van aan een bepaald gedrag inherent gevaar, dat gedrag onrechtmatig doet zijn, maar dat zodanig gevaarscheppend gedrag slechts onrechtmatig is indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval (het oplopen van letsel door een ander) als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden. [r.o. 3.6 en 3.4]"

Dus de kans dat een ongeval kan ontstaan bepaalt (mede) of iemand zich moet onthouden van een bepaald gedrag. In casu is onvoldoende bekend over de feitelijke toedracht van het ongeval, zodat de rechter niet kan vaststellen of een zorgvuldigheidsnorm is geschonden. Werink is niet aansprakelijk.

De Hoge Raad overwoog:

3.4
"Onderdeel I van het middel (...) gaat terecht ervan uit dat niet reeds de enkele mogelijkheid van een ongeval, als verwezenlijking van aan een bepaald gedrag inherent gevaar, dat gedrag onrechtmatig doet zijn, maar dat zodanig gevaarscheppend gedrag slechts onrechtmatig is indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval (het oplopen van letsel door een ander) als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden.
3.5
Onderdeel II [van het middel] klaagt [terecht] over ontoereikende motivering van 's Hofs oordeel, nu omtrent de toedracht van het ongeval onvoldoende is komen vast te staan. (...)
3.6
Naar onderdeel I met juistheid betoogt, heeft het Hof (...) de hiervoor onder 3.4 omschreven maatstaf miskend.
Weliswaar heeft het hof overwogen dat (Werink zich had moeten realiseren dat) een tak waartegen wordt getrapt, kan terugzwiepen en een ander kan verwonden, alsmede dat Werink rekening had moeten houden met de mogelijkheid dat Hudepohl zich in zijn onmiddellijke nabijheid bevond. Maar het Hof heeft niet onderzocht of de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval als het onderhavige doordat de tak als gevolg van de door Werink daartegen gegeven schop ernstig letsel aan de achter hem lopende Hudepohl zou kunnen toebrengen, zo groot was dat Werink zich, naar de eisen van de hem jegens Hudepohl betamende zorgvuldigheid, van het geven van die schop had behoren te onthouden.
Voor een oordeel te dier zake is in dit geding trouwens geen toereikende feitelijke grondslag beschikbaar, (...)"

Tot besluit
Dit arrest past in een reeks van arresten, waarin gedrag dat letselschade veroorzaakt heeft, niet onrechtmatig is geoordeeld, omdat het gedrag niet maatschappelijk onzorgvuldig werd geacht. 
De kernoverweging (r.o. 3.6 + 3.4) is een formulering die in dit arrest is geïntroduceerd en in latere arresten terugkomt, bijvoorbeeld in het Verhuizende zussen-arrest.

In het Verhuizende zussen-arrest is de feitelijke toedracht wél tot in detail bekend, overigens met hetzelfde resultaat: niet maatschappelijk onzorgvuldig dus niet aansprakelijk.

Zie ook
(1965) Kelderluik-arrest (criteria)
(2000) Verhuizende zussen (ongelukkige samenloop van omstandigheden)

bron wikipedia